100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Inleiding in de sociologie $6.39
Add to cart

Summary

Samenvatting - Inleiding in de sociologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting vak inleiding in de sociologie. Opleiding Social Work Hanzehogeschool Groningen. H1, 2, 3, 5, 6

Preview 10 out of 17  pages

  • October 7, 2024
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 1
De sociologie houdt zich bezig met het verklaren van gedrag van individuen en groepen van
mensen vanuit de maatschappelijke invloeden die ze ondergaan.

Functies
Een van de grondleggers van de westerse sociologie benadrukt dat de belangrijkste taak van
de sociologie was om ongefundeerde ‘geloven’ over de werking van de samenleving door te
prikken en te vervangen door wetenschappelijke inzichten.

Een belangrijk onderdeel van de sociologie is het blootleggen van bestaande
(machts)verhoudingen. Sociologie als wetenschap geeft inzicht in menselijk gedrag en is
daarmee ook goed bruikbaar om de samenleving te besturen. Dit noemen we de
beheersfunctie van de sociologie.

Ten slotte heeft de sociologie een ordenende functie. Dit wil zeggen dat sociologen mede tot
taak hebben om in een min of meer onoverzichtelijke werkelijkheid een zodanige samenhang
aan te brengen dat situaties overzichtelijker en begrijpelijker worden.

Sociologische verbeeldingskracht: mensen moeten ogenschijnlijk los van elkaar staande
persoonlijke ervaringen, situaties en problemen leren zien in het licht van de manier waarop
de maatschappij functioneert. Pas dan kun je immers ook adequaat met deze ervaringen,
situaties en problemen omgaan. Persoonlijke moeilijkheden worden sociale problemen
wanneer het ontstaan bovenpersoonlijke oorzaken en sociale processen zijn aan te wijzen.

Er zijn 6 criteria om een probleem als sociologisch relevant probleem te identificeren:
1. Er moet sprake zijn van een aanzienlijk aantal getroffenen
2. Het moet gaan om persoonlijk letsel van die getroffene
3. Het moet samenhangen met andere problemen
4. Het probleem is niet van tijdelijke aard, maar structureel en van lange duur
5. Het moet bovenpersoonlijke oorzaken hebben
6. Het moet tegen serieuze waarden ingaan

v.b.: 10 mensen werkeloos is persoonlijk probleem; 10% van beroepsbevolking werkeloos is
sociaal probleem.

, Hoofdstuk 2
Nature versus nurture
Om het gedrag van mensen te kunnen verklaren, wordt er gekeken naar wat ze aangeleerd
wordt; tegelijkertijd beseffen we ook dat er aangeboren gedrag is. Er wordt in het algemeen
wel erkend dat beide (zowel aanleg als omgeving) essentieel zijn, maar het is de vraag hoe
de verhouding is. Een complicerende factor is dat aanleg en omgeving niet strikt zijn te
scheiden: juist omdat mensen een aanleg hebben, kunnen ze van andere mensen leren.

Socialisatie
Het proces waarbij mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor hen relevante groepen
wordt socialisatie genoemd. Deze socialisatie begint al bij de geboorte. In het begin zijn
vooral de opvoeders, de ouders, broertjes en zusjes de socialisators. Naarmate we ouder
worden, krijgen we met steeds meer socialisators en socialiserende instanties te maken,
zoals het onderwijs, een sportvereniging, een kerkgemeenschap.
Aanvankelijk is het leren (socialiseren) iets vanzelfsprekends, op latere leeftijd leren we
bewuster wat er van ons wordt verwacht. Bij socialisatie leren we behalve feitelijke gegevens
ook de opvattingen over hoe iets hoort.

Waarden
Onder waarden verstaan we de met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en goed
is en daardoor nastrevenswaardig. Waarden scheppen binnen groeperingen samenhang.
Per groepering bestaan er verschillen in opvattingen over welke waarden wel of niet gelden
en welke waarden belangrijker zijn dan andere waarden.

Verschillen in gerichtheid kan worden uitgedrukt met de termen wij-cultuur (groepsgericht) en
ik-cultuur (persoonsgericht). In Nederland heerste eerst ook de wij-cultuur, inmiddels is dit
meer een ik-cultuur. Dit komt doordat er minder sociale cohesie is.

Wanneer waarden worden omgezet in een visie op de toekomst of een gewenste
ontwikkelingsrichting, spreken we over doelen. Een doel is een denkbeeldige toekomstige
situatie die wij nastreven.

Aan waarden zijn twee aspecten te onderscheiden: hoe erover gepraat wordt (zeg-gedrag)
en wat er gedaan wordt (doe-gedrag). Waarden zijn vaak voorwaardelijk en afhankelijk van
de situatie.

Normen
Waarden worden voor ‘dagelijks gebruik’ omgezet in normen. Normen zijn concrete
gedragsregels die aangeven wat verwacht wordt in een bepaalde situatie, wat je moet doen
of juist niet moet doen. Normen zijn te onderscheiden in:
 Morele normen over goed en kwaad
 Juridische normen over legaal of niet legaal
 Sociale normen over gepast en ongepast

Bewust en niet-bewust gedrag
Internalisering is het proces waarbij je het verwachte gedrag ‘eigen maakt’ en denkt dat het
jezelf komt, zodat je het zonder nadenken en automatisch doet. Vaak zijn we ons er zelfs
niet van bewust dat we ons allerlei gedragsregels hebben eigen gemaakt. Pas als we
geconfronteerd worden met nieuwe situaties merken we dat we allerlei
vanzelfsprekendheden in ons gedrag hebben opgenomen.

Een bijzondere vorm van internaliseren is hospitalisering. Hierbij komen mensen in een
situatie terecht waarin hun gedrag zo door anderen bepaald en geregeld wordt, dat ze zelf
nauwelijks meer enig initiatief kunnen nemen (bijv. in bejaardentehuizen, kloosters etc.)

,Rollen en rollenconflicten
Wanneer we het hebben over een complex van normen en verwachtingen met betrekking tot
het gedrag en de positie van iemand anders, spreken we over een rol. Een rol op zich is iets
onpersoonlijks. Dat betekent dat we zonder de roldrager te kennen toch verwachtingen
hebben over wat hij of zij moet doen.

Extern en intern rollenconflicten
Over de eisen aan de roldrager verschillen de meningen nogal. De verwachtingen kunnen zo
uiteenlopen dat ze moeilijk te combineren zijn. We spreken dan van een rollenconflict; we
maken onderscheid tussen een extern en een intern rollenconflict:
 Bij een extern rollenconflict kan iemand als gevolg van de verschillende posities die
hij tegelijkertijd inneemt, de verschillende verwachtingen die aan hem gesteld worden
moeilijk combineren.
 Bij een intern rollenconflict gaat get om één sociale positie die moeilijk te combineren
is met verschillende verwachtingen die aan iemand gesteld worden.

Het gedrag van een roldrager bij een conflict
Bij elk rollenconflict hangt het gedrag van de roldrager af van:
 De druk (invloed) die anderen van verschillende kanten op hem kunnen uitoefenen
 De kracht van eigen verwachtingen versus wat er leeft in de groep waar de roldrage
deel van uitmaakt.

Institutionalisering
Een gestandaardiseerd patroon van denken en doen in een bepaalde situatie heet een
institutie. Een institutie kan zo gegroeid zijn, duidelijk afgesproken of zelfs in een wet zijn
vastgelegd. Voor het dragen van instituties zijn er bepaalde organisaties: de instanties. Voor
het onderwijs zijn dat scholen, voor het recht is dat de rechterlijke macht, voor ouderschap is
dat het gezin etc.

Instituties kunnen zo ver uitgedacht worden en voor iedereen in de desbetreffende situatie
geldig gemaakt worden, dat ze zelfs in de wet zijn vastgelegd: huwelijk, strafrecht enz.
Instituties kunnen daardoor weliswaar een dringend karakter hebben en onaantastbaar
lijken, maar toch kunnen ze in de loop der tijd veranderen. Het proces waarbij nieuwe
vormen tot instituties worden, noemen we institutionaliseren.

Reïficatie
Het verschijnsel dat sociologische begrippen worden gezien als iets dat op zichzelf en los
van mensen staat, noemen we reïficatie.

Sociale controle
Door sociale controle wordt maatschappelijk samenhang geschapen en worden waarden en
normen aan elkaar overgedragen. Sociale controle is het geheel van reacties om de
waarden en normen te handhaven. In het geval dat de reacties bestaan uit beloningen ter
goedkeuring, ondersteuning of instemming spreken we van positieve sancties. Van
negatieve sancties is sprake wanneer de reacties bestaan uit straffen ter afkeuring.

Er zijn ruwweg 4 manieren om gewenst gedrag te stimuleren:
 De stok om mee te slaan (mensen straffen met bijv. boetes)
 De wortel die het paard krijgt (mensen belonen met bijv. cadeautjes)
 De preek over hoe het hoort (mensen overtuigen van wat het juiste gedrag is)
 De verleiding tot bepaald gedrag



Normen handhaven en overschrijden

,Wanneer normen overtreden worden, kan dat op verschillende manieren worden
beoordeeld:
 Onprettig of onbehoorlijk gedrag. Wanneer we het op deze manier beoordelen
moeten we vaak het gedrag dat als onprettig of onbehoorlijk wordt ervaren
verdragen.
 Onduldbaar gedrag. Hierbij gaat het om norm overschrijdingen die de politie niet zo
makkelijk kan aanpakken, maar die wel om oplossingen van de verantwoordelijke
instantie vragen.
 Onwettig gedrag. Hierbij kan moet niet alleen de instantie maar ook de overheid in
actie komen.

Door internalisering (we voelen uit onszelf dat we ons zo moeten gedragen), formele controle
(de instantie of de overheid ziet toe op ons gedrag) en informele controle (anderen reageren
goedgekeurd of afgekeurd op ons gedrag) worden normen gehandhaafd.

De rationale-keuzetheorie helpt begrijpen waarom mensen over het algemeen geneigd zijn
zich aan normen te houden. In deze theorie wordt het gedrag van mensen gezien als een
afweging van kosten en baten.

, Hoofdstuk 3
Hoe het mensen vergaat, hangt af van de omgeving (de kansen) maar ook van hoe je
daarmee omgaat. Of mensen de mogelijkheden zien en hoe ze die zien, hangt af van je
cultuur, dat wil zeggen van de kennis, ervaringen, opvattingen, normen en waarden die een
groepering met elkaar deelt.

Wat is cultuur?
Cultuur is te omschrijven als het geheel van voorstellingen, opvattingen, kennis, waarden en
normen dat mensen als lid van een samenleving overdragen en verwerven door middel van
leerprocessen. In onze omschrijving van cultuur gaat het om niet-materiële zaken die de
mensen in de loop der tijd ontwikkeld hebben, met andere woorden: om wat ze kunnen.

De cultuur is het resultaat van ervaringen die zij en hun voorouders hebben met het
(over)leven in een gebied. Kinderen in die samenleving moeten deze ervaringen, deze
cultuur, ook weer aanleren. Dit proces wordt enculturatie genoemd.

In een cultuur kunnen tegenstrijdige elementen zitten van bijvoorbeeld enerzijds moderne
technische mogelijkheden en anderzijds verouderde ideeën over die mogelijkheden. Dit
wordt een cultural lag genoemd.

Hoge cultuur en lage cultuur
Hoger cultuur is de cultuur van de klassieken, die speelt in het concertgebouw, het museum,
de stadschouwburg. Voor de sociologie is dit een te beperkte omschrijving, aangezien kunst
slechts een van de cultuuruitingen is.

De beheersing van de culturele competenties die horen bij sociale posities wordt cultural
capital genoemd. Gezonken cultuurgoederen zijn vroegere elitenormen die nu algemeen
aanvaard worden bijv. nette eetgewoonten, privacy, beleefdheidsfrasen. Met de
commercialisering en met de komst van meer communicatiemiddelen is de afstand tussen
hogere en lagere culturen, tussen elitecultuur en massacultuur, kleiner geworden.

Ook het omgekeerde komt voor: normen dringen van beneden door naar boven. Dat wordt
het boerenbonteffect genoemd. Bijvoorbeeld het dragen van tuinbroeken en overalls door
leden van de vrouwenbeweging in de jaren zeventig.

Het civilisatieproces is het proces waarin de westerse samenleving in de loop der eeuwen
meer verfijnde, meer gevarieerde gedragsregels ontwikkelde. De woeste krijgers moesten
beschaafde edelen worden die met hoffelijkheid en diplomatie het land bestuurden. Al die
regels waren nodig om gedragsimpulsen te beheersen. Samenleven betekent immers meer
rekening houden met andere mensen en minder je impulsen te volgen. We hebben dus
moeten leren onze behoeften niet direct te bevredigen.

Doordat we weten hoe we ons moeten gedragen, gaan we steeds soepeler met de regels
om. Dit proces wordt informalisering genoemd. Aan de mate waarin lossere omgang met
regels wordt geaccepteerd, zijn wel grenzen.

Cultuur is minder vanzelfsprekend dan het lijkt
Veel dingen in onze cultuur lijken voor ons zo vanzelfsprekend, dat we eerst met ander
culturen of onze geschiedenis geconfronteerd moeten worden om te beseffen dat iets niet
‘natuurlijk’ is, maar door onze cultuur bepaald. Het cultuur is dus aangeleerd (nurture) en niet
aangeboren (nature).

,Sekseverschillen en genderverschillen
Een van de meest in het oog springende van alle mogelijke verschillen tussen culturen is de
manier waarop er wordt aangekeken tegen mannen en vrouwen. Er zijn natuurlijk
biologische verschillen tussen man en vrouw. Wanneer het verschil tussen de seksen echter
uitsluitend biologisch bepaald zou zijn, dan is het niet te verklaren dat die biologische
verschillen in de ene samenleving zo radicaal anders hebben uitgewerkt dan in de andere.
Om onderscheid te maken tussen de biologische en culturele verschillen tussen mannen en
vrouwen worden de begrippen sekse en gender gebruikt. Sekse refereert aan het
lichamelijke verschil, gender aan de wijze waarop mannelijkheid en vrouwelijkheid cultureel
worden ingevuld.

Volkskarakter en ras
Net zomin als verwachtingen aan mannen en vrouwen alleen biologisch te verklaren zijn, zijn
ook kenmerken van een volkskarakter of een ras niet biologisch of ‘natuurlijk’. Als er
kenmerken of bepaalde eigenschappen passend zijn bij een volkskarakter of ras dan zijn ze
niet iets ‘natuurlijks’ maar hebben ze zich in de loop der tijd op grond van ervaringen
gevormd (bijv. dat zwarte mensen beter kunnen sporten). Het is vaak een maatschappelijk
bepaald verschil dat voortvloeit uit verschillen in leefomstandigheden en maatschappelijke
posities.

Religie en godsdienst
Religie en godsdiensten zijn bijzondere fenomenen. Op een bijzondere manier worden
binnen een godsdienst normen en waarden gekoppeld aan geloofsovertuigingen. Godsdienst
is vanuit de sociologisch perspectief vooral een zeer krachtig cultuurverschijnsel, dat grote
impact op normen en waarden en het sociale leven heeft.

Verschillen tussen culturen
Voor de omschrijving van de Nederlandse cultuur wordt als uitgangspunt de modernisering
gebruikt: de West-Europese overgang van een agrarische naar een (post)industriële
samenleving. De belangrijkste veranderingsprocessen die de cultuur in dat kader heeft
ondergaan, zijn:
 Secularisering: vermindering van de invloed van godsdienst.
 Individualisering: een grotere vrijheid voor personen om zelf beslissingen te nemen
los van groepsbindingen.
 Democratisering: het loskomen van vanzelfsprekende gezagsverhoudingen ten
gunste van gelijkwaardige verhoudingen
 Emancipatie: het veranderen van een patriarchale verhouding naar machtsgelijkheid
tussen man en vrouw in opvoeding, huishouding en maatschappij.

Deze processen sluiten deels aan bij de zes gemeenschappelijke grondwaarden van de
westerse cultuur, voortgekomen vanuit de Griekse, joodse en christelijke cultuur. Het worden
de zes verlichtingswaarden genoemd:
 Geloof in de toekomst
 Gelijkheid
 Rede en redelijkheid
 Universaliteit (waarden zijn universeel)
 Individualiteit
 Rechtvaardigheid

De zes verlichtingswaarden worden gezien als de garantie voor een open samenleving waar
ruimte is voor wetenschappelijk onderzoek, vrijheid van meningsuiting, kritiek op
machthebbers en pluriformiteit in het denken.

Echter ook in Nederland zijn ze omstreden. Ze ondervinden concurrentie van de
tegenwaarden uit de premoderne tijd, die ook nog steeds gelden:

,  Eerbied voor het verleden
 Hiërarchie
 Traditie
 Particularisme (waarden gelden voor de een anders dan voor de ander)
 Collectiviteit
 Privileges
In Nederland geldt ook nationalisme, de liefde voor wat Nederland ‘echt’ is.

Cultuurrelativisme
Zolang mensen niet met een andere cultuur geconfronteerd worden, zullen ze hun eigen
cultuur als vanzelfsprekend beschouwen. Wanneer je andere culturen beschouwt als
gelijkwaardig, respecteren en ze in hun eigen cultuur laten dan spreken we van
cultuurrelativisme.

Onderscheid maken
Identiteit
Als we vragen naar de identiteit van mensen, dan vragen we naar de collectiviteit waar
iemand zich mee verbonden voelt. Een culturele identiteit ontstaat als er een
groepsverbondenheid is gedefinieerd op grond van:
 Gemeenschappelijke waarden en normen
 Gemeenschappelijk verleden
De identiteit die jij jezelf toekent, loopt niet altijd synchroon met de identiteit die anderen jou
toekennen.

Stereotype
We kunnen niet van ieder individu afzonderlijk vaststellen wat we van hem kunnen
verwachten. Daarom werken mensen vaak met stereotiepe beelden van groepen mensen.
Een stereotype is een sterk veralgemeniseerd, versimpeld beeld van een groep mensen.

Vooroordeel
Hoewel stereotypen dus nuttig zijn om complexe samenleving overzichtelijk te maken voor
mensen, hebben ze als nadeel dat ze vaak een eigen leven gaan leiden. Ze krijgen dan het
karakter van een vooroordeel. Van een vooroordeel is sprake als aan het stereotiepe beeld
van een groep een waardering wordt gekoppeld. Het is een sterk positief of negatief oordeel
dat niet of nauwelijks op feiten berust.

Selectieve waarneming
Dat vooroordelen moeilijk te bestrijden zijn komt doordat onze aangeleerde en
‘vanzelfsprekende’ verwachtingen maken dat we selectief waarnemen en dat wat we
waarnemen ook nog eens vertekend wordt. Wat we geen betekenis kunnen geven, zien we
niet. En van wat we zien, pikken we eruit wat we herkennen.

Selectieve waarneming is een vertekende waarneming die wordt verklaard doordat we alleen
die dingen waarnemen die we aan eerdere ervaringen kunnen verbinden.

Zapcultuur
Een van de gevolgen van onze moderne levenswijze, waarin onze wereld niet langer beperkt
is tot het eigen dorp, is dat onze normen en waarden minder vastliggen. Op individueel
niveau blijken mensen heel snel van normen en waarden te kunnen ‘wisselen’ afhankelijk
van de groep of situatie waarin zij zich bevindt. Er wordt dan ook gesproken van een
zapcultuur, omdat de normen en waarden van mensen dezelfde willekeurige wijze tot stand
lijkt te komen als de wijze waarop we tv kijken, namelijk zappend.
Etnocentrisme
Etnocentrisme is onze gewoontes zijn normaal en bij andere culturen gaat het er toch maar
vreemd aan toe.

,Racisme
Onder racisme verstaan we een samenhangend stelsel van negatieve ideeën over een
ander ras of andere rassen. Bij discriminatie gaat het om het handelen op basis van deze
ideeën.

Subculturen
De cultuur van een samenleving is nooit homogeen: tussen groepen zijn grote verschillen in
waarden en normen en ideeën te zien. We spreken van een subcultuur wanneer op
bepaalde punten duidelijk van de dominante cultuur wordt afgeweken.

Een apart soort subcultuur is de contracultuur, die gekenmerkt wordt door protest. Leden van
zo’n groep zetten zich af tegen de dominante cultuur.

Referentiekader
De subculturen waarin wij leven zijn niet ons hele leven constant, die variëren. Wanneer we
een vreemde (sub)cultuur of elementen daarvan overnemen nadat we reeds gevormd zijn in
de eigen (sub)cultuur, wordt dat acculturatie genoemd.

Mensen lopen in hun gedrag en houding vaak vooruit op de rol die behoort bij het
toekomstige lidmaatschap van een bepaalde groep. We spreken dan van anticiperende
socialisatie. In sociologische termen zeggen we dan dat deze mensen veranderen van
referentiekader: dat is het geheel van waarden, normen en overtuigingen op grond van de
leden van een groepering oordelen en handelen.

Een referentiekader ontstaat vanuit collectieve ervaringen van de groep. Dergelijke groepen
waaraan iemand zijn referentiekader ontleent en waaraan hij zijn gedrag en houding spiegelt
noemen we de referentiegroepen.

, Hoofdstuk 5
Zonder andere mensen kunnen kinderen met behulp van zorgzame dieren in leven blijven,
maar ze leren niet zich menselijk te gedragen. Mensen hebben namelijk andere mensen
nodig om op te groeien. We zijn zo afhankelijk van elkaar dat we niet zonder anderen
kunnen. Niet alleen omdat we behoefte hebben aan directe contacten, minstens zo
belangrijk zijn de veel grotere anoniemen verbanden.
Groeperingen
Een groepering is een verzameling mensen die te onderscheiden is van andere mensen. Om
inzicht te krijgen in het sociale gedrag is het belangrijk om bij een verzameling mensen te
weten wat voor soort verzameling het is en onderscheid te maken tussen diverse soorten
groeperingen:
 Groep
 Collectiviteit
 Sociale categorie

Groep
Met groep wordt bedoeld een overzichtelijke groepering waarvan de leden regelmatig,
veelvuldig en intensief interactie met elkaar hebben en in de loop der tijd gezamenlijke
waarden en normen ontwikkelen. Regelmatig met elkaar omgaan schept verwachtingen ten
opzichte van elkaar. Er wordt iets gemeenschappelijks gedeeld, waardoor ook een
saamhorigheidsgevoel ontstaat. Ook al voelen de leden van een groep zich met elkaar
verbonden en steunen zij elkaar, zo’n sterke sociale controle kan ook erg benauwend zijn.
Hierdoor kunnen bijvoorbeeld misstanden (als kindermishandeling) naar buiten toe
afgeschermd worden.

Juridisch bestaat er nog een bijzondere groep, vervat in het begrip criminele vereniging. Een
criminele vereniging is een organisatie die het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Elk
lid is strafbaar. Er moet wel sprake zijn van een zekere structuur, organisatiegraad en
samenwerkingsverbanden op langere termijn.

Collectiviteit
Een collectiviteit is een grote groepering waarvan de leden wel een basis van
gemeenschappelijke waarden hebben, maar geen directe interactie en communicatie met
elkaar onderhouden (bijv. Nederlands televisiepubliek tijdens voetbalkampioenschappen).

Sociale categorie
Een sociale categorie is een groepering mensen die alleen een bepaalde eigenschap
gemeen hebben. Er is geen interactie en communicatie, er hoeven geen
gemeenschappelijke waarden en normen te zijn (bijv. vrouwen in Nederland). De term
doelgroep wordt ook wel gebruikt.

Een categorie die zich rondom een belang organiseert om invloed uit te oefenen wordt
daarmee een collectiviteit. Zo’n collectiviteit noemen we een sociale beweging (vrouwen in
Nederland worden een vrouwenorganisatie).

Andere kenmerken van groeperingen
Binnen elk van de groeperingen kan vervolgens een verfijning worden aangebracht op basis
van andere kenmerken die het gedrag van leden en de cultuur van de verbanden bepalen. Al
die kenmerken kunnen in meer of mindere mate voorkomen bij zowel groepen,
collectiviteiten als sociale categorieën. De belangrijkste kenmerken die inzicht geven in
specifieke organisaties zijn de volgende:
 Onderscheid tussen wij en zij
 Open en gesloten groeperingen

,  Taken of contacten
 Mate van intimiteit
 Formele en informele groeperingen
 Duurzaam of tijdelijk

Onderscheid tussen wij en zij
Het onderscheid tussen wij en zij wordt ook wel de in- en out-groepering genoemd, om aan
te geven dat gaat om wie er wel en wie er niet bij horen.

Open en gesloten groeperingen
Of er sprake is van een open of gesloten groepering, hangt samen met de eisen waaraan
men moet voldoen om er lid van te kunnen worden, hoe open de groepering staat voor wat
er van buiten komt en de mate waarin er behoefte is aan nieuwe leden.

Taken of contacten
Elke groep wordt gekenmerkt door een combinatie van taken en contact, maar de ene groep
zal meer gericht zijn op taken en de andere meer op sociaal contact. In beide groepen zal
ernstige verwaarlozing van de andere component zich evenwel wreken.

Intimiteit (vertrouwelijkheid)
Met het vorige onderscheid gaat samen: een meer intieme (vertrouwelijke) of een meer
zakelijke manier van met elkaar omgaan.

Formele en informele groeperingen
Het onderscheid tussen formele en informele groeperingen geeft aan in welke mate de
verwachtingen aan de leden zijn omschreven, geformaliseerd of geïnstitutionaliseerd.

Duurzaam of tijdelijk
Een groepering kan duurzaam van samenstelling zijn of toevallig. Een duurzame groepering
is bijvoorbeeld een zangkoor en een toevallige groepering is bijvoorbeeld een verzameling
mensen in een winkel

Formele organisaties
Een organisatie is een groep die gericht is op het bereiken van bepaalde doeleinden en
daarvoor een bepaalde positie- en taakverdeling heeft. We spreken van een formele
organisatie wanneer die organisatie duidelijk geformaliseerde procedures heeft. Op de
formele organisatie zijn de volgende kenmerken van toepassing:
 Formeel
 Duurzaam
 Taakgericht
 Zakelijk
 Enigszins gesloten

Doelen van de organisatie en van de leden
De organisatie heeft een doel, maar de leden hebben vaak andere, eigen doelen (ernaast).
In plaats van te spreken van ‘eigen doelen’ naast die van de organisatie kun je beter spreken
van verschillende belangen die de mensen in de diverse posities hebben en die met het
participeren in die organisaties te realiseren zijn.

Informeel netwerk
In formele organisaties verloopt niet alles formeel, naast de officiële communicatielijnen zal
er veelal een informeel netwerk zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolienjellema. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.39. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.39
  • (0)
Add to cart
Added