In dit document staat mijn samenvatting voor het vak Bestuursrecht. Dit vak volg je in jaar 2 blok 2 SJD. Ik heb alle voorgeschreven hoofdstukken samengevat.
Hoofdstuk 1
Het bestuursrecht bevat de regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen
besturen en de regels die de burger nodig heeft om tegen dit besturen te kunnen optreden.
Algemeen bestuursrecht; Awb. Regels over rechtsbescherming, handhaving, delegatie etc.
Doel - meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving, deze systematiseren,
vereenvoudigen en normen coniferen
Bijzonder bestuursrecht; bepaald onderdeel. Vreemdelingenrecht, belastingrecht etc.
Privaatrecht; regelt relatie tussen burgers onderling. Zowel rechtspersoon als natuurlijk
persoon. Bijvoorbeeld een bv.
Publiekrecht; regelt relatie tussen overheden en tussen overheid en burger. Overheid is
machtspersoon (exclusieve bevoegdheid).
- Strafrecht
- Staatsrecht
- Bestuursrecht
Materieel bestuursrecht; rechtsnormen waarin voor burgers en bestuursorganen aanspraken
of verplichtingen zijn opgenomen. Bv Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
voorwaarden omgevingsvergunning.
Formeel bestuursrecht; procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft om tegen het
optreden van de overheid iets te ondernemen. Bv bezwaarschrift
Bronnen:
Internationale recht: EVRM. Art 6 is belangrijk.
Nationaal recht: bestuursrechtelijke wetten in formele zin (vastgesteld door regering en
Staten-Generaal). Bv Gemeentewet en de Grondwet
Lagere wetgeving: gemeentelijke verordeningen, zoals APV
Rechterlijke uitspraken: nieuwe regels in gevormd
Ongeschreven (bestuurs)recht / gewoonterecht: vertrouwensbeginsel - moet je wel rekening
mee houden en kan je op beroepen
Kenmerken
- Legaliteitsbeginsel is van toepassing; bevoegdheid om op te treden is in de wet terug
te vinden.
- De overheid heeft veel macht.
- Instrumenten die de overheid heeft staan in de wet.
- Specialiteitsbeginsel. Overheid behartigt vele algemene belangen. Het specifieke
belang wordt in de wet aangegeven.
De bevoegdheid van de overheid kan alleen worden aangewend voor het specifieke doel
waarvoor die wet is bedoeld. Indien hij zich voor een ander doel aanwendt; détournement de
pouvoir.
Gelede normstelling betekent dat de toepasselijkheid van een rechtsregel niet zomaar in 1
wet is te vinden, maar in een combinatie met elkaar samenhangende regelingen.
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Openbare lichamen:
- Staat
Deze hebben rechtspersoonlijkheid. Bestaan uit bestuursorganen.
Art 6 Gemw; gemeenteraad, burgemeester en college van B&W
Overheid staat gelijk met een natuurlijk persoon (2:5 BW). - overeenkomsten aangaan etc.
Wanneer de overheid privaatrechtelijk handelt, moet zij rekening houden met het feit dat zij
handelt in het algemeen belang.
De overheid die als burger optreedt moet rekening houden met de algemene beginselen van
behoorlijk bestuur.
Tweewegenleer; de leer dat, indien een publiekrechtelijke bevoegdheid bestaat
ook gebruik mag worden gemaakt van een privaatrechtelijke bevoegdheid. →
Windmill-arrest.
Communicatie kan schriftelijk, mondeling en digitaal. Kan ook via gemachtigde.
Awb heeft daar regels voor; 2:1 lid 1 Awb. → laten bijstaan.
Awb kent ook regels voor digitale communicatie. Onderscheid tussen de
elektronische verzending van stukken door het bestuursorgaan en de
elektronische verzending van stukken aan het bestuursorgaan. → 2:14 Awb. Moet
kenbaar hebben gemaakt.
, Hoofdstuk 2
Een bestuursorgaan kan op drie manieren bevoegdheid krijgen; attributie, delegatie en
mandaat
Attributie is het toekennen (het scheppen) van een nieuwe bevoegdheid. Bijvoorbeeld art
147 lid 1 Gemw.
Art 10:22 bepaalt dat voor de nieuwe bevoegdheid het legaliteitsbeginsel geldt.
Bij delegatie draagt een bestuursorgaan zijn bevoegdheid over aan een ander. Dit kan
alleen als het bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt. (10:15 Awb).
Delegans is degene die de bevoegdheid overdraagt. Delegataris is degene die hem krijgt.
De delegans raakt zijn bevoegdheid kwijt.
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (10:14).
Subdelegatie is mogelijk.
Mandaat is de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (10:1).
Het verschil met delegatie is dat er bij mandaat geen bevoegdheden worden overgegeven.
Mandataris is degene die namens de ander bevoegdheid uitoefent. De mandans is degene
die mandaat geeft.
Submandaat is mogelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malou-sjd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.