Samenvatting Anatomie en Fsyiologie - Hoofdstuk 3: Weefsels
28 views 0 purchase
Course
Anatomie en Fysiologie
Institution
Hogeschool Arnhem En Nijmegen (HAN)
Book
Anatomie en fysiologie van de mens
In dit bestand word de bouw en functie van verschillende weefsels beschreven.
Denkende aan: steunweefsel, spierweefsel, bindweefsel, kraakbeenweefsel, botweefsel, enz.
Hoofdstuk 3 Weefsels
Inleiding
Weefsel = een verzameling cellen met dezelfde bouw en gemeenschappelijke functie. Daar horen
ook de extracellulaire stoffen (tussencelstof/matrix) bij die zich rondom de cellen bevinden en
waaraan het weefsel vaak zijn specifieke functie(s) ontleent.
Algemene beschrijving klopt niet altijd: weefsel kan meerdere cellen bevatten of meerdere functies
vervullen.
3.1 epitheel
Epitheel (dekweefsel) = bestaat uit cellen die een aaneengesloten laag vormen (geen tussencelstof)
Vormt overal in lichaam begrenzende deklagen. Epitheelcellen krijgen voeding van het doorbloede
aangrenzende bindweefsel.
Epitheel laag is aan een kant blootgesteld aan omgeving (buitenwereld) en aan andere kant zit
epitheel vast aan een heel dunne elastische laag basaalmembraan = verbindt het epithaal met
onderliggende weefsel (meestal bindweefsel)
Epitheel houdt levenslang vermogen om te delen (komt doordat ze snel afslijten en moeten worden
vervangen)
3 functies van epitheel:
1. Bescherming = zo goed als alle epitheel bied bescherming tegen beschadiging (aantasting
chemische stoffen, tegen binnendringen van ziekteverwekkers en tegen uitdroging).
2. Transportfunctie = bepaald epitheel zorgt ervoor dat stoffen binnenin het lichaam komen (bv
in darmholte, voedingsstoffen en longblaasjes, zuurstof)
3. Secretie (afscheiding) = meestal slijm, waterig vocht. Slijm dient als: plakmiddel (stofjes in
luchtwegen), glijmiddel (darmen & vagina), bescherming tegen uitdroging (luchtwegen) en
bescherming tegen inwerking van enzymen of zuren (maag & urine)
3.1.1 eenlagig epitheel
1 rij epitheelcellen. Kwetsbaar, maar repareert ook weer snel.
Op grond van bouw wordt eenlagig epitheel in vier typen ingedeeld:
1. Eenlagig plaveiselepitheel (plaatepitheel) = bestaat uit relatief platte cellen.
Komt voor in: binnenkleding van hart, bloed- en lymfevaten en de longblaasjes. Doordat het
inwendig ligt wordt het ook aangeduid met endotheel.
Vliezen rond longen, hart en buikorganen bestaan ook uit plaatepitheel, maar wordt ook wel
mesotheel genoemd
2. Kubisch epitheel = cellen zijn even hoog en breed (komt voor in nierbuizen & wand van
klierbuizen)
3. Cilindrisch epitheel = cellen zijn relatief hoog en bevatten veel organellen (door
secretiefunctie). Komt voor in: binnenbekleding van de darm (dunne darm aan binnenkant
hebben de epitheelcellen een groot aantal microville, deze zorgen voor enorme
oppervlaktevergroting), de galblaas en de baarmoeder.
4. Trilhaarepitheel = hoge cellen en zijn aan kant van holte bedekt met cilia (trilharen). Deze
kunnen met een krachtige slag een kant op bewegen en nemen erna oude vorm weer aan.
Tussen epitheelcellen zitten slijmcellen (continue produceren ze slijm)
Komt voor in: binnenbekleding van luchtwegen (wegwapperen stofjes en vuiltjes) en in
eileiders (voortbewegen eicel)
, 3.1.2 meerlagig epitheel
Opgebouwd uit enkele tot vele lagen epitheelcellen. Onderste lagen kubisch of cilindrisch. Schuiven
voortdurend nieuwe cellen naar de boven lagen toe (worden steeds verder afgeplat). Meer
oppervlakkig gelegen lagen hebben slijtfunctie.
3 typen meerlagig epitheel:
1. Verhoornend plaveiselepitheel : dieper gelegen cellen hiervan zijn kubisch. Aan
basaalmembraan grenzende laag cellen delen zich continu, gedeelte van dochter cellen
schuiven naar oppervlak. Cellen worden platter naarmate dichter bij oppervlak.
Bovendien verhoornen ze, waardoor ze doodgaan. Ontstaat een verhoornde buitenste laag
die ondoordringbaar is voor water en bescherming van buitenaf.
Je vindt het in de opperhuid.
2. niet verhoornend plaveiselepitheel : zelfde bouw als verhoornend plaveiselepitheel, maar
geen verhoorning in de buitenste laag cellen. Belangrijke functie is bescherming tegen
beschadiging van buitenaf. Meestal zitten er veel slijmcellen tussen de epitheelcellen
(spreekt dan van slijmvlies).
Treft het aan in onder andere bedekking van mondholte en vagina
3. overgangsepitheel : bestaat uit enkele lagen kubische of bolvormige cellen (kunnen van
vorm veranderen zonder beschadigd te raken). Uitgerekte vorm zijn cellen platgetrokken.
Belangrijkste functie hiervan is elasticiteit, waardoor er bij rek geen spleten ontstaan.
Komt voor in: urineblaas is ermee bedekt.
3.1.3 klierepitheel
Bepaalde epitheelcellen kunnen tijdens de embryonale ontwikkeling tot klierweefsel differentiëren,
heeft alleen secretiefunctie. Productiecapaciteit van klierweefsel is groter dan andere
epitheelsoorten. Het is op veel plaatsen in het lichaam geconcentreerd tot aparte organen: de
klieren. Regulatie van klieractiviteit gebeurd door zenuwstelsel of door hormonen. Klieren halen
stoffen uit bloedvaten (epitheel is zelf niet doorbloed, klieren liggen dieper verzonken in goed
doorbloed weefsel (name bindweefsel)
Klieren worden verdeeld in exocriene en endocriene klieren (ligt aan plaats waar klieren hun product
afgeven)
1) exocriene klieren : geven product aan externe milieu af (door afvoerbuis). Dit soort afgifte
wordt externe secretie genoemd.
Voorbeelden: zweetklieren, borstklieren, darmsapklieren en speekselklieren.
Sommige klieren zijn buisvormige en sommige trosvormig.
2) Endocriene klieren : geen afvoerbuis, geven product rechtstreeks aan bloed af. Dit proces
heet interne secretie. De afscheidsproducten van endocriene klieren zijn altijd hormonen.
3.2 steunweefsel
Verzamelnaam voor weefsels die een verbindende, steunende of verzorgende functie hebben. Geeft
steun aan lichaam, beschermt de organen en bepaalt hun vorm en onderlinge beweeglijkheid.
Bestaat uit gespecialiseerde cellen die omgeven zijn door geen kenmerkende tussencelstof (matrix).
Steunweefselcellen liggen vrij van elkaar of verbonden dia dunne celuitlopers. Functie wordt
grotendeels bepaald door samenstelling van matrix: vloeibaar matrix (bloed) of heel compact (bot)
Steunweefsels zijn: bindweefsel, kraakbotweefsel, botweefsel en vloeibaar steunweeflsel (bloed en
lymfe)
3.2.1 bindweefsel
Veel plaatsen in lichaam te vinden en bevat meerdere functie. Bestaat uit: losliggende cellen,
omgeven door de bindweefselmatrix. Matrix = een geleiachtige substantie waarin zich verschillende
typen eiwitvezels bevinden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yaar00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.37. You're not tied to anything after your purchase.