100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
80 oefenvragen met antwoorden psychologie $8.35   Add to cart

Other

80 oefenvragen met antwoorden psychologie

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Tachtig oefenvragen van het boek 'Praktische psychologie voor sociaal werk' met antwoorden op de laatste pagina zodat je jezelf kan controleren.

Preview 2 out of 13  pages

  • October 7, 2024
  • 13
  • 2023/2024
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
80 oefenvragen psychologie Sociaal Work leerjaar 1

1. Wat betekent congruentie in de context van communicatie?
A) Wanneer de verbale en non-verbale boodschap niet overeenkomen
B) Wanneer de verbale en non-verbale boodschap overeenkomen
C) Wanneer men geen gebruik maakt van lichaamstaal
D) Wanneer de boodschap contradicties bevat

2. Wat is een kenmerk van de sociale zone in persoonlijke ruimtes?
A) 0-45 cm
B) 45-120 cm
C) 120-360 cm
D) Groter dan 360 cm

3. Wat houdt dehumanisering in?
A) Het ontkennen van menselijke emoties
B) Het als minder menselijk beschouwen van mensen
C) Het bevorderen van menselijke relaties
D) Het benadrukken van iemands capaciteiten

4. Wat beschrijft de tweefactortheorie van emotie volgens Schachter en
Singer?
A) Emoties ontstaan altijd door een enkele factor
B) Verschillende emoties kunnen ontstaan uit dezelfde lichamelijke sensaties
C) Emoties worden alleen cognitief bepaald
D) Emoties zijn een product van aangeboren instincten

5. Wat is een voorbeeld van een primaire emotie?
A) Hoop
B) Trots
C) Woede
D) Jaloezie

6. Welke theorie wordt geassocieerd met de basisbehoeften
verbondenheid, competentie en autonomie?
A) Maslow's behoeftenhiërarchie
B) Zelfdeterminatietheorie
C) Theorie van cognitieve dissonantie
D) Theorie van Erikson

7. Wat is tegenoverdracht in de context van een hulpverleningsrelatie?
A) Rationele gevoelens van de hulpverlener naar de cliënt
B) Iets projecteren op de ander zonder emotionele betrokkenheid
C) Irrationele gevoelens van de therapeut naar de cliënt
D) Het afwijzen van de gevoelens van de cliënt

8. Wat wordt bedoeld met het begrip ‘holding’ in de hulpverlening?
A) Het stoppen van een therapiesessie
B) Het bieden van veiligheid door verankering in het hier-en-nu
C) Het beperken van de cliënt in zijn/haar vrijheid
D) Het handhaven van een afstandelijke houding

, 9. Welke opvoedingsstijl is gekenmerkt door veel regels en weinig
warmte?
A) Permissieve opvoeding
B) Autoritatieve opvoeding
C) Autoritaire opvoeding
D) Verwaarlozende opvoeding

10. Wat is een voorbeeld van een veilige hechtingsstijl bij een kind?
A) Het kind vermijdt contact met de opvoeder
B) Het kind zoekt contact bij de terugkomst van de ouder
C) Het kind reageert boos en ambivalent op de ouder
D) Het kind vertoont geen reactie bij terugkomst van de ouder

11. Welke fase hoort volgens Erikson bij de peuterleeftijd (1,5-3 jaar)?
A) Autonomie versus schaamte en twijfel
B) Vertrouwen versus wantrouwen
C) Identiteit versus rolverwarring
D) Initiatief versus schuldgevoel

12. Welke cognitieve fout is kenmerkend voor ‘zwart-wit denken’?
A) Gedachtelezen
B) Alles in uitersten trekken
C) Positieve kwaliteiten overdrijven
D) Het focussen op één negatief detail

13. Wat is een kenmerk van de formeel-operationele fase volgens
Piaget?
A) Kinderen leren symbolisch denken
B) Kinderen ontwikkelen abstract logisch redeneren
C) Kinderen vertonen alleen reflexen
D) Kinderen kunnen nog geen perspectief nemen

14. Wat houdt interne attributie in?
A) Het zoeken naar verklaringen buiten de persoon
B) Het leggen van de oorzaak bij de situatie
C) Het toeschrijven van de oorzaak aan de persoon zelf
D) Het erkennen van de invloed van de omgeving

15. Wat betekent de term ‘externaliseren’?
A) Het oplossen van interne conflicten
B) Het focussen op wat anderen verkeerd doen
C) Het richten op persoonlijke groei
D) Het accepteren van eigen fouten

16. Wat wordt bedoeld met ‘cognitieve dissonantie’?
A) Het vermogen om emoties te reguleren
B) Een toestand van interne spanning door tegenstrijdige opvattingen
C) Een staat van volledige overeenstemming met jezelf
D) Het volledig vermijden van conflicten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabethbreeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82265 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.35
  • (0)
  Add to cart