Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Samenvatting alle historische contexten VWO voor eindexamen t/m 2027. Overzichtelijk samengevat met opsommingen en dikgedrukte officiële begrippen die geleerd moeten worden.
2 Steden en burgers in de Lage Landen 1050-1700
2.1
In de Late Middeleeuwen veranderde er veel in Europa. Geleidelijk kwam er meer veiligheid, hogere
landbouwopbrengsten (door o.a. de ploeg en het drieslagstelsel) en (grotere) steden en vrije burgers.
Ook ontstond er een monetaire (geld) economie, hierdoor konden de machtigere vorsten meer en
vaker belasting vragen, tevens verzwakte de positie van de adel. Burgers in de steden werden
hierdoor veel vrijer dan de horigen op het platteland, daarom gingen veel horigen naar de stad. Zij
kregen na ongeveer 1 jaar in de stad burgerrechten.
De steden hebben een marktfunctie, mede hierdoor ontstaat er werk en nijverheid (van grondstof
naar eindproduct). Ook krijgen steden stadsrechten, dit zijn economische en politieke rechten.
Daarnaast ontstond er samenwerking tussen handelssteden (bijv. Hanze) en handelsregio's en
samenwerking binnen handelssteden (gilde, beroepsgroep).
Je had 2 verschillende soorten burgers: (aspirant-)poorters; burgers en patriciërs; de rijkste burgers.
Steden waren vrijer maar de omstandigheden waren ook zwaar, er was grote concurrentie tussen
steden en in de steden zelf tussen de inwoners en ook was er een hoog sterftecijfer (migratie nodig).
De Nederlanden waren verdeeld in vele kleine 'landjes', vooral in het zuiden ontstonden veel steden.
De adel is niet geheel buitenspel want op het platteland is deze nog steeds dominant, daarnaast
bleef de adel aanzien houden en binnen de steden ging de adel samenwerken met rijke kooplieden.
Vlaanderen werd een belangrijk gebied in Europa, dit kwam doordat het een gunstige geografische
ligging had (zee, rivieren), er was veel samenwerking tussen steden en daarnaast kregen ze nog
bescherming van de landsheren, hoge edelen, geestelijken en stadsbestuurders.
2.2
Atrecht: Atrecht werd aan het begin een belangrijke stad in Europa. Er was in en rond Atrecht een
hoge landbouwproductiviteit en schapenhouderij (centrale plaats lakennijverheid), ook was Atrecht
aangesloten op een handelsnetwerk van jaarmarkten van Italië en Frankrijk en waren er in Atrecht
vele rijke kooplieden (die zich organiseerde in koopliedengilden voor versterking van hun positie en
leningen verstrekten aan edelen om het stadsbestuur in handen te krijgen).
Brugge: Later werd Brugge een belangrijke stad, het werd het centrum van de nijverheid. Brugge had
een goede aansluiting met de Hanzesteden via de Noordzee en Zuid-Europa.
Guldensporenslag (1302)
Vlaanderen is een graafschap van de Franse koning. Frankrijk wil Vlaanderen bij Frankrijk voegen en
krijgt steun van de patriciërs. Daartegenover is het gemeen, de ambachtslieden, boeren en adel, zij
willen dat Vlaanderen los blijft. In 1302 winnen de Vlamingen een slag tegen het Franse ridderleger.
Dit is het bewijs volgens de Vlamingen dat gewone mensen opgewassen zijn tegen de feodale heren
en patriciërs. De naam ontstond omdat na de slag overal de sporen (hulpmiddel bij rijden van een
paard) lagen van de Franse adel.
MMHL
,Rond 1300 vormen Vlaanderen en Brabant het economisch zwaartepunt in de Nederlanden. Door de
innovatie en schaalvergroting versterkt de eigen stad en het gehele netwerk. Er waren een aantal
belangrijke steden:
● Brugge: handelscentrum, veel innovatie (banken (wisselbrief) en hierdoor eerste
koopmansbeurs) maar verliest na de 14e eeuw terrein aan Antwerpen en Amsterdam.
● Antwerpen: goede verbinding met de zee en het achterland van Europa, profiteert in de 16e
eeuw van de handel met koloniën van Spanje en Portugal maar verliest terrein door de
Opstand.
● Amsterdam: specialisatie in graanhandel met oostzeegebied (=moedernegotie) en is door
Opstand belangrijkste stad in Nederlanden geworden (mede door migratie uit Vlaanderen).
Binnen de steden verliest de geestelijkheid macht ten opzichte van stedelijke burgerij en
(gedeeltelijk) de taken als sociale zorg en onderwijs. De geestelijkheid probeert weer aansluiting met
de stedelingen te krijgen door:
- de moderne devotie: nadruk op individuele geloofsbelevenis
- bedelorden: geestelijken die er verbleven om te focussen op God
- begijnhoven: verzameling woningen waar lekenzusters woonden (vrijer dan klooster)
De stedelijke burgerij ging ideeën vormen over bonum commune: het algemeen belang van de
stedelingen. Hierbij was de stedelijke burgerij voor het particularisme: stedelingen wilden gebruiken
en beleid blijven bepalen dat in hun belang was en verzette zich tegen de centralisatie van de
(oprukkende) Bourgondiërs.
particularisme ↔ centralisatie
2.3
Bourgondië
Bourgondië was een hertogdom in Frankrijk. Door erfenissen en familiebanden kwamen in de loop
van de tijd de Nederlandse gewesten allemaal in handen van de Bourgondiërs en werden
gecentraliseerd door gezamenlijk beleid en wetten. In 1477 ging de laatste hertog dood, verdwijnt
Bourgondië en gingen de Nederlanden naar de Habsburgers.
De Habsburgers zetten de centralisatiepolitiek voort en beginnen met godsdienstvervolgingen (mede
door opkomst lutheranisme en calvinisme). In 1555 deed Karel V afstand van de troon en werd het
rijk opgedeeld in Spaanse en Oostenrijkse Habsburgers, Nederland ging vallen onder Spaanse
bestuur.
De strenge godsdienstpolitiek leidt uiteindelijk tot de Nederlandse opstand. In april 1566 bood een
groep lage edelen de landvoogdes Margaretha van Parma een smeekschrift aan met verzoek om de
kettervervolging tijdelijk te stoppen. Margaretha gaat hier op in, hierdoor gaan calvinisten zich meer
openbaar uiten, onder andere in de vorm van de hagenpreken, dit leidt tot de Beeldenstorm.
In 1567 werd de Hertog van Alva door Filips II gestuurd naar de Nederlanden. Alva voert een streng
beleid en veel mensen, waaronder Willem van Oranje, vluchten. In 1568 begint de Opstand als
Willem van Oranje vanuit Duitsland aanvalt.
MMHL
, De val van Antwerpen
In 1585 heroverde Spanje Antwerpen. Als reactie hierop wordt de Schelde door de opstandelingen
afgesloten. Hierdoor verliest Antwerpen vanaf 1585 haar functie als stapelmarkt. Ook vluchten vele
protestantse kooplieden naar de noordelijke Nederlanden, zij nemen kennis, kapitaal en vooral ook
contacten mee. Hiermee wordt Amsterdam de belangrijkste stad.
5 fases van de stichting van de Republiek der Verenigde Nederlanden
1. De noordelijke gewesten sluiten de Unie van Utrecht in 1579.
2. Filips II verklaart Willem van Oranje in 1580 vogelvrij, hij wordt vermoord in 1584.
3. In 1581 keren de opstandige Nederlanders zich officieel tegen Filips II en zetten hem af
(Plakkaat van Verlatinghe).
4. Er werd geen nieuwe vorst gevonden en dus werd de Republiek opgericht in 1588. Er komt
wel een stadhouder met landelijke politieke macht en hij voert de strijdmachten aan.
5. In 1648 wordt de Republiek erkend na het Verdrag van Munster.
In 1602 wordt de VOC opgericht die een belangrijke rol gaat spelen bij de ontwikkeling van de
Republiek als handelsgrootmacht.
2.4
De 17e eeuw was voor de Republiek een Gouden Eeuw maar de Opstand was pas afgelopen in 1648,
tot die tijd stond de economie in dienst van de oorlog (oorlogseconomie). Regenten, meestal leden
van rijke koopmansfamilies, waren hierbij goede bondgenoten van de Stadhouder. Zij konden de
oorlog bekostigen (door handelsinkomsten) en konden de Spaanse handelspositie verzwakken.
Andere belangrijke voorwaarden voor welvaart volgens de regenten waren:
● economische samenwerking tussen de handelaren
● innovatie
● particularisme van de steden en gewesten
● burgers gewetensvrijheid garanderen, 2 voorbeelden:
○ internationale wetenschappers vestigden zich in de Republiek
○ veel boeken werden in de Republiek gedrukt
● de stadhouder wilde meer eenheid en aanzien maar moest de vrijheden van burgers
respecteren
De Republiek wordt economisch en politiek een wereldmacht, hierbij speelde ook de onrust in
omringende landen een rol: In Duitsland was de Dertigjarige oorlog en in Engeland en Frankrijk was
veel binnenlandse onrust, deze landen konden zich hierdoor niet focussen op de handel.
Door de rijkdom van de Republiek kwam er een grote toestroom van arbeidsmigranten. Steden,
vooral in de zeegewesten, groeiden explosief en in Holland en Utrecht werden steden verbonden
door openbaar vervoer. Amsterdam was de sterkste stad in de Nederlanden (al vanaf 1585). Hierbij
had Amsterdam een stapelmarktfunctie en richtte een eigen koopmansbeurs (Amsterdamse Beurs)
op. Door deze rijkdom hadden burgers in Amsterdam een relatief hoge sociale mobiliteit en konden
zij investeren in nieuwe innovaties (vb: molens, nieuwe gewassen, stadspaleizen, kunst etc.).
MMHL
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller matlam1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.95. You're not tied to anything after your purchase.