Heb jij geen zin om al je bloed, zweet en tranen te stoppen in het lezen en samenvatten van de artikelen van Klinische Lessen dit jaar? Geen zorgen, ik heb het al voor je gedaan... Heb alles zelf geschreven, dus als iets niet helemaal duidelijk is, stel gerust een vraag! Veel leerplezier XD
Samenvatting artikelen Klinische Lessen academisch leerjaar 2024-2025
Week 1
College 1: introductie DSM
Artikel 1: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders-5 (DSM-5) (Ma, 2020)
Dit artikel gaat over de veranderingen in de DMS-5.
DSM-5 is een uitgebreide gids voor de classificatie en diagnose van psychische
stoornissen, gebruikt door professionals in de geestelijke gezondheidszorg wereldwijd
als officieel categorisatiesysteem om relatief betrouwbaar en valide stoornissen te
diagnosticeren.
Deze editie introduceert veranderingen in de classificatie van stoornissen, zoals het
samenvoegen van sommige stoornissen en het toevoegen van nieuwe categorieën,
zoals autismespectrumstoornissen en verslavingsstoornissen.
De DSM-5 legt meer nadruk op een dimensionale benadering, waarbij symptomen op
een spectrum worden beoordeeld in plaats van als "aanwezig" of "afwezig".
Het handboek biedt diagnostische criteria, maar wordt ook bekritiseerd voor mogelijke
overdiagnose en de invloed van culturele factoren op psychische aandoeningen.
Geschiedenis DSM:
DSM-I: stoornissen werden ingedeeld in organische breinsyndromen of in functionele
stoornissen.
DSM-II: breidde de diagnostische categorieën uit met een shift van de focus van
inpatient naar outpatient mental health environments.
DSM-III: gebruikte als eerste een multiaxial categorisch systeem (met 5 assen!) ipv
hierarchisch. Brief reactive psychosis bestond alleen in DSM-III.
o As 1: Presentation description (?) / klinische stoornissen behalve
persoonlijkheid en retardatie.
o As 2: persoonlijkheidsstoornissen en verstandelijke beperkingen
o As 3: Medische aandoeningen gerelateerd aan de psychiatrische presentatie
o As 4: Psychosociale stressoren in de omgeving
o As 5: Beoordeling van het functioneren in het afgelopen jaar
Focus lag op medicatie ipv therapie.
DSM-IV: criteria voor een stoornis werd strenger. Minder mensen hebben daardoor
stoornis, risico op onderdiagnose.
1
, DSM-V: lijkt met categorisch classificatiesysteem erg op DSM-IV-TR: verdeelde de
verschillende mentale stoornissen in verschillende typen gebaseerd op sets van criteria
met specifieke beschrijvende eigenschappen. Omdat binnen een stoornis er
heterogeniteit is van symptomen, en tussen stoornissen homogeniteit, is besloten een
dimensioneel model te maken voor sommige categorieën (zodat homogeniteit van
symptomen tussen stoornissen beter begrepen kan worden): substance use disorder,
major depressive disorder, psychoses, anxiety disorders, developmental
psychopathology, and personality disorders.
o DSM-5 heeft geen 5 assen meer zoals de DSM-3.
Dimensies en aanpassingen in stoornissen:
Neurocognitieve stoornissen:
o DSM-5 verving DSM-IV’s ‘delirium, dementia, amnestic, and other geriatric
disorders’ voor ‘major neurocognitive disorders’, bestaand uit de clusters
delirium, milde neurocognitieve stoornis en major neurocognitieve stoornis.
o Het diagnostisch proces is gebaseerd op klinische kenmerken en biomarkers
om de oorzaak en ernst van de stoornis te bepalen.
o De DSM-5 introduceerde zes cognitieve domeinen van functioneren: complexe
aandacht, executief functioneren, leren en geheugen, taal, perceptueel-
motorische functies en sociale cognitie, met extra aandacht voor sociaal
ongepast gedrag, dat eerder breder als persoonlijkheidsverandering werd
geclassificeerd.
o Cognitieve beperkingen in de verschillende domeinen worden beoordeeld,
bijvoorbeeld op executief functioneren, en geheugenverlies (dat eigenlijk
vooral bij Alzheimer paste en niet bij andere soorten dementie) is niet meer de
belangrijkste factor voor de diagnose van een neurocognitieve stoornis.
o Ook meer een continuüm!
Schizofrenie spectrum en andere psychotische stoornissen: de DSM-5 bevat geen
leeftijd gerelateerde criteria of specificaties voor een betere diagnose van schizofrenie.
DSM-5 zegt ook dat er te weinig onderzoek is gedaan naar verschil tussen early-/-late
onset.
Depressieve stoornis:
o Er is nu een scheiding tussen unipolaire en bipolaire affectieve stoornissen.
2
, o Het ‘bereavement exclusie criterion’ is eruit gehaald, wat betekent dat je nu de
diagnose MDD kan krijgen na het verlies van een dierbare, aangezien dat een
trigger kan zijn voor een MDD episode.
o ‘hopelessness’ is toegevoegd aan de beschrijving van een depressieve
stemming, omdat depressie bij ouderen vaak voorkomt zonder een
‘depressieve’ stemming te hebben (ze zijn vaak apathisch, geïrriteerd etc.), kan
dit een diagnose vergemakkelijken.
o 2 specifiers zijn toegevoegd aan MDD en BD: ‘with anxious distress’ (voor
oude mensen) en ‘with mixed features’ (om overlap tussen depressieve en
bipolaire symptomen vast te leggen).
o Psychotische specifier is weggehaald, omdat die werd gebruikt om de ernst van
MDD te bepalen bij ouderen, maar het was geen aangever voor de ernst.
Bipolaire en gerelateerde stoornissen:
o Bipolaire en depressieve stoornissen zijn gescheiden.
o Een nieuwe eis is "abnormale en aanhoudend verhoogde doelgerichte activiteit
of energie" voor de diagnose van manie of hypomanie. Dit kenmerk moet
voorzichtig worden beoordeeld bij ouderen, omdat medische aandoeningen en
fysieke beperkingen de symptomen kunnen beïnvloeden.
o De uitsluiting van door antidepressiva veroorzaakte stemmingsveranderingen
niet langer van toepassing voor de diagnose van bipolaire I- en II-stoornissen,
wat invloed kan hebben op diagnose en behandeling, vooral door het
toenemende gebruik van stemmingsstabilisatoren en de uitdagingen in
langetermijnmedicatiebeheer.
Suïcidale gedragsstoornis: staat in de DSM-5 op voorwaarde dat hij verder wordt
onderzocht. Suïcide rate is hoger in ouderen dan in jongeren.
Angststoornissen: oudere mensen beschrijven hun symptomen meer als somatische
klachten (of ook bijvoorbeeld hoarden, of erg bang zijn te vallen) dan als klinische
angst. De DSM-5 heeft veel limitaties voor de diagnose van angststoornissen in
ouderen. Verschillende symptomen op verschillende leeftijden zou meegenomen
moeten worden.
Obsessieve compulsieve en gerelateerde stoornissen:
o Is nu losgekoppeld van de angststoornissen.
3
, o Nieuwe specifier: ‘absent insight / delusional’ ook weer vooral voor
ouderen, omdat die een andere klinische presentatie.
o Hoarding disorder is toegevoegd.
Trauma- en stressor-gerelateerde stoornissen:
o Is nu losgekoppeld van angststoornissen.
o Adjustment stoornissen vallen onder dit kopje.
o DSM-5 probeert normale en abnormale stressresponsen uit elkaar te halen, wat
adjustment disorder beter operationaliseert.
Slaap-waak stoornissen
o Primaire en secundaire insomnia zijn gecombineerd tot insomnia disorder.
o Narcolepsie, REM-slaapgedragsstoornis en rustelozebenensyndroom worden
nu gezien als onafhankelijke stoornissen met elk hun eigen diagnostische
criteria.
o De slaapstoornissen gerelateerd aan ademhaling zijn onderverdeeld in drie
subtypes: obstructieve slaapapneu/hypopneu, centrale slaapapneu en
slaapgerelateerde hypoventilatie.
Elk hoofdstuk van DSM-5 had een kind tot volwassen ontwikkeling en levensloop
perspectief. Belangrijk want leeftijd kan de klinische presentatie veranderen.
Weten van dit artikel:
Week 2:
College 3: gehechtheid
Artikel 2: Becoming Babywatchers: An Attachment-Based Video Intervention in a
Community Mental Health Center (Friedman et al., 2012).
CFC: chances for children: evidenced-based attachment-focused video voor caregivers en
baby’s, met als doel moeders begrip van haar kinds behoeften te vergoten, zodat opvoeding
vaardigheden omhoog gaan. De CFC is al bewezen effectief in adolescente moeders. In dit
onderzoek kijken ze naar de risicogroepdyads (caregiver met stoornis bijvoorbeeld,
[depressie/ADHD/ of met trauma etc.]) en hun baby’s. Het doel was om het aantal positieve
interacties in het dyad te vergroten, en het aantal negatieve interacties te verkleinen. CFC
zorgde er ook voor dat de mentale toestanden van de moeder ge-identificeert en behandeld
konden worden en om te meten en in te grijpen als babies vroege signalen van verstoorde
ontwikkeling laten zien.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller radijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.