samenvatting ethische en rechtsfilosofische stromi
ugent ethische en rechtsfilosofische stromingen
sv ethische en rechtsfilosofische stromingen
Written for
Universiteit Gent (UGent)
Bachelor in de Rechten
Ethische en rechtsfilosofische stromingen
All documents for this subject (14)
Seller
Follow
Anoniem12345678
Reviews received
Content preview
lOMoARcPSD|11439016
HOOFDSTUK 1 – DE KLASSIEKE RECHTVAARDIGINGSTOETS (p. 11-41) 1 –
NORMATIEVE PROBLEMEN: ENKELE SCHIJNBARE OPLOSSINGEN
− filosofie of wijsbegeerte (‘moeder van alle kennis’)
worden niet behandeld: metafysica (Wat bestaat er allemaal in dit universum?), esthetica (Wanneer is iets mooi
of lelijk?), kennisleer (Wanneer is iets goede kennis? Bv. Fake news), …
WEL: ‘normatieve disciplines’: zoeken naar oplossingen voor normatieve problemen (gaan over de vraag of een
bepaalde regel, handeling, … toegelaten, verplicht of verboden moet worden) (mogen, moeten, niet mogen)
➢ moraalfilosofie of ethiek (Wat is een goed mens?)
- bv. Mogen dove ouders voor een doof kind kiezen? (velen vinden dit raar: Waarom zou je kiezen voor een
‘gehandicapt kind’?)
➢ rechtsfilosofie en recht (Wat houdt rechtvaardige wetgeving precies in? Wat zijn goede wetten?) - Bv.
Mogen zware criminelen na een derde van de straf vrijgelaten worden?
• case Kitty van Nieuwenhuizen => vervroegd vrijgelaten ex Wet Lejeune onder bepaalde voorwaarden -
Bv.: Mag je reclames voor sugardaddies verbieden?
➢ politieke filosofie en politiek (Wat is een goede samenleving?)
- Bv. Moet het kindergeld afhangen van het inkomen? (velen vinden dit raar: Is dit wel fair? Moet dit niet
herverdeeld worden?)
Problemen die je dagelijks in de kranten leest + iedereen heeft er een mening over!
− 2 soorten van normatieve problemen
a) gerelateerde problemen: sociale rollen en natuurlijke determinanten (bv. afstand, plaats, tijd, toeval, …) zijn
bepalend voor de oplossing van het probleem ➢ nood aan bijkomende informatie!
➢ bv. Mag een politicus de verkeerswet overtreden? Mag een arts zijn beroepsgeheim doorbreken?
b) ongerelateerde problemen: sociale rollen en natuurlijke determinanten zijn irrelevant voor de oplossing ➢
hebben betrekking op iedereen (ongeacht de sociale rol of natuurlijke determinanten) ➢ bv. Mag abortus?
Mag ik een wapen dragen? Mag je gevangenen folteren?
− normatieve problemen los je op aan de hand van de ratio => beredeneerde oplossingen, transparante argumenten, je
staat open voor kritiek, weerleggen van bezwaren tegen jouw visie, … ➔ = je vermijdt onberedeneerde oplossingen:
beroep op geloof, emotie of feitelijke toestand
1) Geloof – “Wil van God”
bepaalde handelingen, … zijn goed of slecht omdat God het zo (niet) wil” => aanvaardbaar voor gelovigen
MAAR …
➢ geen overtuigingskracht voor andersgelovigen
➢ leidt vaak tot misbruik van geloof in ethische kwesties
➢ leidt tot dilemma van Euthyphro => uit Dialogen van Plato (427-347 v.C. = 4 e E v.C.) (Socr. => Pl. => Ar.)
- discussie tussen Socrates en Euthyphro over hoe men het morele kan verantwoorden
- Euthyphro is zeer gelovig, zeer zedig, gewetensgetrouwe persoon: kan niet meer accepteren dat zijn
vader de hele tijd slaven afslachtte (OPM: Plato had niks tegen slavernij op zich …)
- Euthyphro geeft zijn eigen vader aan wegens moord => was not done! “Bonus pater familias”
- Euthyphro vindt zijn aanklacht vroom, “want de goden willen het zo”
- Algemene opvatting: “moreel verantwoord verdrag = wat de goden ons bevelen” DILEMMA VAN
EUTHYPHRO
Gods redenen zijn onbekend Gods redenen zijn bekend
‘louter omdat God het zo wil’ Hij vindt iets omdat er externe redenen gekend zijn (bv. het
God weet zelf niet waarom hij iets niet verbiedt of intrinsiek goede karakter van een daad) die duidelijk maken
toelaat (bv. even goed plicht tot stelen) dat iets moreel goed is
DUS God is willekeurig DUS God is overbodig: kunnen ons gedrag beter
laten leiden door redenen die onafhankelijk zijn van
, lOMoARcPSD|11439016
God
DUS we laten ons beter leiden door redenen onafhankelijk van God
- “filosofie als een voetnoot bij het oeuvre van Plato”
2) Emoties – Instincten – Intuïties – Buikgevoelens
bv. kat uit een boom redden, bv. Orgaantransplantatie door ouders aan kinderen, … normatieve oplossingen
vaak door emoties gestuurd => probleem!
+ : we treden meer in actie tegen onrecht en voor rechtvaardigheid
- : morele gevoelens kunnen uitmonden in onbeheersbare immorele toestanden bv. wraak, vergelding, … – bv. Je
suis un voleur (Charleroi, 2008) (eigenrichting heeft men liever niet)
- : emoties zijn niet helder => geven geen duidelijk antwoord! vooral bij nieuwe maatschappelijke controverses
- : haken af als betrouwbare gidsen
je kan niet af van het belang van de rationele motivering! ➔ Motivering vereist een rationele aanpak
➢ Democratie vraagt rechtvaardiging (bv. Voor handelingen door de wetgevende macht) ➢
Verlichting (eind 18e E)
➢ zie bv. art. 149 Gw.: motiveringsverplichting => inzicht in hoe een rechter tot een beslissing komt
(enkel bij het Hof van Assisen is dit niet voldoende uitgewerkt: geen volledige
motiveringsverplichting)
3) Feitelijke toestand
OPM: feiten zijn wel belangrijk in zoeken naar oplossingen voor normatieve kwesties => op basis van je kennis
(liefst wetenschappelijk onderbouwd)
MAAR niet ongehoord verwijzen naar feitelijke toestand
➢ normatieve oplossing mag zich niet bezondigen aan naturalistische drogreden, naturalistic fallacy < Schotse
filosoof David Hume
- uit feiten trek je normatieve lessen => Je leidt af uit wat is bv. “Omdat iets is, moet het ook zo zijn” -
Zaken die met het “zijn” te maken hebben, gaat men interpreteren met het “moeten”
- bv. theaterstuk over terroristisch bloedbad in Toulouse wordt verboden want ‘begrijpen is begrip
opbrengen’ (comprendre c’est pardonner) => FOUTE redenering!
- bv. “het is zo dus het zal zo moeten zijn” => ethische stelling bewijzen door beroep te doen op reeds
gefabriceerde definitie van ‘goed’
2 – NORMATIEVE PROBLEMEN: DE RATIONELE BENADERING
− baseren op logische argumenten en wetenschappelijke feiten
= GEEN verwijzingen naar geloof, emotie of feitelijke toestand
grote gevolgen! => kan in strijd zijn met je geloof, emoties, …
➢ “Je kan niet meer terug, want de rede is onverbiddelijk” => Peter Singer vergelijkt de rede met een roltrap:
“Once we step on it, we cannot get off until we have gone where it takes us”
DUS normatieve wetenschap zoekt argumenten voor elke oplossing – hoe bevreemdend, choquerend, … dan
ook
bv. “Kan je vrijwillige seks tussen broer en zus eigenlijk verbieden of hen verbieden om te trouwen en kinderen te
krijgen?”
➢ Patrick Stuebing en zus/lief Susan Karolewski (hadden nooit met elkaar samengeleefd, voelden zich
aangetrokken t.o.v. elkaar)
, lOMoARcPSD|11439016
➢ incest is verboden door de Duitse Grondwet ➔ man werd veroordeeld tot gevangenisstraf + beschuldigd van
het toebrengen van ‘fysieke schade’ aan zijn kinderen (gehandicapt!) - vrouw werd nooit veroordeeld => had
een lichte mentale beperking
- OPM: seks tussen verwanten is in België toegelaten (een privégebeuren, slaapkamergebeuren)
• Huwen mocht niet => redenering: “Niet huwen, geen seks” (een foute inschatting uiteraard)
➢ irrationeel
- emotie: velen vinden seks tussen verwanten weerzinwekkend – vaak is het een taboe -
feitelijke toestand: biologisch mechanisme om het te verweren => “incest voelt vies aan”
➢ rationele argumenten pro?
a) wederzijdse instemming
b) meerderjarige volwassenen
➢ rationele argumenten contra?
a) ter bescherming van het gezin als fundamentele sociale eenheid binnen de maatschappij
• afgelijnde rollen worden niet bedreigd door het verbod • MAAR meeste incestwetten niet in
overeenstemming hiermee bv. wel toegelaten tussen stiefouders en stiefkinderen?
enkel seksueel gedrag tussen verwanten
inconsequente wetgeving? Wat voor bv. Nieuw-samengestelde gezinnen?
b) bescherming van de kwetsbare gezinsleden (tegen minder nobele bedoelingen van de anderen)
• veronderstelling: dominante en meer ondergeschikte partner => zet vraagtekens bij de
waarachtigheid van de wederzijdse instemming
• MAAR: speculatie => we weten er vrijwel niets over …
c) bedreiging van het psychosociaal welzijn van de potentiële nakomelingen • taboe?
• MAAR cirkelredenering: sociaal stigma => verbod => sociaal stigma …
d) gevolgen voor de gezondheid van de nakomelingen
• kinderen van biologisch verwante ouders lopen meer kans op genetische afwijkingen …
• MAAR dit moet dan bv. ook bij doven, blinden, zieken, …
• genetisch risico geen punt bij niet-verwante koppels
bv. Heb je de plicht om een kind in nood te helpen? Kind in de vijver VS. kind in Afrika
➢ sterke morele plicht (zelfs bijkomende strafrechtelijke veroordeling) =/= oproep tot medemenselijkheid ➢ er
is geen juridisch afdwingbare plicht tot medemenselijkheid
➢ Peter Singer vindt medemenselijkheid WEL een morele plicht => “geen argumenten om beide scenario’s
verschillend te benaderen”
➢ TEKST: “Een ethisch leven”, Peter Singer, 1999
- Vergelijkt verschillende situaties: “Wat is uiteindelijk het ethische verschil tussen een Braziliaanse vrouw
die een zwerfkind verkoop aan orgaanhandelaren en een Amerikaan die al een tv heeft maar een betere
aanschaft – wetende dat het geld zou kunnen worden geschonken aan een organisatie die het zou
gebruiken om het leven van kinderen in nood te redden?”
- Voor de meeste filosofen duidelijk verschillende situaties MAAR Singer vindt beide situaties even erg =>
hij is een utilitarist (“iemand die bepaalde handelingen beoordeelt op grond van hun gevolgen”)
- Verwijst naar een verhaal
• Man loopt langs een treinspoor waar zijn auto geparkeerd staat; er komt een onbestuurde, lege trein
aangestormd; een kind zit vast op de sporen en zal doodgaan tenzij de man de hendel overhaalt, dan
stort de trein op zijn auto
• Maar: man doet niks; auto blijft geheel, kind sterft
• Voor Singer geen verschil tussen kind op spoor niet helpen en geen geld storten (en zo een kind
helpen)
• Tegenargument: “Maar iedereen doet het zo” => haalt Singer onderuit: lijkt voor hem op de volg-
demassa-ethiek (o.a. bij de Nazi’s)
, lOMoARcPSD|11439016
1) Jeremy Bentham: de morele calculus
Engelse filosoof (eind 18e – begin 19e E) => utilitarist
enorme weerzin tegen emotie, geloof en traditie als basis voor een normatieve oplossing was atypisch
➢ was tegen het destijdse (lijfelijke) strafrecht (samen met o.a. Beccaria) – bond de strijd aan tegen o.a. de
doodstraf (zie “Hoofdstuk 7 – Straffen”)
➢ vroeg zich af wat er mis was met vervloekte praktijken, die niemand schade berokkenden, maar die botsten
op walging (bv. homoseksualiteit, zelfbevrediging, dissecties, opzetten van mensen (cf. zijn “Pantheon der
doden”), …)
verzet zich tegen irrationele morele emoties als leidraad van het normatief handelen => alleen rationele
beginselen kunnen de normatieve beslissingen rechtvaardigen
➢ je moet controversiële handelingen toetsen aan één principe => the greatest happiness for the greatest
number” (gelanceerd door Francis Hutcheson, overgenomen door Bentham) - < An introduction to the
Principles of Moral and Legislation (1789)
- kijken hoeveel geluk en leed een beslissing veroorzaakt => “nutsbalans”
- handeling = wenselijk als ze bijdraagt tot geluk van alle burgers
vertrekt vanuit het hedonisme
➢ meer plezier en minder pijn
➢ je moet je niet bezighouden met abstracte principes, … je moet enkel rekening houden met de hoeveelheid
geluk een handeling met zich meedraagt
➢ ‘nutsbalans’ kon individueel berekend worden (nut of utiliteit)
- MAAR moeilijk becijferbaar …
• niet iedereen is hetzelfde => de ene is al gelukkig met iets kleins, de andere
niet • rekening houden met allerlei factoren => bv. invloed van de situatie?
➢ Charme
- “iedereen streeft zijn geluk na”
- houdt rekening met dierenwelzijn (dieren hebben ook het vermogen om pijn te leven => meenemen in
totale nutsbalans)
consequentialisme
➢ enkel kijken naar de gevolgen die daden van mensen hebben, NIET naar de intenties
➢ bv. Wie doet het meeste voor de Derde Wereld? => winst-bejagend farmaceutisch bedrijf > moeder
Theresa ➢ MAAR botst met diepe intuïties …
- kijkt enkel naar nut voor een persoon + naar de gevolgen van de handeling
- bv. zou zich verzetten tegen het verbod op dwergwerpen => Manuel Wackenheim zou dit mogen doen …
• 2002: Mensenrechtencommissie (voorloper Mensenrechtenraad, VN) verbiedt het dwergwerpen
• “nutsbalansen zijn toch positief?”
- bv. Tramdilemma/trolley dilemma
• spoor wisselen vs. Iemand op het spoor gooien => collateral damage vs. moord?
• laat mooi zien hoe irrationeel ons denken over ethiek is, en hoe radicaal en moeilijk het is om het
consequentialisme vol te houden
• verschil persoonlijke en onpersoonlijke situatie? => NEE! Consequentialistisch gezien GEEN verschil
• MAAR ook moral luck: hendel kon ook naar de juiste kant gericht staan
- bv. vervangbaarheidsargument
• utilitarisme =/= vegetarisme => bv. Peter Singer is een consequente utilitarist, maar geen vegetariër
• Argument van Singer: “vervangbaarheidsargument”
• Dier wordt pijnloos aan het einde gebracht + je weet zeker dat dieren geen toekomstperspectieven
maken + geen “geluksverlies” bij doding ➔ dan is er geen probleem met doden van dieren
• Tegenstanders: doet je dat dan ook met je eigen hond? => je laat je hond toch ook niet inslapen als
de hond niet bij je interieur past (nadenken zonder enig gevoel van hechting = nogal kil …) Bijna
psychopathisch als het argument wordt toegepast op andere dieren (dan de nutsdieren)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anoniem12345678. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.75. You're not tied to anything after your purchase.