Het is een samenvatting van het vak verbintenissenrecht bachelor jaar 2. De onderwerpen die worden besproken zijn: pre-contractuele fase, vertegenwoordiging, inhoud en gelding overeenkomsten, acties bij niet-nakoming, algemene voorwaarden, consumentenkoop, onrechtmatige daad, kwalitatieve aansprake...
Precontractuele Vertegenwoordig Inhoud en gelding van
fase ing overeenkomsten
Precontractuele
fase
Precontractuele fase = Mensen onderhandelen voordat er een overeenkomst
wordt aangegaan.
De vraag is wanneer raken mensen verbonden aan de overeenkomst?
In de precontractuele fase ben je nog niet aan elkaar verbonden, TENZIJ:
1. Bij dwaling en andere wilsgebreken: wanneer de wil op een onjuiste wijze
is gevormd. (art. 6:228 BW)
2. Bij afgebroken onderhandelingen: zie Plas/Valburg arrest.
3. Bij schending van precontractuele informatieverplichting. Uitleg hiervan in
effectenlease-arresten (Levob en Dexia).
Afgebroken onderhandelingen (2)
Artikel 6:2 BW: Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te
gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
MAAR schuldeiser en schuldenaar laat al zien dat mensen aan elkaar verbonden
zijn. Dit is niet het geval bij de precontractuele fase.
MAAR ook wanneer er geen contract is gesloten, maar er wel onderhandelingen
gaande zijn, mag niet zomaar alles gedaan worden: beide partijen moeten zich
wat van elkaars belangen aantrekken. (Baris/Riezenkamp)
Door onderhandelen komen partijen in bijzondere rechtsrelatie met elkaar.
Deze bijzondere rechtsrelatie wordt beheerst door goede trouw.
Baris/Riezenkamp: omdat je me elkaar aan het onderhandelen bent, kom je met
elkaar in een bijzondere rechtsrelatie te staan.
DUS partijen dienen met elkaar rekening te houden!! (fatsoennorm)
Plas/Valburg arrest legt deze fatsoennorm uit.
,De HR: ‘De gevolgen van het afbreken van onderhandelingen zijn afhankelijk van
het stadium waarin partijen verkeren.’ DEZE ZIN MOET JE WETEN VOOR
TENTAMEN
De HR: ‘Er zijn 3 onderhandelingsfase.’
1. Partijen zijn slechts verkennend met elkaar aan het praten. In deze fase
kunnen de onderhandelingen zonder gevolgen worden afgebroken.
- Beginsel van contactvrijheid: men mag zelf bepalen met wie, en of hij
een overeenkomst sluit.
2. In deze fase wordt intensiever onderhandeld en zijn wel wellicht
verwachtingen gewekt. In deze fase is het afbreken van de onderhandeling
toegestaan.
- MAAR: bij afbreken moet het negatieve contractsbelang worden
vergoed. Negatieve contractsbelang = de partij die de
onderhandelingen afbreekt moet ervoor zorgen dat de wederpartij in
financieel opzicht weer in dezelfde situatie zit alsof er geen
onderhandelingen hebben plaatsvonden.
3. In deze fase zijn de partijen heel dicht tot elkaar genaderd en is er al bijna
een contract met elkaar gesloten. Vertrouwde de wederpartij dat er een
contract werd gesloten? DAN mogen de onderhandelingen niet worden
afgebroken.
- De wederpartij kan dit op twee manieren vorderen: 1) de rechter kan de
afbrekende partij verplichten om de onderhandeling te hervatten (art
3:296 BW verplichting tot door onderhandelen) . 2) de afbrekende
partij moet het positief contractsbelang vergoeden.
- Positief contractsbelang = de partij die de onderhandeling afbreekt
moet de wederpartij in een positie brengen alsof er wel een
overeenkomst is gesloten.
Het arrest CBB/JPO heeft nadere toelichting op het Plas/Valburg arrest.
CBB/JPO: wat is de maatstaaf voor het beoordelen van de
schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen?
Casus: JPO onderhandeld met de gemeente over grond waar 2 panden op komen.
Een van deze panden is voor CBB. Echter, vind CBB de onderhandelingen lang
duren en stopt ermee. CBB gaat zelf naar de gemeente om het stuk grond te
kopen. Dit doet CBB. De vraag is: Mocht CBB de onderhandelingen met JPO
afbreken? JPO zegt dat ze al in een ver stadium waren van onderhandelen.
- Uitspraak hof: CBB had onderhandeling niet mogen afbreken en moet
JPO schadevergoeding betalen.
- Uitspraak HR: Iedere partij is vrij om de onderhandeling af te breken.
TENZIJ ‘dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de
wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband
met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou
zijn. ’
,De HR geeft dus 2 (in totaal 5) punten die van belang zijn bij het oordeel of
partijen de onderhandeling mogen afbreken:
1. ‘gerechtvaardigd vertrouwen’
2. ‘andere omstandigheden van het geval’ kijk hierbij naar de duur van de
onderhandelingen en in welke mate er een goede reden was om de
onderhandeling af te breken.
3. De mate waarin de afbrekende partij aan vertrouwen heeft bijgedragen.
4. Het gehele verloop van de onderhandelingen.
5. Onvoorziene omstandigheden.
(Het belang van het CBB/JPO arrest: (volgt uit de noot van Hartlief)
1. De vrijheid tot het afbreken van de onderhandelingen
2. Het gehele verloop van de onderhandelingen is van belang
3. Het afbreken is onaanvaardbaar als er sprake is van
totstandkomingsvertrouwen ten aanzien van de overeenkomst
4. Ook andere omstandigheden dan het totstandkomingsvertrouwen mogen
de afbreking onaanvaardbaar maken.)
TOETSVRAAG IS DUS: ‘Is het onderbreken van de onderhandelingen al
dan niet geoorloofd?’
Antwoord:
CBB/JPO arrest:
De vrijheid om onderhandelingen af te breken staat
voorop
CBB/JPO:
Soms mag afbreken niet. (noem de 5
punten)
Plas/Valburg arrest – CBB/JPO arrest:
Wat zijn de consequenties van het afbreken? (denk aan positief/negatiefs
contractsbelang)
Hoe gaat een verplichting tot dooronderhandelen? Wanneer heeft het kans van
slagen? Wat zijn eventuele problemen die u voorziet?:
Dooronderhandelingsverplichting legt de rechter vaak op met een
dwangsom.
Maar je kan partijen toch niet dwingen.
Dus daarom wordt dit dooronderhandelingsplicht bijna nooit opgelegd.
, Schending van precontractuele informatieverplichtingen (3)
Effectenlease arrest: Zijn er precontractuele informatie/waarschuwings-
verplichtingen?
Casus: Effectenlease is een constructie waarbij de consument geld leent van een
bank (Levob en Dexia bank) en van dat geleende geld aandelen koopt. Indien de
beurs gaat stijgen konden mensen dan de lening terug betalen en het overige
geld als winst zien. Echter, storten de beurs in en kwamen duizenden
consumenten met restschulden te zitten. Er werden 3 zaken tegen Levob en
Dexia aangespannen.
Klacht 1: De consument had gedwaald ten aanzien van het restschuldrisco
(6:228 BW). De lening was ongeschikt voor hun financiële situatie. HR wees het
beroep af, want er was voldoende informatie over de lening te vinden. OVK kon
dus niet worden vernietigd.
(Dwaling werd het niet omdat dwaling zorgt voor vernietiging. Dat is dus 100% alle kosten terug. Hier ging de
Hoge Raad niet in mee)
Klacht 2: De consument zei dat de reclame van banken misleidend was (art
6:193a). HR wees het beroep af, want als consument moest je weten dat de koers
kon dalen en stijgen. OVK kon dus niet worden vernietigd.
Klacht 3: Consument zei dat de banken een zorgplicht hadden tegenover hen en
hen moesten beschermen tegen gebrek aan inzicht. Ze moeten waarschuwen
voor het restschuldrisico. Het beroep slaagde. De banken moesten
schadevergoeding betalen (6:162 BW) Er was wel sprake van eigenschuld (6:101
BW): dat leidt tot vermindering schadevergoedingsplicht. Dus banken moesten
60% betalen en consument 40%.
Verschillende beroepen kunnen dus tot verschillende uitspraken leiden.
Samenvattend:
- Geen sprake van dwaling, want voldoende informatie.
- Geen sprake van misleiding, want voldoende informatie.
- Wel schending van de zorgplicht, want onvoldoende gewaarschuwd en onvoldoende
onderzoek naar financiële draagkracht gedaan.
Schending bijzondere zorgplicht leidt tot schadevergoeding verplichting.
Verdeling schade, want deels eigen schuld.
(er werd gebruik gemaakt van artikel 7:907 BW meerdere consumenten gaan
procederen) (‘opt out’ artikel 7:908 BW. Deze opt oud consumenten zijn verder
gaan procederen resultaat: Effectenlease-arresten)
HIER KOMT EEN VRAAG OVER OP DE TOETS, DAT JE MOET TOETSEN AAN
DE CONSUMENT/WEDERPARTIJ
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycedegroot97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.59. You're not tied to anything after your purchase.