Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 5: The Structure and Function of Large Biological Molecules Notes
Hunter College- Biol 100 Samantha Sheppard-Lahiji : Chapter 4: Carbon and the Molecular Diversity of Life
All for this textbook (15)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Biologie
Moleculaire Biologie (BB1MB05)
All documents for this subject (95)
Seller
Follow
lauramaas2
Content preview
Moleculaire Biologie
Werkcollege 2
- Phosfaat is een negatieve groep
- Geladen zijgroepen zijn vaak bindingen
- Zure zijketens -> neg geladen
- Basische zjiketens positief geladen
- Lipiden zijn alles wat niet oplost in water
,Leerdoelen
H2. Atomen en moleculen.
• Je kunt de opbouw van atomen beschrijven en begrippen als atoommassa en
atoomnummer benoemen.
- Atomen Protonen (+), neutronen , elektronen(-)
atoommassa = aantal protonen en neutronen (bovenste)
atoomnummer= aantal protonen (=aantal elektronen) (onder)
• Je weet wat het verschil is tussen twee isotopen van een element.
- zelfde protonen aantal, verschillende neutronen
• Je kan bepalen welke type binding mogelijk is uit de verdeling van elektronen in
Schillen
- valentie elektronen = elektronen in buitenste schil, valencie= hoeveel
bindingen hij aan kan gaan
• Je kan onderscheid maken tussen de verschillende type bindingen (covalente en
non-covalente bindingen).
- elektronenpaar delen covalente binding
- elektronen overdragen ionbinding (non-covalent)
• Je kan met het begrip elektronegativiteit bepalen of er sprake is van een polaire of
apolaire covalente binding.
- electronegativiteit= aantrekking tot elektronen, verschil bepaald binding.
0,4-1,6 polaire binding, partiele lading, minder = apolair
• Je kan algemeen onderscheid maken tussen de sterkte van de verschillende
soorten bindingen.
- zwakke chemische interacties waterstofbruggen (sterker) en van der Waals
krachten (zwakker) zorgen dat grote moleculen in vorm blijven
-ion polaire covalente apolair covalent
C N H O
• Je kan de elektronen in schil 1 en 2 verdelen Atoomnummer 6 7 1 8
over de verschillende orbitalen. Valentie- 4 5 1 2
- schil 1 -> 2/ schil 2 -> 8/ schil 3 -> 8, elektronen
tweede schil zorgt voor tetrahedron vorm Elektronegativi 2, 3 2. 3,
teit 5 1 5
• Je kent het atoomnummer, het aantal valentie-
elektronen en de elektronegativiteit
van C, N, O en H.
H3. De chemie van water.
• Je kan de vier belangrijke eigenschappen van water uitleggen.
1. Cohesie, door waterstofbruggen blijft water bij elkaar, Adhesie = door
aantrekking tussen stoffen blijft iets bij elkaar, oppervlakte spanning is hoog
2. Hoge specefieke warmte, (1 cal = energie nodig om 1g water 1 graad te
verwarmen), water is een buffer, hitte absorberen= H-brug breken), afgeven=
H-brug vormen. Water heeft een hoge spesefieke hitte kost relatief veel
energie om te verwarmen. Het kan veel energie absoberen
, 3. Uitzetting bij bevriezing, dichtheid van ijs is lager dan water
4. Goed oplosmiddel, vanwege het polaire karakter dus goed voor ionen en
polaire moleculen
• Je kan rekenen met pH en bent bekend met zuren, basen en buffers, en kan
voorbeelden van buffers in biologische systemen geven.
-PH = -log (h+) (H+) = 10-PH . laag= zuur, hoog=basisch
Zuur kan h+ afstaan , base kan het opnemen
Buffer= zwak zuur en conjugeerde base, zorgt dat de ph gelijk blijft
H4. De basis van moleculaire diversiteit
• Je kan onderscheid maken tussen de drie typen isomeren.
- Structuurisomeren, verschil in hoe ze zijn verbonden
- Cis-trans isomeren, zelfde verbingingen ruimtelijk anders, met dubbele binding
anders kan het roteren
- Enantiomeren, spiegelbeeld
• Je kan de naam en eigenschappen aangeven van de belangrijke chemische
groepen in de biologie.
- Hydroxyl alcohol (-OH), polair
- Carbonyl keton/aldehyde, (-CO-), in keten= ketoon, buitenkant =aldehyde
- Carboxyl carbonzuur, (COOH), zuur, polair
- Amino amine, (NHH), base
- Sulfhydryl thiol (SH)
- Fosfaat organisch fosfaat (OOPOO), 2 neg o’tjes
- Methyl gemethyleerd molecuul, (CHHH)
• Je weet wat een asymmetrisch koolstofatoom is en bij welk isomeer het voorkomt.
- Asymmetrisch koolstof= 4 verschillende groepen enantiomeer
• Je kan de fosfaat groepen tekenen in ATP.
Allemaal aan elkaar O-P-O-P-O-P-O (met dubbelgebonde O’s boven en negatieve
beneden)
• Je weet welke suiker in ATP zit.
Adenine& ribose adenosine
H5. Biologische macromoleculen en Lipiden.
• Je weet wat een dehydratie reactie en hydrolyse reactie inhoudt en kan dit tekenen.
Een uiteinde met een H en een met OH dan kan het, dehydratie is water eruit dus
stoffen samen, hydrolyse moet water bij, stoffen gescheiden
• Je kan de algemene structuurformule van suikers tekenen.
Formule= (CH2O)n , bvb C6H12O6. Met een dubbelgebonde O als ketose(in keten) of
aldose, aantal c zit in de naam met -ose
• Je kan aangeven welke suikers dieren en planten opslaan.
Dieren kunnen alleen A bindingen hydroliseren dus dieren kunnen geen cellulose
afbreken
Starch veel onvertakt, soms een vertakking, planten energie opslag, 1-4 glucoseA
Glycogeen opslag in spiercellen veel vertakkingen
Cellulose structureel polysacharid, onvertakt met waterstofbruggen voor structuur,
om en om glucose, 1-4glucoseB
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauramaas2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.92. You're not tied to anything after your purchase.