100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Food & Business: Levensmiddelentechnologie D-Cluster P1 of P3 $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting Food & Business: Levensmiddelentechnologie D-Cluster P1 of P3

1 review
 221 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document bevat een samenvatting van Levensmiddelentechnologie (LTV) voor het tentamen van de 1e periode van het D-Cluster. Er komen de volgende levensmiddelen aan bod: Vlees, Graan & Graanproducten, Melk & Melkproducten, Aardappelen, Appelmoes, Suiker, Alcoholische dranken. Ik heb gebruik gem...

[Show more]

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • H9, h11, h12, h13, h15, h17, h19 (niet hele hoofdstukken, alleen opgegeven bladzijdes voor tentamen)
  • January 13, 2020
  • 32
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: bestellingenfvl • 4 year ago

avatar-seller
LEVENSMIDDELENTECHNOLOGIE LTV
SAMENVATTING
BOEK: ONS VOEDSEL

H9: CONTAMINANTEN

BLZ 144-146


VLEES
Sinds jaren 50 is vleesconsumptie per persoon 3x zoveel geworden: eerst 70gr/dag, nu 240gr/dag
 Ook stijging inwoners
 Groeiende vraag vlees  dieren komen niet meer buiten, dieren in stallen houden, kleine bedrijven naar
gespecialiseerde bedrijven  bio-industrie
- Onder druk van consument en concurrentie produceren tegen lagere kosten
- Hulpmiddelen: melk- en vleesproductie verhogen, dieren sneller slachtrijp, rustig houden (meer spier ipv vet)
- Antibiotica, kalmeringsmiddelen kunnen in vlees terecht komen
 Vlees/melk van dier mag niet aangeboden worden, boer moet wachttermijn in acht nemen zodat er geen
geneesmiddelen meer in vlees/melk zitten
 Hormonen toegediend om groei te bevorderen
- Stimuleren eiwitproductie en remmende werking sommige hormonen  meer vocht vasthouden, dus eerder
op slachtgewicht
- DES-hormoon = diethylstilbetrol = vroeger veel gebruikt als groeibevorderaar bij mestkalveren. Kwam later in
verband met kanker  verbod
 Door gebruik kunstmest en door milieuvervuiling komt cadmium voor in vele geteelde gewassen
- Dus ook in gras/snijmais voor veevoeder  nieren en lever dieren vertonen verhoogd cadmiumgehalte


VIS
Veel van alle verontreinigingen komen terecht in oppervlaktewater rivieren, meren en zeeën
 95% van geproduceerde afvalwater via
rioolwaterzuiveringsinstallaties gezuiverd
 Zware metalen: kwik, cadmium, bestrijdingsmiddelen, pcb’s kunnen
zo in voedsel terecht komen
- Meestal slecht afbreekbaar
 Vette vissoorten die diep of in bodem leven van vervuilde meren,
kunnen hoge gehaltes verontreinigingen hebben
- Hopen op in vet/lever vd vis

ZUIVEL EN ZUIVELPRODUCTEN
Modern boerenbedrijf is perfect georganiseerde BV
 Koe komt nauwelijks buiten, via pc juiste hoeveelheid voer, door robot gemolken
 Als koe te weinig melk geeft  rijp voor slacht
 Melkkoeien moeten in topconditie zijn
 Gevaren:
- Diergeneesmiddelen (nog weinig over bekend)
- Via voer kunnen schadelijke stoffen in melk terecht komen
- Weilanden liggen dichtbij grote complexen vd chemische industrie/vuilverbrandingsovens  rookgassen
kunnen door weer neerslaan
- Restanten desinfectiemiddelen bij schoonmaken

H11: GRAAN EN GRAANPRODUCTEN

BLZ 159-160



1

,SAMENSTELLING VAN HET MEELLICHAAM
Endosperm gevormd door assimilatie van planten uit koolzuurgas en water
 Witte stof
 Als het wordt vermalen is dit de bloem van het graan (70% is zetmeel)
- Zetmeel zijn kleine korreltjes en bestaan uit 2
zetmeelmoleculen:
a. Amylose (20-30%)
 Lang, spiraalvormig, onvertakte keten
 200 tot 1.000 glucose-eenheden
b. Amylopectine (70-80%)
 Plakkerig, opgebouwd uit
onregelmatige, struikvormige,
vertakte ketens van 10.000en
glucose-eenheden
 Samen: kristallijnen-verbinding
- Makkelijk te verbreken
- Voorkomt dat water de zetmeelkorreltjes binnendringen
- Bij 55oC: kristallijnen aangetast en water kan binnendringen
 Verstijfselen = als water de zetmeelkorrels binnendringt, zwellen die op, terwijl het
zetmeel zich met water tot gelei-achtig complex verbindt
- Verdikking soepen en sauzen als meel wordt toegevoegd en gekookt wordt
 Tijdens maalproces 10-35% zetmeelkorrels beschadigd  enzym maltase (splitst
matlose) en enzym diastase  zetmeel kan worden afgebroken tot enkelvoudige
suikers
- Suiker als voedsel voor gistcellen
- Gistcellen zetten suikers om in alcohol en koolzuur
 Deeg rijst, zonder structuur te verbreken (zorgt voor elasticiteit)
 Endosperm van graankorrel bestaat 14% uit eiwitten, bevatten vijf soorten over het
algemeen:
Oplosbaar in water: Onoplosbaar in water:
1. Globuline (15-25%) 4. Gliadine
2. Albumine 5. Glutenine
3. Proteose
- Hoofdbestanddeel gevormd door gliadine en glutenine
 Tarwe kan als een vd weinige granen waarvan endosperm eiwitten bevat, plastische/
elastische structuren vormen en sterk genoeg zijn om rijzen te bevorderen zonder dat structuur wordt aangepast
 Gluteneiwitten hebben bijzondere samenstelling: bevatten veel glutamine  zorgt ervoor dat losse eiwitten goed aan
elkaar plakken
- Gluten = lijm
- Zonder gluten is deeg een soort kauwgumachtige, substantie
- Gluten verantwoordelijk kneedbaarheid en elasticiteit
- Vormt in deeg kleine vliesjes (onstaan door ontsnapping koolzuur door gisting)  deeg zet uit en wordt poreus
 Brood van roggemeel korrelig, omdat er weinig gluteneiwitten in zitten en deeg niet elastisch genoeg is om te rijzen

BLZ 168 TM 176


DE PRODUCTIE EN VERWERKING VAN GRAAN
Begin jaartelling:
 Overal in NL graan verbouwd, waar mogelijk
- Eerst vooral gerst/tarwe, later rogge
- Haver/gerst voor veevoer
 Winterkoren = in herfst gezaaid, kiemt voor winter en in zomer geoogst
- Wintertarwe hogere opbrengst
 Zomerkoren = in lente gezaaid en in zomer geoogst
 Veel graansoorten zijn langedagplanten = ontwikkeling sneller als dagen langer zijn
 Graan ontwikkelt zich het best als planten vlak naast elkaar in een rij staan (vaak meer dan 200 planten/m 2)
- Meer planten per m2  meer, maar kleinere korrels
 In NL meer dan 180.000 hectare granen, 63% is wintertarwe
Tijdstip oogsten bepaald door rijpheid graan
 Hardheid en vochtgehalte korrel geven indicatie
2

,  Vochtgehalte goed: 16-17%
- Uitbetaling bepaald dmv vochtgehalte
- Veel vocht  kans op schimmel bij opslag
 Mycotoxinen, uiterst giftig = schimmelgif = groep van verschillende giftige stoffen die onder bepaalde omstandigheden
door schimmels in de voeding kunnen worden gevormd


DE MEELPRODUCTIE
Vroeger:
 Graan malen fijnstampen in vijzel  tussen twee stenen  handmolen
 Handmolen  capaciteit moest omhoog  dieren gebruiken ipv mensen/slaven  wind- en waterkracht
 Tijdens malen vochtgehalte iets verhoogd naar 17%, zodat korrels minder makkelijk worden versplinterd =
conditioneren
Maalproces kan beginnen:
 Herhalende beweging zeven en malen
 Dmv walsenstoelen, bestaan uit twee tegen elkaar indraaiende walsen met daarin diepe ribbels in lengterichting
- Olieachtige kiem, brokkelige zemelen, taaie kern bewerken
- Graankorrel tussen ribbels opengereten
 Uitmalingsgraad = % meel dat bij uitmaling wordt verkregen
- Hoe lager, hoe minder is er vd buitenste lagen vd korrel in het meel aanwezig en des te witter het meel
 Tarwemeel 80-90%
 Witbrood 70-75%
 Bruinbrood 80%
 Patentbloem 72% en rijk aan gluten
 Volkorenbrood 100%, complete graankorrel
 Elk gewenst meelmengsel produceren

WELKE ROL SPELEN DE GLUTENEIWITTEN BIJ HET KNEDEN VAN DEEG
Gluteneiwitten zijn lange moleculen met onregelmatige vorm en kleine zijtakjes
 Zijtakjes kunnen verbinding met elkaar aangaan en vormen onregelmatige/vaste structuur
 Water toevoegen en kneden  structuur wordt beweeglijker
 Structuur wordt opengerekt en keten uitgerekt met regelmatige vorm
 Nodig om gasbelletjes bij kneden (luchtinslag) en gisting (CO 2-vorming) ontstaan vast te houden
 Tijdens kneden wordt deeg stijver en moeilijker kneedbaar
- Stoppen met kneden, anders glutenstructuur te ver uiteen getrokken
en breekt
 Kneedbaarheid beïnvloed door verhouding gliadine- en gluteninemoleculen
- Gliadine = globulair = bolvormig
- Glutenine = langwerpig die door zijtak verstrengeld blijft
 Gliadine is glijmiddel tussen netwerk gluteninemoleculen
- Meer glutenine, meer elasticiteit en veerkrachtiger deeg
- Harde tarwe heeft hoog eiwitgehalte, dus meer gluteneiwitten, dus
steviger en elastischer deeg geeft, en minder kans op overkneden
 Vaak cysteïne en melkpoeder toegevoegd voor verbetering glutenstructuur,
verhoging voedingswaarden


DE VERWERKING VAN MEEL TOT BROOD
Brood heeft centrale rol gespeeld in ontwikkeling vd mensheid
Deeg op lauwwarme plaats laten liggen  brood minder vast
 Gisten krijgen tijd om te ontwikkelen en koolzuurgas te produceren
- Koolzuurgas laat deeg rijzen
Restje deeg bewaren (zuurdesem)
 Ontwikkeling vd daarin aanwezige melkzuurbacteriën, vervolgens ook gistcellen
- Gistcellen nodig voor ontwikkeling koolzuurgas
- Melkzuurbacteriën zorgt voor aromatische en mildzure smaak brood
Aan eind vd 18e eeuw ging men gist gebruiken, in 19e eeuw persgist of bakkergist ontwikkeld  brood kon gebakken worden
 Vroeger reuzel (varkensvet) door deeg om houdbaarheid brood te verlengen
 Glucosestroop helpt brood smeuïg te houden
- Hygroscopisch = houdt vocht vast  brood droogt niet snel uit (= oudbakken)
- Voeding voor gistcellen
3

,  Later emulgatoren toegevoegd om scheiding vet en glucosestroop (oplosbaar in water) te voorkomen
 In jaren 50 suikers, plantaardige eiwitten, geëmulgeerde melkproducten, bleekmiddelen en antioxidanten toe te
voegen
- Doel = bereidingsproces beter onder controle krijgen, te vergemakkelijken en zorgen dat brood niet snel oud
wordt, verkorting proces
 In jaren 70 broodvet vervangen door broodverbeteraars (emulgatoren, mono- en diglyceriden E471 en E472)
- Maakt kneden makkelijker en houdt brood langer vers
 Als brood na opslag, vervoer en distributie in winkel belandt, moet het net zo vers zijn als vd ‘warme bakker’
 Nauwelijks verschil fabrieksbrood of brood vd warme bakker

Industriële bakkerij
 Totale proces duurt in ambachtelijke bakkerij 3-4 uur, broodfabriek 1,5-2 uur
- Tijdwinst door broodverbeteraars en andere manier kneden
1. Mengen
 In kneedmachine:
- Bloem 32-45%
- Water 50-64%
- Gist 2%
- Zout 2%
- Eventuele hulpstoffen
 Zout als laatst toevoegen om te voorkomen dat gist direct in aanraking komt met zout  nadelige beïnvloeding
werking gistcellen
- Met water wordt deegmengsel op temperatuur gebracht (24-27°C)
- Temp loopt op door wrijving tijdens kneedproces

2. Kneden
 Mechanisch met een- of tweearmige deegkneders of met snelkneder
 Conventionele kneder: 10-30min, snelkneder bewerkt deeg in korte tijd zeer intensief en heeft kneedtijd met helft
verkort
- Veel gebruikt in ambachtelijke bakkerij door korte kneedtijd
- Veer verschillende soorten deeg mee maken  kwaliteit eindproduct beter

3. Rijzen
 30-50min rijzen bij 25-36°C
- Gistcellen beginnen productie koolzuurgas dat nodig is voor luchtig baksel
a. Eerste rijs, voorrijs, bulkrijs
- Duur langst: 30min
- Bakkersgist in staat om suikers om te zetten in koolzuurgas en beetje alcohol
b. Tweede rijs, doorslaan
- Tussendoor nog een keer kneden, waarbij groot deel koolzuurgas uitgedreven, restanten worden kleinere bellen
c. Verdelen en opbollen (= bolrijs) en opmaken (= busrijs)
Bolrijs
- Deeg in verdeelmachine in gewenste portie (900g voor 1 brood) afgewogen en met opboller in bolvorm gebracht
- 30-34°C in bollenrijskast, deeg komt tot rust en makkelijker te verwerken erna
Busrijs
- In bakvorm nog minstens 1 uur narijzen bij 34°C
- Doel = deeg opnieuw omhoog laten komen
 Zodat bakker niet ’s nachts hoeft te bakken, rijsonderbreking (vertraging) toepassen door bijv koeling

4. Doorslaan
5. Verdelen
6. Opmaken
7. Narijzen
8. Bakken
 Tunneloven
- Variatie snelheid transportband baktijd brood in oven regelen
- Bruinbrood bakt langer dan witbrood
 Voorverwarmde oven 230-260°C  deeg begint sneller te reizen
- Tijdens opwarmen deeg worden gistcellen actiever tijdens passeren tijdens temperatuurtraject tussen 25-45°C
- Bij 35°C werken gistcellen het best en wordt meeste koolzuurgas geproduceerd (koolzuurgas laat deeg rijzen)
- Na 15min is temp deeg boven 60°C en sterven gistcellen af, rijzen neemt af
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikescholten. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98  13x  sold
  • (1)
Add to cart
Added