100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Laagland Samenvatting Module 6 t/m 9 $4.27
Add to cart

Summary

Laagland Samenvatting Module 6 t/m 9

1 review
 647 views  7 purchases
  • Course
  • Level
  • Book

De perfecte manier om je voor te bereiden op een schoolexamen Nederlandse literatuur van de methode Laagland. Complete en allesomvattende kapstok waar alle belangrijke en essentiële informatie in staat van de modules 6 tot en met 9.

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • Module 6 t/m 9
  • January 13, 2020
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 6

1  review

review-writer-avatar

By: 22822 • 2 year ago

avatar-seller
Nederlands
Module 6 Literatuur van 1900 tot 1940
I. Historische context
1.1 Eerste wereldoorlog
 ‘Tijdperk van de gewapende vrede’ (1870-1914)  Spanningen vanwege
imperialisme en nationalisme
 Aanleiding: moord op Frans Ferdinand
 Vrede van Versailles  wapenstilstand
 Gevolg van WOI: morele onreddering; verschrikkingen na WOI  er wordt getwijfeld
aan de morele goedheid van de mens
I.2 Totalitaire staten
1. Één partij, één ideologie
2. Geweld tegen eigen burgers
3. Geheime politie (goed georganiseerd)
4. Grondrechten en vrijheden ontbreken
5. Vrijheid van meningsuiting/democratie bestaat niet
I.3 Nederland
 Neutraal
 1917 algemeen mannenkiesrecht
 1919 algemeen vrouwenkiesrecht
 Veel gewerkt voor lage lonen, massaproductie
 1929 Beurskrach  economische crisis
 NSB met Mussert
I.4 Massacultuur & moderniteit
Cultuurkritiek: angst voor de massamens  eigen individualiteit wordt beschermd
(oorzaak = morele ontredering)
Reacties op veranderingen:
 Positief: grijp je kans, vrijheid
 Negatief: pessimistisch  waar moet het met de wereld naartoe
II. Culturele context

2.1 Psychoanalyse

Freud  overtuigd dat menselijk gedrag bepaald wordt door onbewuste (door
analyseren dromen)

Wanneer
ontstaan deze
Onbewust  verlangens, driften (sexuele), obsessies, angsten, gevoelens en
impulsieve reacties

Oedipale fase: fase van baby tot volwassene  onbewuste ontwikkeld zich

Realiteitsprincipe: normen en warden die een kind wordt aangeleerd  bewuste

 onbewuste gevoelens worden hierdoor onderdrukt en deze onbewuste gevoelens
worden geuit in dromen

Freudiaanse verspreking: onderdrukt verlangen die per ongeluk wordt uitgesproken

, Oedipuscomplex: vader = concurrent en moeder wordt geïdealiseerd

Neurotisch: in gedrag het onbewuste uiten (bv. Smetvrees)

Ondermijnd wereldbeeld: individu, rationeel, onafhankelijk

Freud zijn gedachtegang staat haaks op het wereldbeeld van die tijd

Word beschreven in  Die Traumdeutung (1900) van Sigmund Frued

II.2 Filosofie: tijd, taal en techniek

Henri Bergson

 Levensfilosofie: Tegenpool van het exacte denken, niet het middel tot kennis,
intuïtie is wel het middel tot kennis verwerving
 Meetbare tijd: als de opeenvolging van afzonderlijke momenten
 ‘Duree’: tijd die we in onszelf ervaren, innerlijke stroom die niet van elkaar te
scheiden is (volgens Bergson de ware tijd)

Neopositivisme: beweging/stroming die op een natuurwetenschappelijke manier naar de
wereld kijken  ze vinden dat de filosofie dit ook moet kunnen

Ludwig Wittgenstein: taal is niet geschikt om naar natuurwetenschappelijkheid te kijken, taal
is te ingewikkeld, je moet niet praten over iets wat je niet onder woorden kan brengen

Walter Benjamin

 Moderniteit heeft een effect op de mens
 19e eeuwse mens  veel ‘prikkels’ door moderniteit  niet meer in staat om het
te verwerken tot een ervaring  informatie opgenomen in het persoonlijke leven
van iemand en als die ervaring wordt gedeeld:
Individuele ervaring  zit opgeslagen in collectief geheugen
Doorvertellen zorgt voor; collectieve ervaring
Door 19e eeuw; geen collectieve ervaringen meer want teveel prikkels 
vervreemding (vluchtige ervaringen)
 Herinnering = individueel
II.3 Kunst in de periode 1900-1940
Moderne kunst = radicale kunst (breuk) voorafgaande periode aan avant-garde
 Ze wilden iets nieuws, origineels
 Alle stromingen (kubisme, futurisme, dadaïsme, expressionisme)
1. Radicale vernieuwing van de kunst/nieuwe vormentaal
2. Troffen elkaar in bijeenkomsten en hadden manifesten
(tijdschriften)/groepsvorming en publicatie
3. Nieuwe wereld/nieuwe mens
A. Nieuwe vormentaal: wat zie je aan de buitenkant?/Hoe werkt men?

Ready-mades: experimenten met materiaal  alles kan kunst zijn

Kunstenaar beslist of iets kunst is



Piet Mondriaan

,  Kunst is geen weergave van de alledaagse werkelijkheid
 Kunst mag ook ‘lelijk’ zijn
 Werden beïnvloed door jazz en film(montage)

Primitivisme: “Kinderkunst”, niet westerse volkeren, psychiatrische patiënten op
schilderijen  nadruk op visuele en niet op het verhaal

B. Groepsvorming en publicaties
C. Een nieuwe wereld
 Nieuw mens/nieuwe wereld
 Maatschappijkritisch + niet-autonoom = verwijst juist wel naar werkelijkheid
 Autonoom = wereld op zichzelf  verwijst niet naar werkelijkheid (wordt
automatisch niet-maatschappijkritisch)
Avant-garde  niet-maatschappijkritisch + autonoom

III. Literaire ontwikkelingen
3.1 Schrijver en publiek
 Middlebrow: tussen elite & flut, voor de burger, Jan met de pet
 Vrouwen gaan ook lezen
 Commerciëler  Bestseller (bedrijf er omheen)
o Hollands: te maken met het typische Holland van die tijd
o On-Hollands: internationale tint, bewust dingen moeilijker gemaakt, past
niet de Nederlandse cultuur (niet-te-identificeren)
 2 type schrijvers:
1. Publieke schrijver: voor Jan met de pet, de herkenbare ‘gewone’ burger +
realistisch
2. Elite schrijver: haalden neus op voor middlebrow (kenmerken)
1. Voelden zich verheven boven de massa
2. Tegen de publiekschrijvers
3. Ze wilden het volk beschermen tegen de vervlakking (=
oppervlakkig)
4. Moderne levenshouding: pessimistisch, onzekerheid, twijfel
3.2 De Realistische en romantische tradities

Romantiek leeft in aangepaste vorm voort:

 J.J. Slauerhoff (proza & poëzie)  Dichter
o Onvrede over de tijd waarin hij leeft
o Lijden aan de wereld
 A. Roland Holst (proza & poëzie)
o Roept in zijn werken een fantasie/ideële wereld op
o Veel heimwee en een verlangen naar een hogere wereld
 Arthur van Schendel
o Geschiedenis, geen verheerlijking maar achtergrond
3.3 Literaire avant-garde
Kritiek op de literatuur vanuit de tradities van romantiek en realisme
1. Er rees verzet tegen de sentimentele ik-lyriek
2. Populaire psychologische-realistische romans werden weggezet als
‘huiskamerrealisme’

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bastimmermen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.27  7x  sold
  • (1)
Add to cart
Added