Basisbegrippen taalkunde: morfologie en syntaxis
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
studentLogoAudio
Content preview
Morfologie en syntaxis
Hoofdstuk 1: De structuur van woorden en zinnen
1.1 Lineariteit versus hiërarchie
Taal produceren + waarnemen = lineair (zin opschrijven/lezen = van links naar rechts); ook bij
uitspreken = chronologische volgorde
De man ziet een kat.
➔ Lineariteit = na elkaar woorden uitspreken
➔ Hiërarchie = sommige woorden horen nauwer bij elkaar (bv. 'de' en 'man' = nauwer dan
'man' en 'ziet')
• Weergegeven door boomstructuur: (p.24)
• Werkwoord samengenomen met 'een kat', waarom? Zie p.25
Recursiviteit = verwijst naar situatie waarbij uitkomst bepaald proces opnieuw als input voor zelfde
proces gebruikt
Ook woorden hiërarchisch opgebouwd:
1) Badhanddoek:
➔ Hiëarchie: band tussen hand en doek is sterkere band dan tussen bad en hand
2) Krant:
➔ Lineariteit = 5 klanken na elkaar
➔ Hiërarchie = boomstructuur (zie fonetiek en fonologie, laatste hoofdstuk)
1.2 Hoofdigheid
Niet alle groepjes evenwaardig:
[Erg oude mannen met baarden] zingen een lied
➔ [Erg oude mannen met baarden]: niet alle woorden even belangrijk; zit vervat in nomen
'mannen'; 'erg oude' en 'met baarden' = optionele, overbodige info over nomen; kan
vervangen worden door 'mannen'
o 'Mannen' = kern/hoofd
o Ander woorden = bepalingen
o 'erg oude' = voorbepaling
o 'met baarden' = nabepaling
o [] = nominale constituent
Nominale constituent = NP
Adjectivale constituent = AP
Hoofdigheid/endocentriciteit = relatie tussen woordgroep en hoofd
➔ Elke woordgroep bevat hoofd dat eigenschappen woordgroep bepaalt
➔ Elk woord = hoofd woordgroep waarvan het eigenschappen bepaalt
'erg' in 'erg oude' = ook woordgroep = adverbiale constituent (AdvP) zonder voor-/nabepalingen
PP = voorzetselconstituenten
DP = determiner Phrase = lidwoorden en aanwijzende voornaamwoorden
1
,Melkchocolade: soort van chocolade/ niet van melk → chocolade bepaalt betekenis geheel
➔ Chocolade = hoofd
➔ Melk = bepaling
Hoofd bij morfeem = aan rechterkant = rechterhandhoofdregel
Genus: onderscheid tussen de- en het-woorden
➔ Genus rechterlid bepaalt genus geheel
o [ [zak]de [geld]het ]het
Rechterdeel: 2 verschillende meervouden; combinatie weerspiegelt onderscheid
o [ [nacht]en [portier]s ]s (personen)
o [ [auto]s [portier]en ]en (voorwerp)(deuren)
2
,1.3 Het principe van compositionaliteit
Bepalingen woord dragen bij tot uiteindelijke betekenis.
Compositionaliteit: bepalingen + rechterhandhoofdregel bepalen mee betekenis geheel
Compositionaliteit op morfologie: betekenis morfologisch complex woord komt tot stand door:
➔ Betekenissen van morfemen van woord (betekenis van de individuele bouwstenen)
➔ Manier waarop morfemen zijn samengevoegd (volgorde)(melkchocolade vs. Chocolademelk)
Compositionaliteit op syntaxis: betekenis van woordgroep/zin komt tot stand door:
➔ Betekenissen van woorden in woordgroep/zin
➔ Manier waarop woorden zijn samengevoegd
de man met de ballon de ballon met de man
➔ Hoofd = man ➔ Hoofd: ballon
➔ Met = relatie ballon en man ➔ Met de man:
➔ De = specifieke man ➔ de ballon met de afbeelding van de man
Compositionaliteit algemeen: betekenis complexe uitdrukking komt tot stand op basis van:
➔ Betekenissen van samenstellende delen van uitdrukking
➔ Manier waarop samenvoeging delen
➔ uiteraard niet van toepassing op woordniveau (letters wisselen) (krant is niet de combinatie van
de betekenis van kr en de betekenis van ant)
Betekenissen zijn gemotiveerd: uit vorm woorden + constituenten iets concluderen over betekenis
Uitzonderingen: de aap komt uit de mouw (vaste volgorde van woorden)
➔ Betekenis aap/mouw komt niet terug in (“nu worden de problemen duidelijk”)
= arbitraire betekenissen
= idiomatische uitdrukkingen
Droogstoppel:
➔ betekenis “saai persoon” is niet meer berekenbaar aan de hand van de bouwstenen droog en
stoppel.
1.4 Structurele ambiguïteit
Structurele ambiguïteit: niet zien dat er sprake is van 2 verschillende hiërarchische structuren
Ik kijk naar de bank
➔ lexicale ambiguïteit (dubbelzinnigheid op de woordbetekenis van ‘bank’)
Ik zie de man met de verrekijker
➔ 2 verschillende betekenissen: de man en verrekijker horen samen; de spreker en verrekijker
horen samen
➔ 2 boomstructuren maken dit duidelijk p.35-36
➔ Alle woorden dezelfde betekenis in beide interpretaties
3
, 1.5 Valentie en subcategorisatie
Valentie: combinatievereisten uit betekenis van woord
➔ Belangrijk bij zinsontleding
➔ = plaatsigheid
Andere beperking aan omgeving.
Luisteren/horen: beide zelfde valentie (tweeplaatsig), verschillende zinsbouw = luisteren naar, horen
➔ Subcategorisatie
➔ Horen = NP = noun phrase = horen de muziek
➔ Luisteren = PP = prepositional phrase = luisteren naar de muziek
Valentie: morfologisch complex woord bevat werkwoord
➔ Haaruitval: uitvallen = eenplaatsig
➔ zijn haar valt uit → participant valentie is morfeem (haar)
Subcategorisatie binnen morfologie
➔ Drukte → adjectief = druk, suffix = te
➔ Suffix = vereisten → nooit gecombineerd met nomina
➔ Suffix-te = gesubcategoriseerd voor adjectieven en in beperkte maten werkwoorden
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentLogoAudio. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.19. You're not tied to anything after your purchase.