Samenvatting Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
51 views 4 purchases
Course
Grondslagen van het recht (201100073)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Boom Juridische studieboeken - Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen
Deze samenvatting van 25 pagina's is de ideale voorbereiding voor het tentamen van het vak grondslagen van het recht. Alle kernpunten komen in deze samenvatting duidelijk en puntsgewijs naar voren.
Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen Quin van der Hilst
H1 Recht
Functies rechtssysteem:
- Scheppen van sociale orde.
- Bevorderen van niet-gewelddadige conflictbeslechting
- Garanderen van individuele ontplooiing en autonomie van burgers
- Bewerkstelligen van een zo rechtvaardig mogelijke verdeling van schaarse goederen
in de samenleving
- Kanaliseren van sociale verandering
Functies van staatsorganen:
- Wetgeving = vaststellen van algemene regels
- Bestuur = de overheid stelt overheidsorganen in die regels uitvoeren, toepassen of op
de naleving ervan toezien
- Rechtspraak = Rechter is het orgaan dat oordeelt of de overtreding van rechtsregels
daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
Soorten rechtsregels:
- Gedragsnormen = rechtsregels die een gedraging gebieden, verbieden of toestaan
(het is verboden om…).
- Sanctienormen = een regel die aangeeft wat degene die zich niet aan een
gedragsnorm houdt te wachten staat. De regel specificeert welke sanctie kan volgen op
een overtreding van de gedragsnorm. (hij die… wordt gestraft met…).
- Bevoegdheidsverlenende normen = geven staatsorganen een bepaalde macht
(bevoegdheid). Die macht kan inhouden dat een staatsorgaan rechten en plichten
vaststelt of bepaalde handelingen verricht (de burgemeester kan…).
Positief recht = het recht is in een bepaalde gemeenschap door mensen vastgesteld of erkend.
Ideaal recht = het recht dat men wenst en nastrevingswaardig vindt.
- Een vast basisinkomen is geen positief recht (niet vastgelegd in het recht) maar wel
een regel van ideaal recht.
Geldend/verbindend recht = een rechtsregel heeft op een bepaalde plaats en tijd voor een
bepaalde groep personen aanspraak op gehoorzaamheid.
- Afdwingbare rechten, plichten en bevoegdheden
Effectiviteit van recht = het recht wordt in het algemeen daadwerkelijk gehoorzaamd dan wel
toegepast of gehandhaafd. Hier bestaan gradaties in.
Oorzaken van een niet effectieve rechtsregel:
- Omstandigheden zijn veranderd, waardoor de situatie waarvoor de rechtsregel bedoeld
was zich niet meer voor doet
- De overheid past de rechtsregel niet meer toe of handhaaft deze niet meer
- Opvattingen in de samenleving staan haaks op de rechtsregel en het recht is nog niet
aan nieuwe opvattingen aangepast. Het recht loopt dan achter bij de sociale
werkelijkheid.
Gedoogbeleid = de overheid laat bewust de overtreding van rechtsregels toe.
Objectief recht = geheel van rechtsregels (law).
Subjectief recht = bevoegdheid of aanspraak, iets mogen (rights).
- Grondrechten (vrijheid van meningsuiting, etc.)
,Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen Quin van der Hilst
H2 Indeling in het recht
Codificatie = een poging alle rechtsregels op een rechtsgebied op systematische wijze in een
wetboek op te nemen.
Voordelen:
- Alle rechtsregels staan in het wetboek bevordering inzichtelijkheid
- De rechtsregels zijn onderling geordend
Rechtsverhouding = geheel van rechten en plichten tussen twee of meer personen.
3 rechtsgebieden van het nationale recht:
- Privaatrecht
- Staats- en bestuursrecht (valt onder publiekrecht)
Staatsrecht = geeft aan welke organen (overheidsinstanties) er zijn en met
welke taken en bevoegdheden deze zijn bekleed.
o Juridische grondslag voor het bestuurlijke/overheids- optreden.
Bestuursrecht/administratief recht = regelt de rechtsverhouding tussen een
bestuursorgaan en de burger.
o Regels voor overheidsorganen die belast zijn met de uitvoering en de
handhaving van rechtsregels.
o Bestuursrechtelijk legaliteitsbeginsel = overheidsoptreden dient zijn
grondslag te vinden in de wet
- Strafrecht (valt onder publiekrecht)
Catalogus van strafbare feiten en sancties
Privaatrecht = regelt de juridische relaties tussen burgers.
- Betrokkenen gebruiken dit recht om hun eigen belang te behartigen
- Betrokkenen zijn nevengeschikt (gelijke rang)
- Kan aan de burgerlijke rechter worden voorgelegd door partijen zelf.
- Burgerlijk Wetboek (BW) = het belangrijkste en grootste stelsel van regelingen in
het privaatrecht
Publiekrecht = heeft betrekking op de verhoudingen tussen overheidsorganen onderling en
tussen overheidsorganen en burgers.
- Overheid treedt op ter behartiging van het algemeen belang
- Overheid stelt rechtsgevolgen vast (eenzijdig), gezagsrelatie: burger is ondergeschikt
aan overheid
- Als in de relatie tussen overheid en burger gelijkwaardig aan elkaar zijn, valt dit onder
het privaatrecht (gemeente huurt een gebouw om asielzoekers in te zetten).
- Betrokkene wordt geconfronteerd door inschakeling van bestuursrechter. Burgers
kunnen hiertegen in beroep gaan, maar als het is doorgezet kunnen ze zelf geen einde
maken aan de procedure.
- Bij strafrecht kan alleen het OM een rechter inschakelen.
Functioneel rechtsgebied = heeft betrekking op een bepaald (maatschappelijk belangrijk)
thema en regelt relaties tussen betrokkenen.
- Sociaal recht (arbeidsrecht), milieurecht, gezondheidsrecht, huurrecht.
Klassieke grondrechten = grondrechten die de burger een sfeer garanderen waarbinnen de
overheid niet zonder overtuigende en wettelijk omschreven rechtvaardiging kan en mag
optreden.
- Overheid heeft de plicht om zich te onthouden van staatsbemoeienis
, Grondslagen van het recht: Hoofdlijnen Quin van der Hilst
- ‘Vrijheden’
- Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, etc.
Sociale grondrechten = grondrechten die van de overheid vragen om op te treden
- Niet rechtstreeks afdwingbaar
- Plicht voor overheidsinspanning op het gebied van volksgezondheid of bevorderen
van werkgelegenheid, etc.
Dwingend recht = rechtsregels waar de betrokkenen niet van mogen afwijken.
- Je mag niet trouwen met iemand anders als je al getrouwd bent
- Arbeidsrecht, huurrecht, etc.
Aanvullend recht = rechtsregels waar betrokkenen wel van mogen afwijken.
- Een overeenkomst sluiten: partijen mogen hun eigen regelingen vaststellen.
- Vooral in verbintenissenrecht
- Juridisch stramien voor gevallen waarin partijen niet uitdrukkelijk hebben bepaald in
welke rechtsverhouding ze tot elkaar staan.
Materieel recht = geven aan welke rechten, plichten en bevoegdheden de burgers tot wie de
regel zich richt aan die regel kunnen ontlenen.
- Inhoudelijk recht
- Welke rechten en plichten zijn er?
Formeel recht = regels waarmee materiële rechten kunnen worden gehandhaafd, kunnen
worden waargemaakt.
- Procesrecht = regels die aangeven hoe het materiële recht gehandhaafd kan worden
als dat geschonden is.
- Hoe kan ik mijn recht halen bij de rechter?
Internationaal (publiek)recht = rechtsregels die staten of internationale organisaties hebben
vastgesteld of die internationaal erkend zijn en aangeven hoe deze zich ten opzichte van
elkaar of tegenover hun onderdanen hebben te gedragen. Dat is:
- Recht tussen staten (volkenrecht)
- Recht m.b.t. internationale organisaties, zoals bijvoorbeeld vastgelegd in de verdragen
tot oprichting van de VN of de EU.
Nationaal recht = recht dat binnen nationale staten tot stand komt en gelding heeft.
H3 Rechtsbronnen
Formele rechtsbronnen van nationale oorsprong:
- Wet = een besluit dat algemene regels bevat, afkomstig van een overheidsorgaan dat
bevoegd is tot het geven van zulke regels.
Richt zich op eenieder en geeft rechten of legt plichten op
Algemeen: geldt voor een onbepaald aantal personen en een onbeperkt aantal
gevallen
Moet bekendgemaakt zijn wil hij gelding hebben
- Jurisprudentie = gezaghebbende rechterlijke uitspraken die een nieuwe rechtsregel
bevatten.
Rechterlijke uitspraak gaat algemeen werken en wordt in soortgelijke gevallen
toegepast
Rechter mag, ondanks dat het niet zijn taak is, rechtsregels scheppen omdat:
o Er geen rechtsregel te vinden is die op het geval van toepassing is
o Er rechtsregels zijn die elkaar tegenspreken, dan moet de rechter
uitmaken welke voorgaat.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vdhquin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.65. You're not tied to anything after your purchase.