Oefenvragen en antwoorden Geschiedenis van het Europees Publiekrecht Universiteit Leiden 2024
7 views 0 purchase
Course
Inleiding Europees Recht (21013014)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Book
Europees Recht - Algemeen Deel
Dit zijn de belangrijkste oefenvragen voor het tentamen van de Universiteit Leiden voor Geschiedenis van het europees Publiekrecht van 2024. Vragen en antwoorden.
,Vragen en antwoorden in voorbereiding op tentamen, leestijd 30
min
p.m. Middeleeuwen = ca. 500-1500 nC; Nieuwe (of: Moderne) Tijd =
ca. 1500-1800. Bijvoorbeeld: Een “Middeleeuwse” vorst is dus
iemand die vóór ± 1500 regeerde, een “moderne” vorst is een vorst
uit de periode ca. 1500-1800 (maar niet een 19de eeuwse koning).
I 18de eeuws constitutionalisme
1. Periodisering: geef aan in welke mate de opkomst van geschreven
grondwetten vanaf het einde van de 18de eeuw al dan niet aan een
historische breuklijn beantwoordt in de ontwikkeling van het Europees
publiekrecht.
Er is sprake van een nieuwe manier van publiekrechtelijke
ordening van de meeste Europese staten sinds die tijd, maar er is
ook sprake van een soort continuïteit ondanks de breuklijn omdat
de grondslagen voor die tijd al aanwezig waren. Hierna treedt
veralgemenisering en permanentie op en is er sprake van een
nieuw tijdperk in het Westers publiekrecht.
2. Betekent het feit dat Engeland vandaag nog steeds geen geschreven
grondwet heeft, dat dat land geen grondwettelijk recht in moderne zin
heeft?
Nee. Geschreven of niet, ontstond er omstreeks dezelfde tijd als
in het Europa ook in Engeland een traditie met strikt omschreven
praktijk voor het uitoefenen van openbare macht. In de 19e eeuw
ontstaat er een constitutionele rechtsleer en steeds meer een
juridische praktijk. De Engelse constitutie bestaat dus wel in
materiële zin, en er wordt gewoon rechtsliteratuur geproduceerd
zoals in alle andere landen die wel een grondwet hebben.
3. Geef de algemene ontwikkelingslijn aan van de volgende kenmerken van
Ancien Régime
instellingen: (a) feodaliteit; (b) standen; (c) particularisme en privileges; (d)
de soeverein.
a) Leenstelsel was bedoeld voor interne controle en externe
politiek en defensie. De politieke functie verdween, maar
andere publiekrechtelijke elementen zijn blijven bestaan,
zoals het privaatrechtelijk eigendomssysteem.
b) Standensysteem zorgde voor verdeling van zowel politieke
vertegenwoordiging als privileges. Ook niet adellijke elites
verwierven een hogere status, die voor hen toegang tot de
politieke besluitvorming inhield.
c) Adel, geestelijken en beroepsgroepen met eigen privileges.
Eigen statuut met diverse rechten die daaraan zijn verbonden.
d) In de NT was er steeds vaker een territoriale soeverein. De
universele vorsten uit de Middeleeuwen waren er vaak nog wel,
maar zonder het oppergezag. Ook politiek gezien.
, 4. Wanneer ontstaat het ‘modern’ soevereiniteitsbegrip en wat houdt dat
soevereiniteitsbegrip in? Wat is het essentieel verschil tussen de
soevereiniteit van een koning in de Middeleeuwen en de soevereiniteit
van een koning in de Nieuwe Tijd?
Koning in de middeleeuwen; diverse actoren speelden per gebied
een rol. Daar diende de soeverein rekening mee te houden. In de
NT had de vorst een exclusievere soevereiniteit. Hij kon steeds
meer de politieke en uitvoerende macht zelf uitoefenen. Hoewel
hij ook last had van verschillende actoren.
en de politieke cq constitutionele positie van de koningen of koninginnen in
Europese landen waar er vandaag nog een koningshuis het staatshoofd
levert?
Verschil in macht. Niet alleen als feitelijk gegeven, maar ook qua
legitimiteit. Een koning uit de NT heeft macht vanuit zichzelf, zijn
persoon, zijn functie. Deze soevereiniteit is overgeheveld naar de
nationaliteit. De koning dankt zijn macht aan de natie. De
grondslag is dus helemaal anders. De volksvertegenwoordiging
controleert steeds effectiever en actiever de macht. Verschuiving
dus van wie beslist en wie regeert.
4ter. Tot welk type soeverein behoort de koning zoals die meestal in onze
traditionele (kinder)sprookjes opgevoerd wordt? En waarom?
Een koning uit de NT bijvoorbeeld, die nog exclusieve macht heeft
in politiek opzicht. Intern en extern. Hij dankt zijn macht aan
zichzelf, God, zijn dynastie.
5. Wat betekende de feedback van de Oudheid voor de politieke
en constitutionele geschiedenis in de Nieuwe Tijd?
Er werd een soort ethische code ontwikkeld die voor elke
tijdsperiode geldig is, omdat die bronnen werden bekeken als
voorbeelden van hoge beschaving.
6. Waarom is het Heilige Roomse Rijk belangrijk geweest in de
ontwikkeling van de Duitse publiekrechtelijke traditie?
Tot dit Rijk behoorde Duitsland. De verhoudingen en regels die in
dat rijk heersten, werden zo tot voorbeeld van het nieuwe Duitse
Keizerrijk. De verhoudingen tussen de keizer en de territoriale
vorsten moest worden geregeld, en was afhankelijk van
machtsverhoudingen. Door diverse confrontaties ontstond het
belang deze verhoudingen te formaliseren.
6bis. Geef aan waarom de uitdrukking ‘keizerlijk’ in het H. Roomse Rijk
enigszins dubbelzinnig is. Geef concreet aan hoe dat dualisme in het
toenmalige keizerrijk ook concreet vorm kreeg in aparte instellingen.
De keizer werd gekozen door vorsten die optraden als
vertegenwoordigers van hun gebieden. Voor enkele
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Scriptiebibliotheek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.99. You're not tied to anything after your purchase.