100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Psychodiagnostiek in de gezondheidspsychologie $7.01
Add to cart

Summary

Samenvatting Psychodiagnostiek in de gezondheidspsychologie

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Cijfer tentamen: 7.7 Samenvatting van 35 bladzijden, voor het mastervak psychodiagnostiek in de gezondheidspsychologie. Doe je de klinische master? Dan geldt alleen het eerste hoofdstuk niet in deze samenvatting, maar komt de rest overeen. Stof komt vanuit de toebehorende reader, en is beschreve...

[Show more]

Preview 4 out of 39  pages

  • October 10, 2024
  • 39
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Psychodiagnostiek binnen de
gezondheidspsychologie
Hoofdstuk 1
 Belangrijkste uitgangspunten binnen de gezondheidspsychologie
benoemen
Volgens Kaptein, Dekker, Smets en Vingerhoets: kennis patiënt vergroten over
gevolgen (psychosociaal) van ziekte, patiënt motiveren tot gedragsverandering,
inzicht patiënt vergroten in diens persoonlijke gedrag, en houding en
vaardigheden die patiënt versterken tegenover diens zelfzorg.

Volgens NIP: psychologische uitspraken doen over personen met behulp van
intakegesprekken, psychologisch onderzoek, opstellen rapportages en
terugkoppeling naar de cliënt.

Hulpverlening aanbieden: zelfhulpinterventies (zonder diagnostiek vooraf) en
doorverwijzing naar de praktijk ondersteuning huisarts (POH), Blended care (met
zelftesten) of begeleiding van de leefstijlcoach/psycholoog. Bij de POH bevindt
zich de POH-GGZ, POH-Somatiek of een eerstelijnspsycholoog.

 Verschillende werkvelden en registraties van de
gezondheidspsycholoog van elkaar onderscheiden
-POH: kleinschalige diagnostiek. Korte tijd, primaire klachten en persoonlijkheid.
Hier kan ook worden getest. E-Health kan daarbij helpen, ook voor behandeling.
-Ziekenhuis (ZKH): medisch psychologische afdeling. Uitgebreide diagnostiek.
Testen en begeleiden bij chronische ziekte.

o Neuropsychologische testen bij geheugenproblemen. GZ-psycholoog doet
dit uitgebreid.
o Angst en spanning van kinderen testen met chronische ziekte (somatisch).
o Testen voor somatisch onverklaarbare lichamelijke klachten.
-Revalidatie: uitgebreide diagnostiek. Arbeidsbelastbaarheid testen (fysiek en
mentaal).
-Verpleeghuis.
-Leefstijlcoach: bevorderen van mentale en fysieke gezondheid.

Onderscheid werkveld: basispsycholoog is onder supervisie van klinisch
(neuro)psycholoog, psychotherapeut of GZ-psycholoog (generalistisch). De
gezondheidspsycholoog behandelt milde mentale klachten al dan niet met
fysieke klachten.

Populatie en problematiek: hulp bij versterken vermogen om aan te passen, eigen
regie in sociaal, fysiek en emotioneel (Positieve Gezondheid). Hulp aan specifieke
groepen cliënten. Mentale gezondheidsklachten door chronische ziekte,
eenzaamheid, pesten, rouw, verlies, revalidatie, scheiding en
leefstijlveranderingen. Vaak testen zonder voorafgaand uitgebreid
psychodiagnostisch onderzoek.

,  Een overzicht over de procedures van verwijzing, doorverwijzing en
multidisciplinaire samenwerking
Een cliënt is verwezen door een erkende verwijzer: huisarts/medisch specialist.
Dit heeft te maken met een te verkrijgen vergoeding. Als psycholoog eerst
onderzoeken of de cliënt op de juiste plaats is. Op basis daarvan in eigen beheer
houden, intern of extern doorverwijzen. Doorverwijzing gaat in overleg met de
cliënt en is afhankelijk van de aard/ernst, doelstelling van de instelling, en de
expertise van de psycholoog. Interne verwijzing gaat over een andere afdeling en
is een zorgprogramma met een eigen specialisatie. Externe doorverwijzing gaat
terug naar de verwijzer of naar een gespecialiseerde instelling.

Multidisciplinaire samenwerking: verschillende standpunten, holistische,
biopsychosociale benadering. Elke discipline stemt activiteiten af op die van de
andere en ze ondersteunen elkaar in het werk. Hier worden leden op de hoogte
gebracht van basale theoretische uitganspunten en jargon van elkaar. Als lid
moet je adequate sociale vaardigheden bezitten.

 De verschillende domeinen van onderzoeksinstrumenten, als ook
hun relevantie voor diagnostiek binnen de gezondheidspsychologie
Diagnostiek: mentale klachten door fysieke gezondheidsproblemen, fysieke en
mentale klachten door een ongezonde leefstijl en het gespreksinstrument om
algemene welzijn te versterken. Dit gespreksinstrument is van positieve
gezondheid (PG).

Leefstijlcoach: verschillende testen om fysieke en mentale gezondheid te
diagnosticeren/monitoren.

o Experience sampling method (ESM): gestructureerde dagboekmethode om
eigen stemming, gedrag en welbevinden te beoordelen in de dag. Via een
app gedurende dag korte vragenlijstjes invullen.
o Vragenlijsten voor fysieke gezondheid.
o Vragenlijsten voor een open gesprek.
o Fysieke activiteit meten.

Psychodiagnostische taak: de gezondheidspsychologie heeft vaak een
ondersteunende functie voor het gehele hulpverleningstraject. Vaak vindt de
diagnostiek bij aanmelding plaats en aanvullend onderzoek kan ook als er sprake
is van stagnatie/nieuwe data nodig is.

o Nagaan of cliënt aan juiste adres is.
o Aard/ernst klachten onderzoeken, hoe klachten kunnen worden begrepen
en op welke wijze cliënt ’t best kan worden geholpen. Hiervoor zijn
bronnen (holistische visie), methoden en instrumenten: medische dossiers,
observaties, resultaten psychodiagnnostische meetinstrumenten en
aanvullende info uit medische onderzoeken. Symptomen moeten adequaat
worden geclusterd (disfunctionele gedragsclusters). De sterke (voor welke
ondersteuning nodig is) en zwakke (syndromen) kanten moeten in kaart

, worden gebracht. Ook andere factoren moeten worden meegenomen. Zo
wordt inzicht verkregen in ontstaan en beloop van de problematiek.

Domeinen:

o Intelligentieonderzoek: niveau en structuur intelligentie. Sterktes en
zwaktes intellectuele en cognitieve functioneren. Observaties hierbij. Info
over werkwijze, manier van omgaan met taken, tijdsdruk en flexibiliteit.
o Persoonlijkheidsonderzoek: persoonlijkheidskenmerken. Zoals dat dit
invloed kan hebben op klachten.
o Projectief onderzoek/indirecte methoden: kwalitatief. Niet via zelf-
rapportage/gedragsobservatie. Ongestructureerd en taak onduidelijk voor
cliënt. Gelet op wijze waarop cliënt omgaat met taak. Zegt iets over
eigenschappen, voorkeuren, reactiewijzen en thema’s. Exploratief en als
aanvulling on andere methoden, voor specifieke doelgroepen.
o Neuropsychologisch onderzoek: hogere cognitieve functies. Relatie tussen
hersenen en gedrag.
o Probleemgericht onderzoek: klachten nader onderzocht/screening op
andere relevante klachten (niet eerder aan de orde)/hoe iemand omgaat
met problemen.



Hoofdstuk 2
 Een beschrijving geven van de stappen uit het hypothesetoetsend
model
Achtergrond diagnostische cyclus, richtlijnen:

1. Ten eerste het toetsen van vermoedens/hypothesen aan gegevens en
vooroordelen bijstellen als daar aanleiding toe is.
2. Ten tweede doelgericht en systematisch op zoek gaan naar bepaalde
patronen en rekening houden met consistentie daarin.
3. Ten derde theoretisch verantwoord redeneren, data uit recent
wetenschappelijk onderzoek (WO) gebruiken.
4. Ten vierde voldoende betrouwbare en valide diagnostische
onderzoeksmiddelen gebruiken.
5. Ten vijfde verantwoording afleggen aan collega’s en cliënten door de denk-
en werkwijze steeds te expliteren.

Richtlijnen voorkomen en beperken oordeelsfouten en streven naar
transparantie. Ook zorgen ze voor een overdraagbaar raamwerk, zodat de
diagnostiek een plek heeft in de opleiding psychologie. De eenduidige werkwijze
bevordert communicatie tussen professionals, onderzoek doen wordt
gemakkelijker. Cyclische karakter: steeds opnieuw door nieuwe info met nieuwe
vragen. Wel in goed overleg met de cliënt en opdrachtgever.

Volgens de Bruyn et al.: hypothesen toetsen over gedrag, cognities en emoties
a.d.h.v. een gefaseerd diagnostisch proces waarbij een wetenschappelijke aanpak

, z.v.m. wordt gewaarborgd. Hierbij een klachtenanalyse (1), probleemanalyse (2),
verklaringsanalyse (3) en indicatieanalyse (4). Dit laatste kan een ingang zijn
voor verder onderzoek.

 Voorbeelden van onderkennende, verklarende, indicerende,
selectieve en toewijzende hulpvragen
Hulpvraag categorieën: aard hulpvraag bepaald info die moet worden
uitgevraagd en voor type diagnostisch onderzoek die moet worden gedaan=
onderzoek scenario. BAPD verdeelt vragen in categorieën (voor hulp- en
onderzoeksvragen).

o Onderkennend: kenmerken/problemen in kaart. Mate ervan.
Kennisbestanden over instrumentarium (norm-gegevens/afkappunten
meetschalen en kennisbestanden van classificerende systemen). Heeft…?
Ben ik…?
o Verklarende: waarom..? Hoe….? Verklaring zoeken. Locus van verklaring.
Interne/externe locus. Inducerende condities ontstaan in gebeurtenis.
Continuerende condities houden het in stand (actief). Predisponerende
gaat over grotere kans door bijvoorbeeld erfelijkheid, langdurige factoren,
temperament of persoonlijkheid. Luxerend gaat over de ontwikkelde
uitkomst. Onderhoudend gaat over uitkomst instant houden (indirect).
Kennis nodig welke eigenschappen en factoren samenhangen en elkaar
beïnvloeden.
o Indicerend: welke stappen de cliënt het beste kan nemen. Vermindering
klachten/problemen. Uitkomst van opties voorspellen
(behandeling/interventies). Beste optie kiezen. Dit is het predictieve
vraagstellingstype. Ook voor de selecterende en toewijzende. Voortbouwen
op modellen vanuit theorie, en empirische data over predictieve
eigenschappen en factoren. Dit is voor advies over combi interventie &
cliënt.
o Selecterend: match tussen persoon en conditie vanuit conditie benaderen.
Welke cliënt is meest gebaat bij deze interventie? Kijken welke mensen
hier het meest geschikt zijn. Zoals wie het meest geschikt is voor
interventie/functie. Voortbouwen op modellen vanuit theorie, en
empirische data over predictieve eigenschappen en factoren. Dit is voor
advies over combi interventie & cliënt.
o Toewijzend: beslissing voor specifiek persoon bij specifieke conditie. Zoals
of de behandeling passend is. Diagnosticus bepaald of de match er is,
bepaald of het goed is voor cliënt, en of het goed gebruik van interventie
oplevert. Voortbouwen op modellen vanuit theorie, en empirische data
over predictieve eigenschappen en factoren. Dit is voor advies over combi
interventie & cliënt.


 Belangrijkste activiteiten die de psycholoog in de vier stappen van
het hypothesetoetsend model moet zetten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller danadehaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.01
  • (0)
Add to cart
Added