100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kwalitatieve methoden in de sociale wetenschap $6.69   Add to cart

Summary

Samenvatting Kwalitatieve methoden in de sociale wetenschap

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Volledige samenvatting kwalitatieve methoden in de sociale wetenschappen (gelinkt aan 'Introduction to Qualitive Researsch' - Uwe Flick.

Preview 4 out of 33  pages

  • Yes
  • October 10, 2024
  • 33
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Kwalitatieve methoden
Hoofdstuk 1: Hoe en waarom kwalitatief onderzoek
1.1 Waarom kwalitatief onderzoek
- Sensitizing concepts: Richtinggevende, attenderende begrippen of concepten waarnaar gekeken
moet worden bij dataverzameling en analyse (verandering en continuïteit).
- Pluralisatie van levenswerelden: De diversificatie van het leven in één samenleving. En het
verdwijnen van oude sociale lagen en klassen en de opkomst van een diversiteit.
- Moeilijk te bereiken doelgroepen
- Beperkingen kwantitatief onderzoek
o Niet alles is te tellen of te meten met getallen (sommige variabelen lastig te meten)
- Disenchaments of the world: Onbekende verschijnselen werden met empirische analyses
verklaard. Deze term was door socioloog Max Weber geïntroduceerd met als doel de het
beschrijven van het doel van een sociale onderzoeker. Dat is het ontwikkelen van een analyse, een
beschrijving, of een verklaring geven voor een fenomeen, wat eerder niet helder was.
- Utilization research: Een vorm van onderzoeker interesse in het analyseren van de manier dat
eerdere resultaten van onderzoeksprojecten en wetenschappelijke kennis worden in een meer
praktische context gebruikt/bekeken.
- Monographic conception of science: Uitgebreide studie van een zaak, bruikbaar voor het schrijven
van een boek en het geven van een uitgebreide analyse van deze zaak. Bijvoorbeeld, voor het
schrijven van een boek het gaan beschrijven van veranderingen die een samenleving ondergaat na
werkloosheid voor veel leden van een groep als een fabriek failliet gaat. In plaats van het
analyseren van grote verzameling van cijfers en statistische variabelen en hun relatie gerelateerd
tot het probleem.
- Phenomenology: Beschrijving en analyse van het onderwerp zijn leefwereld en betekenis geven
aan begrijpen van deze leefwereld. Bijvoorbeeld, hoe zijn kleine leefwereld samenlevingen als doe
het zelf mensen georganiseerd, en wat is de regel en betekenis waar zij op zijn gebouwd.
- Autoethnography: Een vorm van onderzoek en schrijven gericht op het beschrijven en systematisch
analyseren van de persoonlijke ervaringen van de onderzoekers om de sociale en culturele
ervaringen te kunnen begrijpen.
- Principle of openness: Een principe in kwalitatief onderzoek, volgens welke de onderzoeker zich
mogelijk wil onthouden bij het formuleren van hypothese en formuleren van vragen als een open
en mogelijk te komen tot zo goed mogelijk beeld door de ogen van de participant.
- Canonization: heldere definities van methodes
- Research perspectives: Belangrijke benaderingen in kwalitatief onderzoek, onder welke de variëteit
van methodes kan worden samengevat.

1.2 Hoe kwalitatief onderzoek
Kwantitatief Kwalitatief
Meetbare variabelen Proces
Perspectief onderzoeker Perspectief onderzochte
Macrolevel Microlevel
Numerieke generalisatie Theoretische generalisatie (H7)
Lineaire processen Circulaire processen (H8)
Hypothesen Evenly suspended attention (H8)
Van theorie naar data Van data naar theorie (H8)
Statistische sampling (representativiteit) Inhoudelijke sampling (relevantie)
(H12)
Positivisme Constructivisme
Theoretische generalisatie: bekijken vanuit verschillende perspectieven
Numerieke generalisatie: steekproef moet zo representatief mogelijk zijn

,Lineaire processen: heel gestructureerd, van vraag naar theoretisch kader naar conclusie
Circulair processen: het proces is een cirkel, vraag kan aangepast worden
Evenly suspended attention: hele open blik voor alles wat je kan vinden in je onderzoek, je kan van alles
vinden, misschien wel iets anders dan allen maar het stukje uit je eigen hypothese
Statistische sampling: steekproef die zo gemiddeld mogelijk is
Inhoudelijke sampling: welke persoon kan mij de meeste informatie geven over deze vraag

Hoofdstuk 2: kwalitatief vs. Kwantitatief
2.1 Vier essentiële kenmerken
1. Passende methoden en theorieën: Bij kwalitatief onderzoek een complexer fenomeen
onderzoeken. Er is sprake van ervaringen en interacties in het dagelijks leven. Het doel: is het
ontwikkelen van nieuwe theorieën.
2. De diversiteit van leefwerelden: Mening, visie en ervaring participant staan centraal. Fenomeen
kan vanuit meerdere perspectieven worden bekeken.
3. Reflexiviteit van de onderzoeker: De onderzoeker zelf speelt een rol binnen de studie. Interactie
tussen interviewer en participant en de subjectiviteit zijn deel van onderzoek.
4. Meerder benaderingen: Naast subjectief perspectief wordt er ook gekeken naar interacties. En
structuren aanbrengen in het te onderzoeken ‘veld’.

Standardization: De mate van controle over een onderzoeksituatie door het definiëren en het limiteren
van zoveel als mogelijk kenmerken.

Hoofdstuk 3: Theoretisch kader
3.1 Kwantitatief versus Kwalitatief
Kwantitatief Kwalitatief
Positivisme Constructivisme
We ONTDEKKEN de realiteit We MAKEN de realiteit
Er is maar 1 waarheid Meerdere waarheden, functionaliteit (viability) belangrijker dan waarheid
Realisme/essentialisme Nominalisme en pragmatisme
Data: cijfers Data: tekst met vertekeningen (mimesis) van de kwestie
Pragmatisch: Gebaseerd op de feiten, betekenis van concepten komen voort uit het praktische gebruik.
Empirisch: Datgene dat men direct ervaart.

3.2 Positivisme
Positivisme: Een filosofie in de wetenschap gebaseerd op observaties als data. De observatie van de data
moet gescheiden worden van de interpretatie van hun betekenis. Waarheid is te vinden bij het volgen van
generale regels van methode, grote onafhankelijkheid van de inhoud en context van het onderzoek.

De assumpties van positivisme volgens Bryman (2004):
1. Alleen fenomenen en kennis bevestigd door het gevoel kan gewettigd worden als kennis
(phenomenalism).
2. Theorieën worden gebruikt om hypotheses te genereren die getest kunnen worden en verklaringen
toestaan om wetten te beoordelen (deductivism).
3. Kennis kan geproduceerd worden door het verzamelen van feiten dat zorgt voor de basis van
wetten (inductivism).
4. Wetenschap kan en moet uitgevoerd worden op een manier dat het waardevrij is en dus objectief.
5. En er is een duidelijk onderscheid tussen wetenschap en normatieve statements.

3.3 Constructivisme
Constructivisme: Epistemologie in welke de sociale realiteit wordt gezien als een resultaat van
constructieve processen (activiteiten van de leden of proces in hun hersenen). Bijvoorbeeld: leven met een

,ziekte kan beïnvloed worden door de manier de individuen hun ziekte zien, welk betekenis ze eraan
toeschrijven en hoe de ziekte gezien wordt door andere leden van hun sociale wereld. Op elk van deze
niveaus, ziekte, en leven met, zijn een sociaal construct. Werkelijkheid wordt geconstrueerd door selectie
en structuur.
Epistemologie: Theorieën van kennis en perceptie in onderzoek.

3.4 Checklist gebruik van kwalitatief of kwantitatief onderzoek
 Is het probleem van de studie, samen met zijn kenmerken, een belangrijk aanknopingspunt voor zo
een besluit?
 Welke theoretische aanpakken hebben implicaties voor het selecteren van je methodologische
aanpakken?
 Welke rol speelt je concrete onderzoeksvraag in het definiëren van hoe je het probleem
conceptueel uiteenzet en hoe je het empirisch dekt?
 Is de methodologische keuze tussen kwalitatieve en kwantitatieve methodes en designs ontleed
aan de punten van referentie net genoemd in deze checklist?
 Heb je de mogelijke middelen meegenomen (tijd, eigen methodologische kennis, en
competenties)?

3.5 Theoretische kaders: Kwalitatief onderzoek
1. Symbolisch interactionisme
Het eerste perspectief is subjectieve betekenis, ofwel symbolisch interactionisme. De betekenis die
een individu geeft aan bepaalde fenomenen of aan de omgeving. Dit perspectief is ontwikkeld uit
het pragmatisme, waarbij de betekenis van bepaalde concepten voortkomt uit het praktische
gebruik. Thomas Theorem: Als een persoon een situatie voor waar beschouwt is die ook zo.
a) Mensen handelen vanuit eigen betekenis
b) De betekenis wordt afgeleid uit de sociale interactie
c) De betekenis wordt verwerkt in een interpretatief proces
Basisaanname: Mensen gedragen zich op basis van de betekenis die ze geven aan bepaalde dingen,
de betekenis ontstaat door sociale interactie dat de een heeft met een ander, de betekenis wordt
aangepast door het interpretatieve proces gebruikt door de persoon in de desbetreffende situatie.
2. Etnomethodologie (Harold Garfunkel, 1967)
De tweede vorm is etnomethodologie, ofwel het maken van sociale werkelijkheden. Het perspectief
kent routines en regels binnen interacties tussen mensen. Het perspectief vindt haar oorsprong in
de conversatie analyse, waarin de taal en het taalgebruik wordt bestudeerd. De focus ligt niet op de
betekenis voor de participanten van een interactie, maar op de manier waarop de interactie tot
stand komt.
Basisaanname: Structureel georganiseerd, de bijdrage van interacties worden zowel gevormd door
de context als vernieuwen de context, dus twee eigenschappen zijn inherent aan de details van
interactie, zodat geen enkele volgorde van details in gespreksinteractie a priori kan worden
verworpen als chaotisch, toevallig of irrelevant.
3. Structuralisme
Ten slotte is er het perspectief van structuralisme, ofwel het verklaren aan de hand van
onderliggende culturele structuur. De betekenis en interactie worden bepaald door een
onderliggend cultureel systeem. Er kan verschil worden gemaakt tussen oppervlakkige ervaringen
en activiteiten en diepere structuren van (vaak onbewuste) activiteiten. De diepere structuren
zitten vast binnen culturele modellen.
Basisaanname: Het verklaren aan de hand van onderliggende culturele structuur. De betekenis en
interactie worden bepaald door een onderliggen cultureel systeem. Er kan verschil worden gemaakt
tussen oppervlakkige ervaringen en activiteiten en diepere structuren van (vaak onbewuste)
activiteiten. De diepere structuren zitten vast binnen culturele modellen.

, 3.5.1 Tabel theoretische kaders
Individuele Creëren van Culturele perspectieven op sociale
subjectieve sociale werkelijkheid
ervaring werkelijkheid
Traditionele Symbolisch Etnomethodologie Structuralisme
theoretisch interactionisme
achtergrond
Interpretatieve Werk studies Poststructuralisme
interactionisme Het resultaat van een verschuiving in
sociale theorieën komend uit de literaire
theorieën, welke vragen de duidelijke
categorieën en generale validiteit claimen
in verschillende theorieën.
Poststructuralisme focust zich op details in
plaats van op generalisatie op menselijke
agentschap in plaats van op sociale
theorieën, en een verandering meer dan
een continuïteit.
Vorm in de Subjectieve Analyse van Sociale representaties
psychologie theorieën taalgebruik en taal De manier waarop een sociale groep
waargenomen wordt of een
onderzoekbevindingen of andere
problemen worden beschreven

3.5.2 Gemeenschappelijke kenmerken van verschillende posities
Er zijn een aantal meningsverschillen tussen de verschillende stromingen binnen de interpretatieve
kwalitatieve wetenschapstraditie. Desondanks zijn er vier gemeenschappelijke kenmerken te
onderscheiden (ter aanvulling van de vier kenmerken van kwalitatief onderzoek uit hoofdstuk 2):
1. Verstehen als principe. Een fenomeen moet vanuit de binnenkant worden bekeken. Het beschrijft
een aanpak om te begrijpen van een fenomeen meer specifiek, in plaats van reduceren tot een
verklaring. Vaak gaat het om Het begrijpen en inleven in een ander (begrijpen).
2. Beginnen met een case, om vervolgens later vergelijkingen te maken of conclusies te trekken.
3. Er wordt uitgegaan van een constructie van de werkelijkheid. Binnen kwalitatief onderzoek
worden de actoren bestudeerd.
4. Het gebruik van tekst als empirisch materiaal, voor eigen empirische analyses.

3.6 Trivialiteit van paradigma’s of triangulatie van perspectieven
Er zijn drie verschillende perspectieven die kunnen dienen als uitgangspunt bij een kwalitatief onderzoek.
De perspectieven kunnen gezien worden als een paradigma, een samenhangend geheel van overtuigingen
– een raamwerk binnen de wetenschap. Een andere kijk is dat de drie perspectieven in combinatie kunnen
worden gebruikt. Het zijn de volgende paradigma’s:
1. Het eerste perspectief start vanuit de subjecten die betrokken zijn in een situatie onder studie en
vanaf de betekenissen dat de situatie voor hen heeft. Je gaat dan de situationele context
reconstrueren, de interacties met members en zover als mogelijk de sociale en culturele betekenis
stap voor stap vanuit de subjectieve betekenis reconstrueren.
2. Je start vanaf de interactie in begeleiding en onderzoekt de gesprekken. Participanten hun
subjectieve mening is minder interessant dan de manier waarop de conversatie formeel is
georganiseerd als een overleg en hoe participanten onderling hun rol als lid toebedelen.
3. Je vraagt welke impliciete of onbewuste regels heersen de expliciete acties in de situatie en ook
welke latente of onbewuste structuren activiteiten ontwikkelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geelvandaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85651 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.69
  • (0)
  Add to cart