Mens en Organisatie 5 Management blok 1 leerjaar 2 Facility Management De Haagse Hogeschool. Gehaald met cijfer: 8,5.
Aantekeningen uit de les en powerpoints
Mens & Organisatie: Management en leidinggeven
Week 1. Management en HRM (H1 & H13)
Waarom zijn managers belangrijk? Je kan er niet omheen, elke organisatie heeft uiteindelijk een
management functie nodig. Het is nodig en nuttig.
Waarom belangrijk?
- Organisaties hebben hun managementvaardigheden en -capaciteiten meer dan ooit nodig in
deze onzekere, complexe en chaotische tijden. Organizations need their managerial skills
and abilities more than ever in these uncertain, complex, and chaotic times.
- Managementvaardigheden en capaciteiten zijn cruciaals voor het gedaan krijgen van dingen.
Managerial skills and abilities are critical in getting things done.
- De kwaliteit van de relatie werknemer / leidinggevende is de belangrijkste variabele in
productiviteit en loyaliteit. The quality of the employee/supervisor relationship is the most
important variable in productivity and loyalty.
Wie zijn managers?
- Iemand die het werk van andere mensen coördineert en overziet, zodat organisatiedoelen
kunnen worden bereikt (anderen helpen hun werk te doen). Someone who coordinates and
oversees the work of other people so organizational goals can be accomplished (helping
others to do their work)
- Frontline, midden en top (traditionele organisatie). Frontline, middle and top (traditional
organization).
- Projecten / geen baas – zelf management (nieuwe organisatie)
Wie is een manager?
Iemand die met behulp van anderen werkt door hun werkzaamheden te coördineren, met als
oogmerk de doelstellingen van de organisatie te realiseren. Weten wat eerst moet gebeuren, in
goede banen leiden. Ten einde om het doel van de organisatie te realiseren. Doel kan zijn om winst
te maximaliseren. “Someone who coordinates and oversees the work of other people so
organizational goals can be accomplished”
First-line Managers: Individuen die het werk van niet-leidinggevende werknemers beheren.
Individuals who manage the work of non-managerial employees.
Middle Managers: Individuen die het werk van eerstelijnsmanagers beheren. Individuals who
manage the work of first-line managers.
Top Managers: Individuen die verantwoordelijk zijn voor het nemen van organisatie brede
beslissingen en het opstellen van plannen en doelen die de hele organisatie beïnvloeden. Individuals
who are responsible for making organization-wide decisions and establishing plans and goals that
affect the entire organization.
,Wat is management?
Efficiëntie: de dingen goed doen, het behalen van de maximale productie met zo min mogelijk input.
Effectiviteit: de goede dingen doen, het realiseren van bedrijfsdoelstellingen.
Organisaties
Een organisatie is een geheel waarin mensen op een doelbewuste manier samenwerken om
specifieke doelstellingen te verwezenlijken. A deliberate arrangement of people to accomplish
specific purpose.
Organization : Een opzettelijke rangschikking van mensen verzameld om een specifiek doel te
bereiken (dat individuen onafhankelijk niet alleen konden bereiken). A deliberate arrangement of
people assembled to accomplish some specific purpose (that individuals independently could not
accomplish alone).
Gemeenschappelijke kenmerken van organisaties
- Een duidelijk doel hebben (doel)
- Zijn samengesteld uit mensen
- Een weloverwogen structuur hebben
Common Characteristics of Organizations
- Have a distinct purpose (goal)
- Are composed of people
- Have a deliberate structure
,Waarom management bestuderen
Komt voor in verschillende sectoren.
De universaliteit (algemeenheid) van management;
- Goed management is nodig in alle organisaties.
De realiteit van het werk;
- Werknemers zijn of managers of worden gemanaged.
Beloning en uitdaging voor managers;
- Management biedt uitdagende, opwindende en creatieve mogelijkheden
voor betekenisvol en vervullend werk.
Succesvolle managers ontvangen significante (betekenisvol);
- geldelijke beloningen voor hun werk.
Universaliteit van management
De realiteit dat management nodig is:
- in alle soorten en maten organisaties
- op alle organisatieniveaus
- op alle organisatorische gebieden
- in alle organisaties, ongeacht de locatie
Universality of Management
The reality that management is needed
- in all types and sizes of organizations
- at all organizational levels
- in all organizational areas
- in all organizations, regardless of location
Management functies
Planning - Doelen definiëren, strategieën opstellen om doelen te bereiken en plannen ontwikkelen
om activiteiten te integreren en coördineren.
Organiseren - Organiseren en structureren van werkzaamheden om organisatorische doelen te
bereiken.
Leiden - Werken met en door mensen om doelen te bereiken.
Besturen - Bewaken, vergelijken en corrigeren van werkzaamheden.
, Planning - Defining goals, establishing strategies to achieve goals, and developing plans to integrate
and coordinate activities.
Organizing - Arranging and structuring work to accomplish organizational goals.
Leading - Working with and through people to accomplish goals.
Controlling - Monitoring, comparing, and correcting work.
Managementrollen (Mintzberg)
Rollen zijn specifieke acties of gedragingen die van een manager worden verwacht. Mintzberg
identificeerde 10 rollen gegroepeerd rond interpersoonlijke relaties, de overdracht van informatie en
besluitvorming.
Interpersonal roles (als iets te maken heeft met de onderlinge relatie tussen personen)
- Figurehead: Ben je in staat band te vormen met mensen/medewerkers.
Boegbeeld waar organisatie voor staat. Goed kunnen aansturen. Bevindt zich bij allerlei
ceremonieën, etc. Sociale en wettelijke plichten vervullen, als symbolische leider optreden
- Leader: ondergeschikten aansturen en motiveren, werknemers selecteren en
opleiden. Interesse tonen in medewerkers, helpen waar nodig.
- Liaison: contacten leggen en onderhouden binnen en buiten de organisatie.
Begrip voor persoonlijke situaties.
Informational roles (informatieve rollen)
- Monitor: werkgerelateerde informatie zoeken en verkrijgen. Weet hebben
over hoe het met de organisatie staat.
- Disseminator: het verstrekken van informatie/delen met anderen.
Informatie communiceren en verspreide naar anderen binnen de organisatie.
- Spokesperson: communicatie en informatie doorgeven aan buitenstaanders.
Decisional roles: durven
- Entrepreneur: nieuwe ideeën identificeren en verbeteringsprojecten
initiëren. Ondernemer, ondernemend zijn. Inzien wat goed is voor organisatie en die kan op
proberen te sturen.
- Disturbance handler: conflict proberen op te lossen. Behandelt geschillen of
problemen en neemt corrigerende maatregelen.
- Resource allocator: zelf beslissen welk deel van budget naar welke afdeling
gat. Beslissen waar middelen worden toegepast.
- Negotiator: verdedigt zakelijke belangen. Ook kunnen onderhandelen met
externe, als beetje tegenzit ofzo.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saritalingbeek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.