100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting alle stof en jurisprudentie van Materieel strafrecht week 1-7 $14.68   Add to cart

Summary

Samenvatting alle stof en jurisprudentie van Materieel strafrecht week 1-7

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Bevat alle stof van de hoorcolleges, aantekeningen van alle werkgroepen en overzichten van jurisprudentie.

Preview 4 out of 52  pages

  • October 10, 2024
  • 52
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Materieel strafrecht

-------------------------------------- Week 1
-------------------------------------------
Essentie strafrecht:

- Berechting van een strafbaar feit en de daarvan verdachte persoon door de strafrechter
- Negatief sanctiestelsel
- Rechtshandhaving en rechtsbescherming

Strafdoelen:

Strafrecht is het recht om bewust leed toe te voegen

- Verdragstheorieën (samenleving mag straffen, aangezien je daar doel van bent)
- Absolutie theorieën (vergelding)
- Relatieve theorieën (generale en speciale preventie)
- Verenigingstheorieën (vergeldingsgedachte, combinatie absoluut en relatief, welk signaal
willen we afgeven?)



In het materiële strafrecht wordt in abstracto bepaald welk gedrag strafbaar is en welke straffen dat
kan worden bestraft.

Een strafbaar feit is een:

- Menselijke gedraging (handelingen of nalaten)
- Die valt onder een delictsomschrijving
- Wederrechtelijk
- Aan schuld te wijten



Legaliteit

De overheid mag alleen handelen op basis van de wet (art. 1 Sr en art. 1 Sv)

Dat garandeert:

1. De democratisch gekozen wetgever heeft zich uitgesproken
2. Het recht is inzichtelijk en voorspelbaar voor burgers, omdat wettelijke regelingen worden
opgeschreven en bekend gemaakt.

Art. 1 Sr: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke stafbepaling

Art. 1 tussen 1943 en 1954: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van eene daaraan voorafgegane
wettelijke strafbepaling. Valt een feit niet onder den tekst, doch wel onder de grondgedachte van
eene wettelijke strafbepaling. Valt een feit niet onder den tekst, doch wel onder de grondgedachte
van eene wettelijke strafbepaling, zoo is de strafbepaling toepasselijk, indien het feit naar gezond
rechtsgevoel strafwaardig is.

Art. 1 Sv: Strafvervolging heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien

,Wanneer iets strafbaar stellen?

- Onrecht
- Minister van Justitie Modderman: ‘het beginsel is dit: dat alleen datgene mag gestraft
worden, wat in de eerste plaats onregt is. Dit is eene conditio sine qua non. In de tweede
plaats komt de eisch er bij dat het een onregt zij, waarvan de ervaring heeft geleerd dat het
(waarbij natuurlijk op den gegeven maatschappelijken toestand te letten is) door geene
andere middelen behoorlijk is te bedwingen. De strafbedreiging moet blijven een ultimum
remedium. ‘
- ‘Uit den aard der zaak zijn aan elke strafbedreiging bezwaren verbonden. Ieder verstandig
mens kan dit ook zonder toelichting wel begrijpen. Dat wil niet zeggen dat men de
strafbaarstelling achterwege moet laten, maar wel dat men steeds tegenover elkander moet
wegen de voordelen en de nadelen van de strafbaarstelling, en toezien dat niet de straf
worde en geneesmiddel erger dan de kwaal.’



Wetboek van strafrecht

- Boek 1 Algemene bepalingen
 Art. 91 Sr: de bepalingen van dit boek zijn ook toepasselijk op feiten waarop bij
andere wetten of verordeningen straf is gesteld, tenzij de wet anders bepaald:
 Straffen, maatregelen, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, deelneming,
samenloop, ne bis in idem etc.
- Boek 2 Misdrijven (opzet is vereist)
 Verschillende titels (verschillende rechtsbelangen of rechtsgoederen moeten worden
beschermd)
 Bijv. Titel V Misdrijven tegen de openbare orde
 - art. 140 Sr?
- Boek 3 Overtredingen (veel lichtere straffen, geen gevangenisstraf, poging is niet strafbaar,
opzet is niet vereist)



Criteria voor strafbaarstelling als denkschema: sinds 1980

- Het moreel verwerpelijke karakter van het gedrag
- Het tolerantiecriterium
- Het principe van ultimatum remedium
- Het schade-principe
- De handhaafbaarheidsnorm
- Een effectiviteitseis
- De frequentie van het gedrag


Wanneer iets niet strafbaar stellen?

Criteria Hulsman:

, - Van strafbaarstelling moet worden afgezien als de grondslag van de strafbaarstelling primair
is gebaseerd op de wens om morele opvattingen omtrent bepaald gedrag heersend te maken
of om mogelijkheden voor hulpverlening te creëren
- Ook van strafbaarstellingen ten aanzien waarvan de capaciteit van het strafrechtelijke
systeem onvoldoende is voor een effectieve handhaving of
- Strafbaarstellingen die als schijnoplossing van problemen fungeren (“window dressing”)
- Tegenreactie van Van Bemmelen (pragmatisch humanist): Strafbaarstelling is noodzakelijk als
de bescherming van individuele en gemeenschapsbelangen door andere gebieden van het
recht onvoldoende wordt gewaarborgd.



Van ultimum remedium naar optimum remedium

Bij bestrijding van ondermijnende criminaliteit en terroristische misdrijven



Dimensies legaliteit

1. Constitutionele dimensie
2. Rechtsbeschermende dimensie
3. Generaal-preventieve dimensie



Legaliteitsbeginsel

1. Het beginsel van lex certa of het bepaalsheidsgebod
2. Gebondenheid van de rechter aan de tekst van de wet
3. Het verbod van analogie/analogische wetsinterpretatie
4. Gewoonte is geen directe bron van strafrecht (of: geen strafbaarheid zonder geschreven
recht);
5. Het verbod van terugwerkende kracht
6. Geen straf zonder geschreven recht (nulla-poena-regel)



Onbehoorlijk gedrag

Artikel 4 Algemeen Reglement Vervoer: verboden onbehoorlijk te gedragen

In stationsrestauratie zijn schoenen op een stoel leggen en agenten uitschelden voor: gorilla’s,
klootzakken, hufters en staatpooiers

HR: deze bepaling is niet onverenigbaar met art. 1 Sr en 7 EVRM. De norm is gevoncretiseerd omdat
het gaat om gedrag op stations en in treinen en het betreft een norm die: inevitably couched in
terms which are vague and whose interpretations and application are questions of practice.



Verhouding wetgever/rechter

- Legaliteitsbeginsel (verbod op analogie)
- Grammaticale interpretatie

, - Wetshistorische interpretatie
- Wetssystematische interpretatie
- Teleologische interpretatie
- Functionele interpretatie
- Functionele interpretatie (maatschappelijke functie die de strafbepaling vervult)

(legisme vs juridische hermeneutiek



Analogie interpretatie(mag niet) vs extensieve interpretatie (mag)

Joyriding (art. 11 WvW) vs diefstal van een auto (art. 310 Sr)



Legisme: Wat staat er in de tekst?

In de legistische benadering gaat het om het vaststellen van de betekenis van de woorden van de
wet als een stap die voorafgaat aan de toepassing van de strafrechtelijke norm op de feiten.

Hermeneutiek: Wat is de bedoeling van de strafbaarstelling?

In de juridisch hermeneutische benadering staat de relatieve onbepaaldbaarheid van de wettelijke
norm voorop en vindt constatering eerst plaats in confrontatie met de feiten en ook met
maatschappelijke en technologische ontwikkelingen. Het recht is een open systeem waarin het
toepassingsbereik van de wet mede afhangt van de berechting van concrete gevallen door de
rechter.



Wetgever maakt gebruik van vage, open en ruim geformuleerde strafbaarstellingen.

- Onbehoorlijk gedrag
- Schennis van de eerbaarheid (art. 239 Sr)
- De rechter moet dus wel interpreteren
- Waarom doet de wetgever dat?

Daarnaast:

- Verschuivende betekenissen van termen waarvan de wet zich bedient
- Bijv. de bestanddelen wegnemen (ook niet ruimtelijke verplaatsingen kunnen daaronder
vallen) en goed (ook niet stoffelijke voorwerpen) in art. 310 Sr.
- Verschuivende (maatschappelijke) opvattingen



Tongzoen I

Valt een afgedwongen tongzoen onder art. 242 Sr (verkrachting/seksueel binnendringen van het
lichaam)?

Art. 242 Sr: Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit
het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mmmroeling. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $14.68. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71184 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$14.68
  • (0)
  Add to cart