Het is een samenvatting van David Parker- Revolutions and the Revolutionary Tradition In the West Hoofdstuk 1, 5, 6, 7, 9, 11 en 12. De inleiding, de Amerikaanse revolutie, De Franse revolutie,
de betekenis van de revoluties van 1848, de Russische revolutie, conclusie H 11, De anti- communistisc...
david parker revolutions and the revolutionary tradition in the west
anti communistische revoluties
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
minor geschiedenis
Revoluties
All documents for this subject (2)
8
reviews
By: jorrenv2 • 4 months ago
By: thomasvanderlinde • 4 months ago
By: boboudenijhuis5 • 1 year ago
By: zeegers4 • 2 year ago
By: anne_blouw_93 • 3 year ago
By: mariekemooij1990 • 3 year ago
By: juliacharlotte • 4 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
emmelie_z
Reviews received
Content preview
Revolutions and the Revolutionary Tradition In the West 1560-1991
- David Parker
H1 Introductie - Benaderingen van revoluties
Voor de revoluties wordt in dit geval gekeken naar het westen. De fascistische revolutie
in Duitsland en Italië en de val van de Sovjet Unie worden vaak niet opgenomen in de
traditionele lijst van revoluties, maar deze kunnen hier niet genegeerd worden. De
revoluties hebben elk een heel andere aard en verschillende schrijvers in het boek, en
daarom is er geen gelijk patroon in de hoofdstukken.
Revolutionaire breuken
Om te kunnen spreken van een revolutie is niet altijd geweld nodig. Zoals Robert Daniels
beschrijft over de val van het Communistische regime in Rusland, waar het oude
politieke systeem volledig werd vernietigd en er een revolutionaire verandering was in
de plaats waar de macht lag. Het gaat erom dat er sprake is van een diepe breuk in het
politieke systeem. Zoals een herverdeling vd soevereiniteit en de herindeling vd staat.
De instabiliteit van een overheid veroorzaakt door een revolutie had soms als gevolg dat
de orde weer werd hersteld via het creëren van nieuwe staatsstructuren, die soms net
zo onderdrukkend waren als de vorige.
Wat een revolutie nu echt definieert is niet eenduidig. Het ligt niet aan de staatsvorm die
na die tijd ontstaat, maar het breken en herindelen vd staat. Het is ook niet zo dat een
revolutie moet gaan om het geven van macht aan de bevolking. Daarom kan ook het
nazisme die gericht was op het creëren van een totalitaire staat, worden gezien als een
revolutie.
Revoluties en het idee van vooruitgang
Een ander idee over revoluties is dat deze altijd progressief en bevrijdend waren. Dit
idee was vooral te danken aan de liberalen en Marxisten. Ook dit klopt niet. Soms
kwamen er nieuwe systemen die dit niet waren. En in de 18e eeuw betekende dat de
verdediging van je vrijheid gelijkstond aan de verdediging van eigendom.
Vaak wordt het eindpunt van een revolutie gezien als het ontstaan van een liberale
kapitalistische democratie zoals bij het communistische regime. Maar niet in alle
gevallen was dit zo. Na een revolutie kwam ook wel de bourgeoisie aan de macht kwam,
wat ook geen universele emancipatie met zich meebracht. Maar ze waren vaak wel een
verbetering van het oude systeem. Wat belangrijker was dat de revoluties zorgden voor
de afschaffing van het feodalisme en een toename in de productiviteit. Marxisten en
liberalen waren het er beide mee eens dat de verdediging van eigendomsrechten
centraal stond in de vroegmoderne revoluties.
Ook is het niet zo dat een revolutie altijd het gevolg is van een klassenstrijd. Er wordt nu
gedacht dat dit meer een resultaat was van deze omwentelingen dan een oorzaak. De
bourgeoisie was de groep die het meeste profiteerde van de revoluties, maar het was de
revolutie zelf die de bourgeoisie maakte en niet andersom.
Revoluties en modernisering
Ook wordt in dit boek gekeken naar de invloed van sociale en economische verandering
op de revolutie. Deze blijkt veel minder groot dan gedacht, er zijn veel meer krachten en
gebeurtenissen die hier buiten staan. Natuurlijk zorgde ook druk van factoren van
,buitenaf voor een bijdrage aan het creëren van een revolutionaire situatie. In de
Amerikaanse opstand was de financiële vraag van de overheersers heel duidelijk. De
onverwachte transformatie van deze opstand in een nationale revolutie kan alleen
worden verklaard door een analyse van de kenmerkende sociale en politieke structuren
van het land en de spanningen die er heersten.
In het geval van Rusland en Frankrijk ging het vooral om de vraag waarom de voormalig
sterke monarchieën niet langer in staat waren (en de wil hadden) om de hervormingen
uit te voeren die nodig waren om hun positie te kunnen blijven behouden. Dit lag vooral
aan de zwakke overheidsstructuur van beide landen die de nodige vernieuwingen
probeerden door te voeren. Dit werd meerdere keren geprobeerd.
Modernisatie is alleen logisch wanneer je het ene regime met de andere vergelijkt. Het
probleem van het Franse regime in de 18e eeuw was dat ze op moesten boksen tegen de
superieure economie, administratieve- en scheepvaartcapaciteiten van Engeland.
Anders zouden ze de strijd verliezen om de koloniale en handelsmacht. Uiteindelijk
bleek Frankrijk hier niet toe in staat en was het te laat in het doorvoeren van grote
hervormingen en zorgde voor politieke blokkades die de weg vrijmaakten voor de
revolutie.
De Russische staat was in de late 19e eeuw op eenzelfde manier geconfronteerd met het
feit dat ze bij moesten blijven met West Europa en liepen hierdoor ook aan tegen een
politieke impasse. Rusland was te gecentraliseerd en technologisch beperkt en bleek het
niet op te kunnen nemen tegen Amerika. Hierdoor besloot Gorbachev in 1985 met het
proces van hervormingen te beginnen. Wat 6 jaar later eindigde in de ontbinding van het
hele oude regime. Al deze voorbeelden laten zien dat staten vaak kwetsbaarder zijn
wanneer ze beginnen met hervormen. Voor staten die achterblijven is modernisatie
nodig met het risico dat dit de zwakheden van de overheidsstructuren zal blootleggen en
intensiveren.
Het revolutionaire proces
Natuurlijk leiden niet alle momenten van druk en structurele crisis tot een revolutie. Het
is onmogelijk om een algemene oorzaak te vinden waarom een opstand overgaat in een
revolutie. Achteraf is het makkelijk te zien dat er sprake was van een revolutie en het
moment waarop er een politieke breuk plaatsvindt, maar er is geen voorgeschreven
volgorde van stappen die naar dit punt leiden. Vaak is het achteraf pas duidelijk en
hebben verschillende groepen altijd nog hoop voor hun visie. Zelfs de Russische
revolutie die al ver van te voren was gepland was onvoorspelbaar in zijn ontwikkeling.
Het ene kritische moment volgde de andere wat voor een uitkomst zorgde die Lenin
zeker niet had voorzien. Zoals de overname van de tijdelijke regering door de
Bolsheviks, de burgeroorlog en de opkomst van Stalin. De Russische revolutie was
eerder een proces dan een gebeurtenis. Dit idee valt eigenlijk wel op alle revoluties toe
te passen. Ook is er geen standaard model voor de elementen in een revolutie die ervoor
zorgden dat de revolutie van de ene fase overgaat in de volgende. Je kan een revolutie
beter vergelijken met een verkeersopstopping. Ook deze gebeuren in verschillende
omstandigheden en hebben verschillende oorzaken. Die toch ook wel weer veel dingen
gemeen hebben. Maar ook dit is een model die ontoereikend is.
De Franse Revolutie: een voorbeeld en een stroomversnelling
Historici hebben de Franse Revolutie vaak genomen als een beginpunt voor meer
algemene reflecties. Het idee bestaat dat de Franse revolutie het meest complete
voorbeeld is voor een revolutie, maar dit is slechts deels waar. Dit komt vooral door het
,doorzettingsvermogen van de revolutionairen om elk overblijfsel van het ancien regime
weg te vegen en overnieuw te beginnen. Maar als je het vergelijkt met voorgaande
revoluties speelde 'de gewone' mens een beslissende rol. Zoals de opstand van de
boerenstand in 1789 die de feodale relaties op het platteland vernietigden. En de
mensen in Parijs die als eerste ingrepen om de nieuwe Assemblee Nationale te redden
en die de monarchie vernietigden. Uiteindelijk werd de Franse revolutie een Europese
aangelegenheid die Europa deed vallen in jaren van oorlog. En het zorgde voor een
politiek systeem die verdeeld kon worden in 'links' en 'rechts', die we nog steeds
gebruiken.
Door de langdurige aard van de Franse revolutionaire strijd proberen historici om
specifieke fases te onderscheiden die een model van een revolutionair proces zou
kunnen weergeven toepasbaar op andere tijden en plaatsen. Maar omdat Frankrijk
eindigde met Napoleon is dit niet logisch. Andere historici stellen weer dat een revolutie
altijd zal eindigen met een figuur als Napoleon, Cromwell of Stalin. Daarom is het in dit
boek aan de lezers om te bepalen in hoeverre de patronen van de Franse revolutie zich
herhaalden in de andere revoluties.
Revolutionaire ideologie
Het grootste doel van dit boek is om niet mee te doen aan het vormen van een
systematisch model, maar om in historisch perspectief de meest revolutionaire
gebeurtenissen te bespreken in de context van en ontwikkelende revolutionaire traditie.
De term revolutie wordt gelinkt aan het idee van vooruitgang. Voor de verlichting werd
verandering vaak gezien als iets slechts. Daarom gingen de eerdere revoluties ook vaak
over het herstellen van oude vrijheden en rechten. Ook de koningen moesten hier naar
streven en God speelde nog een belangrijke rol in de verantwoording van de macht.
Maar toch was er een nieuwe ideologie ontstaan om tegen het idee in te gaan dat de
koning oneindige macht had via God. De meeste nieuwe ideologieën kwamen in het
begin van de protestanten. Religie heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de politiek
en in de gedachten van de heersers en de bevolking. Voor de koningen was religieuze
eenheid fundamenteel voor het behoud van hun autoriteit. Als ze dit niet goed deden
konden ze door hun bevolking worden aangeklaagd door het volk doordat ze zich niet
aan hun 'contract' houden, doordat ze de oude rechten niet respecteren. Al in de eerste
rebellen werd tegen het idee ingegaan dat het Koninklijke gezag onbeperkt was. Maar
ook ontstonden er nieuwe ideeën tijdens het verloop van de strijd en werd het nodig om
de verschillende systemen van de overheid te verantwoorden. Het idee van
soevereiniteit kan in de praktijk ook anders worden gebruikt.
Een ander idee wat langzaam ontstond was dat individuen en rechtspersonen bepaalde
rechten hadden. En deze rechten waren natuurlijk, deze bezat de mens al van zichzelf.
In de jaren van de revolutie (1789-1794) vond er een enorme stroomversnelling plaats.
Het leidde een nieuw tijdperk in waarin het idee van een revolutie een eigen leven kreeg.
De term revolutie was nu iets waar men wat mee kon doen of het over kon hebben. En
het was nu een voorbeeld voor andere groeperingen die in opstand wilden komen.
De Franse revolutie zorgde ook voor een tegenwicht tegen de gevestigde orde, die nu
niet langer afhing van religieuze veronderstellingen over de door God gegeven macht.
De sociale kwestie en de mensen (de onderdanen)
Tijdens de Franse revolutie kwamen de sociale problemen naar voren. Vooral de sociale
ongelijkheid en de armoede. De druk van onderaf door de bevolking, vaak veroorzaakt
door economische nood, kwam in een revolutie ook voor. In Frankrijk werd de revolutie
, geleid door de hogere stand. Ze liepen tegen het probleem aan dat ze de
bondgenootschap wilden behouden met bevolking, maar tegelijkertijd wilden ze hun
eigen controle niet verliezen. Vooral in de eerdere revoluties werden deze geleid door
de sociaal hogere klassen en geleerden. Revolutionairen werden vooral uit die sociale
groepen gehaald die zelfwaardering hadden en de middelen en tijd om te investeren in
radicale politiek. Maar toch was het de sociale kwestie vd bevolking die centraal werd
gesteld in de revolutionaire ideologie. Revoluties gingen vooral om toenemende beloftes
aan de gewone man.
De kracht van ideeën
Een enorm grote rol speelden ideeën in het ontstaan van een revolutie. Het gaat dus niet
alleen om machtsrelaties en staatsstructuren. Staten worden gelegitimeerd en
bijeengehouden door een hele reeks van sociale, politieke en culturele ideeën. Zolang de
politieke en sociale elite hun overtuiging behielden in de gevestigde orde en in zichzelf,
dan was een grote verandering onwaarschijnlijk.
Als de verlichting aan het moderne Europa een concept van vooruitgang had nagelaten,
dan was dit intellectuele erfgoed vergezeld door het idee dat politieke vernieuwing niet
kon worden bereikt zonder morele vernieuwing. Veel ideologieën hadden deze gedachte
als basis, zoals Rousseau, Marx en de fascisten. Zij boden hun aanhangers een
dwingende overtuiging dat ze stonden voor de belangen van de mensheid als geheel,
met verwoestende gevolgen voor diegene die het hier niet mee eens waren.
Er kan wel worden gesteld dat er door de revoluties weinig is veranderd in de zin van
een grotere vrijheid, democratie of sociale gelijkheid wat niet zou kunnen zijn bereikt op
een andere wijze. John Dunn stelt dat als revoluties niet voldoen aan hun verklaarde
doelstellingen, dan doen ook de niet revolutionaire regimes dit. Bovendien kan worden
vastgesteld dat revoluties ontstonden precies op het moment dat het oude regime niet
goed reageerde op de druk om te vernieuwen of niet in staat bleken een ander
programma of hervorming door te voeren. Koningen waren vaak geneigd om zich aan
hun macht vast te houden totdat een grote ramp hun had overvallen. Parlementaire
regimes waren vaak gevoeliger voor publieke druk en lieten een grotere mogelijkheid
zien om te hervormen. Zo stelde Marx dat het in deze gevallen zelfs mogelijk was dat de
arbeidersklasse druk kon uitoefenen om sociale ongelijkheid te verminderen zonder dat
er een revolutie nodig was.
Het was de Oktoberrevolutie (Rusland) die de sociale en politieke agenda vormde van
Europa voor het grootste gedeelte van de 20e eeuw, net zoals de Franse Revolutie dit
had gedaan voor de 19e eeuw.
H5 De Amerikaanse revolutie 1763-1791
De Amerikaans revolutie kan het best worden omschreven als een crisis binnen het
Britse rijk. Het verlies vd 13 koloniën vd kant van Engeland en het bereiken van
onafhankelijkheid aan Amerikaanse kant. Het tweede en meer belangrijke element was
het ontstaan van de Amerikaanse Republiek. Dit proces had 3 elementen: het ontstaan
van overheden in elke staat tijdens de oorlog, de schepping van een nationale staat en
een wezenlijke sociale verandering. Elk van deze punten deed ideologische vragen rijzen
over de bron de legitiem gezag, de bescherming van vrijheid, de noodzaak van
overheidsmacht en de basis voor gelijkheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmelie_z. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.