Jong en oud
Hoofdstuk 5 het huishouden
5.1 een eigen huishouden
In de periode na studie is er voldoende inkomen en vrije tijd. De keuze voor
kinderen wordt steeds later gemaakt omdat meer vrouwen hoger opgeleid zijn.
5.2 koophuis of huurhuis
Een hypothecaire lening is een lening voor een onroerend goed met een lange
looptijd. Een hypothecaire lening heeft altijd het onroerend goed als
onderpand. Dat betekent dat de bank jou huis mag verkopen als je de lening
niet meer betaald. Bij de keuze tussen kopen en het huren van een huis worden
naar verschillende dingen gekeken zoals ‘hoe gaat het met de economie?’ of
‘wat zijn de verwachtingen in de toekomst?’. Een huurder betaalt alleen maar
huur. Bij een koop moet rekening worden gehouden met de hypotheeklasten
zoals rente en aflossing.
Om een goede beslissing te maken vergelijk je de huur van het huurhuis met de
netto woonlasten van een koopwoning. De netto woonlasten bestaan uit:
De rente van de hypothecaire lening na aftrek van het belastingvoordeel
De onderhoudskosten
Verkeringspremie
Belastingen wegens het bezit van de woning
Een annuïteitenhypotheek is een lening die tijdens de looptijd van de
hypotheek volledig wordt afgelost.
5.3 gezinsleven
de gezinsfase is de fase waarin mensen verantwoordelijkheid dragen voor
opgroeiende kinderen. Tijd en inkomen worden relatief schaars. Verder is er
kinderbijslag en zijn kinderen premievrij verzekerd voor de basisverzekering van
ziektekosten. Ook betaalt de overheid mee aan de kinderopvang.
, 5.4 het huishoudinkomen
Inkomsten van een gezin bestaan uit inkomen uit werk, uitkering en eventuele
toeslagen. Wat gezinnen kunnen kopen hangt af van de prijzen van producten
die ze willen kopen. Als de prijzen stijgen kunnen ze met hetzelfde inkomen
minder kopen. Ook wel inflatie. Inflatie is een stijging van het algemeen
prijspeil, in een land, over een jaar.
Als je de koopkrachtveranderingen wil berekenen, moet je met de
prijsontwikkeling van alle producten rekening houden. Om de stijging van het
algemeen prijspeil te bepalen berekent het CBS de consumentenprijsindex. De
consumentenprijsindex (CPI) geeft aan hoeveel de kosten van
levensonderhoud in een jaar stijgen en is een maatstaf voor inflatie.
Bij het budgetonderzoek houdt een groot aantal gezinnen precies bij hoeveel
geld ze aan welke artikelen uitgeven. Op basis hiervan wordt gekeken hoeveel
procent een gemiddeld gezin uitgeeft aan verschillende artikelen. Zo worden de
wegingsfactoren vastgesteld. Een wegingsfactor geeft aan hoeveel procent van
het inkomen gemiddeld wordt uitgegeven aan bepaalde categorieën. Het
bestedingspatroon van consumenten verandert door de tijd.
(som van) (wegingsfactor x indexcijfer)
Gewogen indexcijfer= ----------------------------------------------------
(Som van) wegingsfactoren
De koopkracht is de hoeveelheid goederen die je met je inkomen kunt kopen.
De reële waarde van het budget (reële inkomen). De koopkracht wordt bepaald
door het inkomen en de prijzen. Hoe hoger het nominaal inkomen, hoe groter
de koopkracht. Het nominaal inkomen is het bedrag in euro’s dat je verdient.
Hoe hoger de prijzen, hoe minder de koopkracht. De koopkracht van het
inkomen wordt het reëel inkomen genoemd. Het geeft weer hoeveel producten
je met jouw inkomen kunt kopen.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maradriessen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.67. You're not tied to anything after your purchase.