2. Wat doe je als je gelooft maar er geen aanwijzingen zijn?
3. Wat zijn waarheidsindicatoren?
4. Wat is waarheid?
5. Waarom is voorgaande betekenis van waarheid problematisch?
6. Wat houdt perspectivisme in?
7. In welk ‘licht’ oordeelt de perspectivist?
8. Wat houdt objectivisme in?
9. In welk ‘licht’ oordeelt de objectivist?
10. Wat is hindsight bias?
11. Wat is een bewering?
12. Wat is een quasi bewering?
13. Wat zijn de voorwaarden van een geslaagde bewering?
14. Licht de volgende regel toe: “Het is beweerbaar dat p’, niet: “Je moet dit beweren.”
15. Wat zijn de voorwaarden van een correcte bewering?
16. Welke 2 kenmerken kennen beweringen nog meer?
17. Wat is correct handelen?
18. Wat is het kritiek omtrent het ‘westerse’ van onze deugden?
19. Wat is provincialisme?
20. Wat is een ad hominem argument?
21. Waarom is ‘zijn deze deugden niet te Westers’ een ad hominem argument?
22. Wat betekent het kritiek ‘Observaties zijn theorie-geladen’?
23. Beschrijf de dramatische leeswijze van theorieën.
24. Waarom is deze dramatische leeswijze niet correct?
25. Wat doe je als je een theorie beheerst?
26. Wat betekent het kritiek ‘We kunnen opvattingen een genealogische verklaring geven’?
27. Wat is ondermijnend denken?
28. Wat is een A-vraag?
, 29. Wat is een B-vraag?
30. Hoe noemde je vroeger het ondermijnende argument?
31. Wat is het probleem met de genealogische verklaring?
32. Hoe noem je het ondermijnen in de publieke sfeer ook wel?
33. Wat is de structuur van een ondermijnend argument?
34. Hoe kun je verklaren waarom iemand iets gelooft (met identificerende overtuigingen)?
35. Wat is confirmation bias?
36. Hoe koppel je aversie voor verlies en ondermijnend denken?
37. Waarom kunnen de volgende normen ons niet leiden: Je hoort te geloven dat p juist dan
wanner p; je hoort (als p, te geloven dan p); je hoort (als je gelooft dat p, dan p)?
38. Waarom is ‘je moet de waarheid geloven’ een leeg advies?
39. Wat is dan het verlangen naar waarheid?
40. Wat is Hegels’ vergissing?
41. Waarom is dit problematisch?
42. Wat is de pragmatische verrassing?
43. Wat is een nuttige overtuiging?
44. Waarom is de pragmatische verrassing problematisch?
45. Wat is dan wel nuttig om te geloven?
46. Wat is Foucault’s vergissing?
47. Beschrijf het verschil tussen Heidegger en Russell.
48. Wat is het postmoderne misverstand?
49. Wat is gelegenheidsrelativisme?
50. Wat zijn de problemen met het postmoderne misverstand?
51. Waarom heeft waarheid een positieve kleur?
52. Wat is sceptische idealisme?
53. Wat is transcendentaal idealisme?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nhackl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.76. You're not tied to anything after your purchase.