Dit document bevat alle vragen en antwoorden van alle werkcolleges betreft het onderdeel verbintenissenrecht van de minor praktisch vermogensrecht en bpr. Deze minor wordt aangeboden op de Hogeschool Leiden.
it is often not very extensive and sometimes the answers differ with what the teacher tells
By: carlijnengelbert • 4 year ago
Seller
Follow
dhara-langelaan
Reviews received
Content preview
Verbintenissenrecht
Week 1
Lesdoelen
Lesweek 1 heeft de volgende doelen:
De verschillende rechtsfeiten kunnen kwalificeren.
De bronnen van verbintenissen kunnen benoemen.
Herkennen van problemen die zich kunnen voordoen bij het aangaan van een
overeenkomst.
Benoemen welke soorten aanbiedingen er zijn en wat de gevolgen hiervan zijn bij het
tot stand komen van een overeenkomst.
De wilsvertrouwensleer kunnen toepassen.
Lesstof
Voor lesweek 1 dient u de volgende lesstof te bestuderen:
Hijma/Olthof, Hoofdstuk 18
Hijma/Olthof, Hoofdstuk 19
Hijma/Olthof: Hoofdstuk 20
Hijma/Olthof, Hoofdstuk 29
Hijma/Olthof, Hoofdstuk 30A
Nieuwenhuis, Hoofdstuk 2
De volgende jurisprudentie dient bestudeerd te worden:
HR 17 december 1976, NJ 1977, 241 (Bunde/Erckens)
HR 19 december 1969, NJ 1970, 154 (Lindeboom/Amsterdam)
HR 10 april 1981, NJ 1981, 532 (Hofland/Hennis)
HR 15 april 1983, NJ 1983, 458 (Hajjout/IJmah)
HR 12 september 1986, NJ 1987, 267 (Westhoff/Spronsen)
Aantekeningen les 1
Rechtsfeitenschema:
- Blote rechtsfeiten waar je niks aan kan doen, geboren, doodgaan
- Menselijke handeling
- Feitelijke handeling onbedoelde rechtsfeit, (on)rechtmatige daad, diefstal, aanrijding,
raam ingooien
- Rechtshandeling bedoelde gevolg
- Eenzijdige rechtshandeling opzeggen ovk (gericht = opzeggen abonnement of
ongericht = testament)
- Meerzijdige rechtshandeling ovk, schenking (eenzijdig = schenking of wederkerig =
koop)
Week 1 Opgaven
,Opgave 1
Rechtsfeiten zijn onder te verdelen in feitelijke handelingen (1), blote rechtsfeiten (2) en
rechtshandelingen. Verder is de rechtshandeling weer onder te verdelen in eenzijdige
rechtshandelingen (eenzijdig gericht (3) en eenzijdig ongericht (4)) en meerzijdige
rechtshandelingen. Een wederkerige overeenkomst (5) en een eenzijdige overeenkomst
(6) zijn onder meer meerzijdige rechtshandelingen.
Geef bij de onderstaande rechtsfeiten telkens aan welk van de zes onderstreepte
kwalificaties van toepassing is.
a. A en B worden verblijd met de geboorte van een dochter. bloot rechtsfeit: heeft
gevolgen voor ouders en het kind. Rechten van de een zijn plichten voor de ander.
b. B koopt een broek in de winkel van C. meerzijdige rechtshandeling, wederkerige
overeenkomst.
c. C steelt een tas die toebehoort aan D. feitelijke handeling, niet beoogd
d. D schenkt een geldbedrag aan E. meerzijdige rechtshandeling, eenzijdige ovk, art.
7: 175 BW.
e. E aanvaardt de erfenis van F. eenzijdige rechtshandeling, ongericht
f. F zegt zijn arbeidsovereenkomst op met bedrijf G. eenzijdige rechtshandeling,
gericht, ontvangsttheorie: boek 3
Opgave 2
In hoeverre mogen onderstaande personen aannemen dat er een overeenkomst tot stand is
gekomen?
a. Een winkelier die een door een te Leiden gevestigde fabrikant tot hem gericht
aanbod, tot levering van een bepaalde partij goederen tegen een bepaalde prijs, ‘af
te leveren bij het filiaal Amsterdam’, aanvaardt met het beding dat aflevering zal
geschieden bij zijn filiaal te Amstelveen. wel een ovk, wel een sprake van een
aanbod, 6:217, 6:225 lid 2 BW
b. Een koper die meedeelt een garage, die op het prikbord van de supermarkt te koop
werd aangeboden, voor de gevraagde prijs van €30.000,- te kopen. alleen
uitnodiging om in onderhandeling te treden, arrest Hofland/Hennis. Individueel
bepaalbare zaak, in dergelijke situaties moet je een advertentie niet opvatten als
een aanbod, maar als een uitnodiging om in onderhandeling te treden.
c. Aan een koper wordt een nagenoeg nieuwe BMW-motor aangeboden voor €10.000.
De koper verwerpt eerst het aanbod en wil het dan alsnog aanvaarden omdat de prijs
toch blijkt mee te vallen. art. 6:221 lid 2 BW, aanbod vervalt als het wordt
verworpen.
d. De werkgever die meteen akkoord gaat met een aanbod uit een brief, ontvangen van
een werknemer die een licht verstandelijke beperking heeft. De brief luidt als volgt:
‘Na een grote fout van mijn kant zie ik in dat er geen vertrouwen meer is tussen mij en de
werkgever. Dus met wederzijds goedkeuren zal ik per 1 november 2014 niet meer in dienst
zijn bij Vracht BV. Graag ontvang ik van u een schriftelijke bevestiging van mijn ontslag.’
art. 3:35 BW, art. 3:33 BW er moet een wil en een verklaring zijn. Art. 3:34, als je een
beperking hebt gaan ze ervan uit dat je geen wil hebt. Omdat je weet dat je medewerker
verstandelijk gehandicapt is mag je deze verklaring niet gelijk accepteren, nodig de
,medewerker uit en praat er goed over dan pas kan je accepteren. Arrest Hajani/Van
Woerden. Hij heeft niet voldaan aan het onderzoeksplicht, art. 3:35 BW arrest
Hajjout/IJma
Opgave 3
Door privéomstandigheden is Margot overspannen geraakt. Margot deelt in deze
overspannen toestand aan haar werkgever mee dat zij met ingang van heden haar
dienstbetrekking wil beëindigen. Haar werkgever vraagt na een week nog eens aan Margot
of zij bij haar opzegging blijft en verneemt dan van Margot dat zij niet terug wil komen.
Twee weken later komt Margot tot de conclusie dat het zeer onverstandig was om haar
arbeidsovereenkomst met de werkgever te beëindigen. De werkgever heeft inmiddels al een
nieuwe werknemer in dienst genomen.
a. Waarom is het voor Margot zeer nadelig om deze arbeidsovereenkomst op te
zeggen? ze is verwijtbaar werkloos, als ze zich ziekmeld kan ze ook twee jaar
worden doorbetaald worden tijdens ziekte.
b. Welk soort rechtsfeit is het opzeggen van de arbeidsovereenkomst door Margot?
eenzijdige gerichte rechtshandeling
c. Kan Margot terugkomen op haar verklaring? Art. 3:34 BW. Doordat ze aan een
burn-out lijdt kan de werkgever de verklaring vernietigen. Maar er is wel aan art.
3:35 voldaan. Arrest Westhoff/Spronsen als je als baas aan je onderzoeksplicht
heeft voldaan, en hij lijdt nadeel dan blijft bij zijn standpunt.
Opgave 4
Jordi heeft een Fiat 500 te koop staan. Anna heeft sinds kort een nieuwe baan en kan het
zich nu permitteren om een auto te kopen. Ze heeft aan Jordi te kennen gegeven dat ze wel
geïnteresseerd is, maar er nog even over wil nadenken. Jordi laat Anna weten dat ook
anderen interesse hebben en zij komen morgen langs. Hij wil haar wel de tijd geven tot
morgenochtend, maar als het tot een deal komt dan wil hij toch echt tussen 09.00 uur en
10.00 uur haar antwoord hebben. Jordi geeft Anna zijn 06-nummer zodat zij hem kan bellen.
Anna besluit de Fiat 500 te kopen en belt Jordi om 09.45 uur. Het nummer is continue in
gesprek. Uiteindelijk stuurt Anna hem maar een sms’je, waarin staat dat zij de Fiat 500 wil
kopen.
Jordi leest het sms’je pas in de namiddag en zegt Anna dat ze te laat is, hij heeft de Fiat 500
al aan de andere geïnteresseerden verkocht omdat hij niets van haar hoorde. Jordi voelt zich
nergens toe verplicht.
Is hier een overeenkomst tot stand gekomen? Ja, hij heeft gezegd dat ze tot 10 uur de
tijd heeft om te reageren, zij gaat hiermee akkoord. Art. 6:219 BW, hij kan het aanbod wel
herroepen, maar niet als er een termijn in zit om na te denken. Dan is het een
onherroepelijk aanbod. Ze heeft hem voor de termijn was verlopen gebeld maar hij was in
gesprek. Er wordt niet genoemd hoelaat ze het smsje heeft gestuurd. Art. 3:37 lid 3 BW,
het is zijn eigen schuld dat hij het pas later leest, hij moet op de blaren zitten.
Opgave 5
Rogier weet dat de zeilboot van Ton te koop staat, vraagprijs €80.000,-. Hoewel de prijs zijn
budget ver te boven gaat, gaat Rogier toch naar Ton toe om met hem te onderhandelen. Ton
, stelt Rogier voor het gedeelte van de koopsom dat Rogiers budget te boven gaat te weten
€25.000,- te financieren door aan hem het komende jaar bedrijfskundige adviezen te geven.
Rogier antwoordt dat hij dit voorstel eerst met zijn financieel adviseur wil bespreken.
Vervolgens ontkurkt Ton de champagne, heft het glas met de woorden ‘op de door ons
gesloten overeenkomst’ en begint Rogier te feliciteren met zijn aankoop. Rogier is
verbijsterd, maar zegt niets en drinkt het glas leeg. Wanneer Ton hem later aanspreekt tot
nakoming weigert Rogier, daar hij zich nergens toe verplicht voelt. Ton zegt dat er op die
bewuste dag een koopovereenkomst tussen Rogier en hem tot stand is gekomen.
Is hier een overeenkomst tot stand gekomen? Nee, hij heeft gezegd dat hij eerst met zijn
financieel adviseur wil overleggen, hij is niet akkoord gegaan. 6:217 BW jo. 6:225 lid 1 BW.
Aanbod is niet aanvaard. Een aanvaarding kun je niet afleiden uit een zwijgen. Maar
gedragingen worden niet uitgesloten als aanvaarding.
Opgave 6
Daan en Daantje gaan een weekend naar Maastricht. Daan reserveert telefonisch een leuk
en goedkoop hotel aan het Vrijthof. “Een overnachting kost €80,- per kamer”, zegt de
eigenaresse van het hotel. Na een leuk weekend is Daan heel verbaasd wanneer de rekening
€95,- bedraagt. De eigenaresse legt uit dat de prijs van €80,- exclusief ontbijt was. De
ontbijtkosten komen er nog bovenop. Daan zegt dat het toch logisch is dat bij een
hotelovernachting een ontbijt hoort!
Is hier sprake van een geldige overeenkomst? Het gaat om een misverstand, arrest
Bunde/Erkens. Het gaat om de gebruiken. De kern moet duidelijk zichtbaar zijn. Art. 6:230
Opgave 7
Bij H&M zijn tassen en riemen in de aanbieding.
Tot 30 september zijn de tassen van L.L.V. niet €80,- maar €40,-.
Verder krijg je voor maar €5,- een riem, echter voor de riemen geldt: op = op.
Tessa gaat op 24 september naar H&M en geeft aan dat zij de tas uit de aanbieding wil
kopen en dat zij graag twee riemen wil. De medewerker geeft aan dat hij het heel vervelend
vindt, maar dat beide artikelen niet meer aanwezig zijn. Er zijn nog wel andere tassen, maar
deze kosten €70,- en helaas waren alle riemen binnen een week weg.
Tessa geeft aan dat zij het er niet mee eens is en eist beide artikelen voor de prijs uit de
aanbieding. Zij is namelijk ingegaan op de aanbieding/het aanbod van de winkel en dus is er
een overeenkomst.
a. Is er sprake van een geldige overeenkomst voor wat betreft de tas? Art. 6:219 lid
1 BW. Vanwege de termijn voor de aanvaarding kan het aanbod niet worden
herroepen. Tessa heef het aanbod aangaande de tassen aanvaard en dan is er
sprake van een overeenkomst. Art. 6:217 BW. Echter geldt dat in de rechtstheorie
in zijn algemeenheid wordt aangenomen dat een openbaar aanbod van zaken
geschiedt onder de voorwaarde ‘zolang de voorraad strekt’, ook als het aanbod die
voorwaarde niet noemt. De wederpartij mag er in zijn algemeenheid niet op
vertrouwen dat de aanbieder tot verkoop bereid is wanneer zijn voorraad is
uitgeput (voorraden zijn niet oneindig). In dit geval is er discussie mogelijk om dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dhara-langelaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.