100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting probleem 5 Inleiding privaatrecht $7.78   Add to cart

Summary

Samenvatting probleem 5 Inleiding privaatrecht

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Werkgroepuitwerkingen probleem 5 Inleiding privaatrecht

Preview 2 out of 10  pages

  • October 11, 2024
  • 10
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Probleem 5 IPR
1. Wanneer is iemand aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad?
Schending van een verplichting die niet ligt besloten in een verbintenis levert een OD op.
Onrechtmatigheid heeft een relatief karakter.
Vereisten voor aansprakelijkheid bij OD (6:162) volgen uit lid 1:
- Onrechtmatige daad (zie lid 2);
- Toerekenbaarheid van de onrechtmatige daad aan de dader.
- Causaal verband tussen onrechtmatige daad en schade. Hier weer condicio sine qua
non-verband: zou schade zijn uitgebleven zonder onrechtmatige daad?
- Verband tussen het doel van de overtreden norm en het geschade belang =
relativiteitsvereiste
Voor de vestiging van de aansprakelijkheid is voldoende dat er nadeel is geleden. Welke
schade voor vergoeding in aanmerking komt, komt later.

Als aan eisen van 6:162 is voldaan, is hij aansprakelijk tenzij hij aantoont dat:
- De overtreden norm in het geheel niet strekt tot bescherming van burgers tegen
schade;
- De overtreden norm een beschermingsbereik heeft dat zich niet uitstrekt tot de
benadeelde persoon, de geleden schadeposten of de wijze waarop de schade is
ingetreden.
Kan nog wel dat er ook een ongeschreven betamelijkheidsnorm is overtreden.

Een toerekenbare onrechtmatige daad wordt fout genoemd.
Lid 2: de daad kan ook nalaten zijn. Criteria voor onrechtmatigheid:
A. Een inbreuk op een recht: alle rechten behalve persoonlijke (vorderingsrechten).
Vloeien voort uit literatuur en rechtspraak. Twee soorten gevallen:
a. Men verricht een handeling waartoe een ander bij uitsluiting bevoegd is;
b. Men stoort de rechthebbende in diens beschikking- of gebruiksrechten;
B. Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht; alle wetten.
C. Een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt. Gaat hier om ongeschreven recht, wordt naar
omstandigheden van het geval gekeken. Bestaan uit:
a. Regels die verbieden een ander bloot te stellen aan gevaren waarop deze niet
bedacht hoeft te zijn.
b. Regels die verbieden, bij de behartiging van eigen belangen, de belangen van
anderen in ernstige mate te schaden.
Gevaarzetting: het scheppen (of laten voortbestaan) van gevaar voor andermans persoon of
goed. De mogelijkheid dan een gedraging tot schade leidt, maakt de gedraging nog niet
onrechtmatig. Gevaar moet dusdanig zijn dat betrokkene zich naar maatstaven van
zorgvuldigheid (maatschappelijke betamelijkheid) van dit gedrag had behoren te onthouden.
Bij beoordeling gebruik van kelderluikcriteria:
- Hoe waarschijnlijk het is dat een ander niet de nodige oplettendheid en
voorzichtigheid in acht neemt;
- Hoe groot de kans is dat daaruit ongevallen ontstaan;
- Hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn;
- Hoe bezwaarlijk het is om veiligheidsmaatregelen te nemen.

, Wanprestatie levert op zichzelf geen onrechtmatige daad op, maar in de wanprestatie
opgeleverde gedragingen kan een onrechtmatige daad zijn gelegen. Kan jegens de
wederpartij, maar alleen als het gedrag los van de schending van de verbintenis als
onrechtmatige daad valt aan te merken. Kan ook jegens een derde.

Lid 3: wanneer een onrechtmatige daad de dader kan worden toegerekend, kan indien:
1. Zij te wijten is aan zijn schuld: opvatten in subjectieve zin kijkend naar
omstandigheden: kan dader worden verweten dat niet is nagelaten.
2. Zij te wijten is aan een oorzaak die krachtens wet of verkeersopvattingen voor zijn
rekening komt.
Toerekening kan ook zonder schuld en schuld zonder toerekening; kind van 12 gooit
baksteen door ruit (wel schuld, geen toerekening) & per ongeluk tegen boom rijden met
andermans auto (wel toerekening, geen schuld).
Gaat hier om aansprakelijkheid van eigen gedrag, anders dan risicoaansprakelijkheid.

Relativiteitsbeginsel (6:163): geen verplichting tot schadevergoeding als geschonden norm
niet strekt tot bescherming van de geleden schade. Bewijslast rust op dader. Strekking van
overtreden norm moet worden vastgesteld. Hierbij afvragen:
1. Behoort de eiser tot de kring van personen die door de norm wordt beschermd?
2. Valt de soort schade die is geleden binnen de bescherming van de overtreden norm?
3. Valt de wijze waarop de schade is ontstaan binnen de bescherming van de
overtreden norm?

‘De leer Smits’: het antwoord op de vraag of een bepaalde handeling onrechtmatig is zou
steeds moeten afhangen van het oordeel of wel of niet is gehandeld in strijd met de
maatschappelijke betamelijkheid.
De correctie Langemeijer: de stelling dat voor aansprakelijkheid op grond van OD schending
van wettelijke normen slechts van belang is voor zover het betreft overtreding van
voorschriften die strekken tot bescherming van het getroffen belang, moet worden
gecorrigeerd in dier voege dat wetschending, ongeacht de strekking van de overtreden
norm, van belang kan zijn voor het oordeel over de vraag of al dan niet is gehandeld in strijd
met de maatschappelijke betamelijkheid.

Rechtvaardigingsgrond: bijzondere bijkomende omstandigheid die de gedraging
rechtvaardigt en zo de onrechtmatigheid wegneemt:
a. Overmacht: drang waaraan geen weerstand geboden hoeft te worden.
Als noodtoestand: moet een keuze worden gemaakt tussen twee plichten,
hogere plicht moet worden nagekomen.
b. Toestemming van de benadeelde
c. Noodweer: feit werd begaan ter noodzakelijke verdediging van eigen of eens
anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke
aanranding.
d. Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
e. Wettelijk voorschrift of wettelijke bevoegdheid.
Zijn ook nog ongeschreven rechtvaardigingsgronden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliekespanninga. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.78
  • (0)
  Add to cart