- via (gemodificeerde) stamcellen = delen constant
---> embryo nodig = moeilijk
---> via beenmerg = bevat stamcellen
- via spermatogonia = heel snel delende cellen + veel mitotische celdelingen
- altijd cellen in metaprofase weergeven
---> celcyclus =
---> meeste cellen = bevinden zich in G0-fase = rustfase = delen niet op dat
moment
---> G1-fase = duurt lang = soort controle ---> is alles aanwezig?
---> S-fase = DNA dupliceren = DNA verdubbelen
---> G2 = groeifase
---> mitose = deelfase
bv. snede in vinger =
---> stof vrijgeven die aanzet tot delen (= uit G0 halen) = platelet derived grow-factor (PDGF) --->
aan fibroblasten er naast = stimulus geven voor huidcellen ---> beginnen te delen = wonde groeit
weer dicht
Mitose =
= Heel korte fase ---> duurt slechts een uur ---> verloop =
chromosomen worden steeds korter ---> bestuderen = tussen
pro- en metafase = prometafase
= perfecte lengte om chromosomen te bestuderen
1
, Verschillende fases =
vooraf = DNA verdubbelen
1. 2 zusterchromatiden dicht bij elkaar houden = dr condensines + cohesines = profase
2. chromosomen in equatoriaal vlak = metafase
3. soort signaal geven bij hechting aan spoelfiguur = bindingseiwitten komen vrij
---> zusterchromatiden scheiden = anafase
4. zusterchromatiden elk naar 1 pool = anafase
5. 2 identieke dochtercellen creëren = telofase + cytokinese
---> celcyclus controleren via checkpoints = via kinasen = cyclin-dependent kinases = cdk’s = nakijken
of alles in orde is + signalen geven aan cel dat proces mag doorgaan
---> fouten in cdk’s = kanker ---> ongecontroleerd delen
1. = cellen in kweekmedium =zorgen dat bloed niet stolt
---> middel = artificiële GF voor lymfocyten = denken
dat ze moeten beginnen delen = v G0 ---> G1
---> stoffen toevoegen =
2. Metotrexaat = DNA replicase blokkeren ---> paar uur
wachten = inspelen op cdk’s
3. thymidine toevoegen ---> alle cellen beginnen op
zelfde moment te delen = allemaal samen in
prometafase
4. colchine toevoegen = spoelfiguur niet vormen =
mooier beeld v chromosomen = ts meta + anafase
---> allemaal in hypotoon milieu = cellen laten zwellen =
meer ruimte voor chromosomen
---> alles v groot nr klein leggen = zo ideogram maken 2
5. Giesma kleuring = A +T nemen op = bandenpatroon
(= getekende versie)
creëren
, Het chromosoom = indeling ≠ chromosomen = op basis v centromeer =
- Metacentrisch
= in midden v chromosoom
- submetacentrisch
= ts midden + einde v chromosoom
- acrocentrisch
= aan uiteinde v chromosoom
- telocentrisch
= geen 2 delen meer ---> centrosoom volledig op
einde
Lengte chromosoom =
- in profase = erg lang = 800 banden
- in metafase = korter = 400 banden
---> wordt telkens koter
---> bollen op beeld = niet-delende cellen
Trisomie 21 =
1/800 ---> geen zeldzame aandoening
onze genen = erg veel dossage-insensitive = maakt niet uit
hoeveel kopijen je van 1 gen hebt
---> feedback loops = erg complex = reguleren hoeveel eiwit
gevormd wordt ---> maakt niet uit hoeveel kopijen er van een
gen zijn
---> voor sommige genen = wel belangrijk
Meer genen = meer eiwit maken = zorgt voor problemen ---> bv.
te veel amyloïde vormen = jong dementie bij patiënten met
down
---> net iets complexer =
Heel veel zaken spelen rol bij transcriptie/translatie v genen ---> allel-specifieke transcriptie/translatie = hangt af v:
- aantal genen
- variante single NT in promotor + regulatoire gebieden = bepalen of TF sterker/ minder sterk gaan binden --->
− sterker binden = meer eiwit
− minder binden = minder eiwit
= liabillity-treshhold model ---> verklaart bepaald feno
---> bepaald treshhold overschreden = bepaald feno tot uiting komen
---> elk blokje = 1 kopij v gen op chromosoom 21 ---> hvl expressie =
bepalen of iets tot uiting komt of niet
3
, Mitose vs Meiose
= ander (tegenovergesteld) doel --->
- meiose = dochtercellen die allemaal verschillend zijn
- mitose = dochtercellen krijgen die identiek zijn
= ander verloop ---> meiose =
1. meiose 1 = reductiedeling =
segregatie v homologe chromosomen ---> paternaal + maternaal naast elkaar + recombinatie
= crossing over ---> elk nr andere dochtercel
2. meiose 2 = mitotische deling =
segregatie v zusterchromatiden
---> recombinatie =
1. maternaal + paternaal chromosoom naast elkaar
2. chiasmata vormen ---> chromatiden over elkaar
3. uitwisseling v materiaal
4. scheiding v 2 chromatiden ts 4 ≠ haploïde cellen
---> hoe langer arm, hoe meer kans op recombinatie
---> vormen synaptonemal complex = 2 chromosomen
erg dicht bij elkaar = 4 chromatiden lijken op 1
---> ook bij X + Y chromosomen = lijken niet op elkaar: X = langer dan Y ---> paren via pseudo-
autosomale regio’s = zijn identiek in begin + eindpunt
===> crossing-over = heeft geen effect
===> X = langer dan Y ---> buiging v X over Y ---> zo binden
Meiose = zorgen voor genetische variatie =
23 homologe chromosomen = 8M verschillende manieren segregeren
---> ook variatie dr:
1. humane spermatogenese =
1. begin pubertijd = vorming spermatogonia via mitotische deling
2. primair spermatocyt = vormen bij laatste mitotische deling
---> ondergaat meiotische deling
3. secundair spermatocyt = resultaat v meiose 1
4. spermatiden = resultaat v meiose 2
5. spermatiden rijpen tot spermatozoa = zijn allemaal identiek
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geneeskundesamenvattingen53. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.