100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
SM&O Samenvatting Marketing Kernstof $5.94
Add to cart

Summary

SM&O Samenvatting Marketing Kernstof

2 reviews
 137 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting Marketing 1 Boek: Marketing kernstof (Hans Vormer&John Smal, 8e druk) Tentamen sm&o blok 1

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • H1 t/m 13, 20, 27, 28, 29
  • January 15, 2020
  • 28
  • 2019/2020
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: marnixwiersma • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lucasportegies1 • 3 year ago

avatar-seller
Marketing 1
Hoofdstuk 1: Marketing en marketingconcept
Marketing: alle activiteiten verricht door ruilsubjecten, die erop gebaseerd zijn om ruiltransacties te bevorderen,
te vergemakkelijken en te bespoedigen.
 behoeften, afnemers, marketingactiviteiten, ruiltransacties, planmatig

Marketingconcept: het op een winstgevende manier bevredigen van behoeften.

OMA+Ali B
Omzet, marktaandeel, afzet, bruto winst

U.B.R. U.S.P.
unique buying reason unique selling point
concurrentie klant

Taken van marketing:

1. In kaart brengen van de wensen en behoeften van de doelgroep (UBR)
2. Het beïnvloeden van en inspelen op de vraag met een uitgekiend marketingbeleid (USP)
3. Serviceverlening, klachtenbehandeling en het onderhouden van contacten (nazorg)

Marketing op 3 niveaus:

 Macromarketing: alle activiteiten die de stroom van goederen en diensten besturen van producent naar
consument (in maatschappij)
 Mesomarketing: van product naar consument binnen bepaalde bedrijfskolom of bedrijfstak
 Micromarketing: door individuele onderneming of instelling

Ontwikkeling van marketingmanagement

1. Producttijdperk  beperkt aanbod, weinig keuze, productkwaliteit
2. Productietijdperk  goedkoop, veel producten
3. Verkooptijdperk  afzetvergroting, concurrentie, promotie
4. Consumenttijdperk  kijken naar behoeften van klant
5. Maatschappelijke tijdperk  geld verdienen en ethisch handelen
6. Holistische tijdperk  meerdere benaderingswijzen (social media)

Marketingmix: combinatie en afstemming van de door een organisatie gehanteerde
marketinginstrumenten die gericht zijn op 1 of meer doelgroepen binnen een bepaalde markt.

 Productmix: kwaliteit, vormgeving, verpakking, merknaam, accessoires, service, garantie
 Prijsmix: prijzen, leverings- en betalingsvoorwaarden, marges, kortingen
 Distributiemix: distributiekanalen, distributie-intensiteit, distribuanten, logistiek
 Promotiemix: reclame, persoonlijke verkoop, sales promotion, sponsoring, beurzen en congressen

Drie R’s: ruil, relatie, reputatie
De ruil komt tot stand als er een relatie is opgebouwd met potentiële koper  relatie komt tot stand als de
reputatie in overeenstemming is met de wensen.

Verschillende vormen marketing

Aanbieder Doelgroep Marketingvorm/Aard product
Fabrikant van consumentenproducten Detail- en groothandel Handelsmarketing
Consument Consumentenmarketing
Fabrikant van industriële producten Organisaties Businessmarketing
Groothandel Detailhandel Groothandelsmarketing
Detailhandel Consument Detailhandelsmarketing
Not-for-profit-organisaties Burgers en organisaties Not-for-profit-marketing
Overheid Burgers en organisaties Overheidsmarketing




Hoofdstuk 2: Marketingomgeving

, Marketing 1
Omgevingsfactoren
Micro-omgevingsfactoren: interne factoren die de diverse onderdelen van een bedrijf kunnen beïnvloeden.
Meso-omgevingsfactoren: externe omgevingsfactoren uit de bedrijfstak of branche waartoe de organisatie
behoort, zijn relevant, onbeheersbaar en beperkt beïnvloedbaar. (stakeholders, publieksgroepen, public relations)
Macro-omgevingsfactoren: externe, onbeheersbare invloeden vanuit de maatschappij.

DESTEP-analyse (macro-omgeving)
D- Demografische omgevingsfactoren (omvang en samenstelling bevolking)
E- Economische omgevingsfactoren (elementen die inkomen en koopkracht van consument beïnvloeden)
S- Sociaal-culturele omgevingsfactoren (sociologische/culturele ontwikkelingen)
T- Technologische omgevingsfactoren (technische/technologische ontwikkelingen)
E- Ecologische omgevingsfactoren (milieu, klimaat)
P- Politiek-juridische omgevingsfactoren (wetgeving, subsidies)

Concurrentie
Er zijn vier concurrentieniveaus:

1. Merkconcurrentie: tussen verschillende merken van een bepaald product die elkaars substituten zijn.
2. Productvormconcurrentie: tussen verschillende technische verschijningsvormen van zelfde product.
3. Generieke concurrentie: tussen verschillende soorten producten die in eenzelfde behoefte van een
bepaalde afnemer kunnen voorzien.
4. Behoefteconcurrentie: tussen verschillende behoeften van bepaalde afnemer.

Het is voor een aanbieder belangrijk om te kijken of een markt aantrekkelijk is  mogelijkheid goed rendement.
Dit wordt grotendeels bepaald door concurrentiestrijd in de markt. Onderscheid tussen 5 concurrentiekrachten:
krachten die de aard en mate van concurrentie beïnvloeden (en dus ook de winstgevendheid).

1. Macht van concurrentie
2. Macht van leveranciers
3. Macht van afnemers
4. Dreiging van nieuwe toetreders
5. Dreiging van substituutproducten

Hoofdstuk 3: Markt- en vraagbegrippen
Markt: geheel van vragende partijen naar bepaalde goederen of diensten.
Vraag: totaal aan goederen of diensten dat op een bepaalde markt op bepaald moment wordt gevraagd.

Concrete en abstracte markten
Concrete markt: markt die gezien wordt als een geografisch bepaalde plaats waar kopers en verkopers elkaar
ontmoeten en waar de goederen in natura aanwezig zijn.
Abstracte markt: samenkomen van vraag en aanbod waarbij de marktprijs tot stand komt. Het is niet noodzakelijk
dat de goederen op een bepaalde plaats aanwezig zijn of dat de vragers en aanbieders elkaar ontmoeten. Er
moet wel sprake zijn van een transparante markt.

Veilingen en beurzen
Veiling: openbare verkoping met eenzijdige concurrentie tussen de kopers. Drie technieken:
- Veiling bij opbod: beginnen met lage prijs, veel bieders, uiteindelijk blijft er 1 over
- Veiling bij afslag: beginnen met hoge prijs, steeds lager, afmijnen
- Veiling bij opbod en afslag: combinatie, eerst opbod, vervolgens afslag

Beurs: op geregelde tijden en vaste plaatsen gehouden samenkomst van een groot aantal kooplieden, waar
goederen verhandeld worden die niet in natura aanwezig zijn, maar in monsters.

Generieke, primaire, secundaire en selectieve vraag

 Generieke vraag: vraag naar goederen of diensten die gericht zijn op het bevredigen van een bepaalde
behoefte (vervoer, onderwijs, amusement)
 Primaire vraag: vraag naar een bepaalde productsoort (auto’s, koelkasten)
 Secundaire vraag: vraag naar een bepaald type product (sportauto’s, tafelmodelkoelkasten)
 Selectieve vraag: verhouding tussen secundaire en primaire vraag in %
 Finale vraag: vraag naar consumentenproduct
 Afgeleide vraag: vraag naar industrieel product waarvan de omvang wordt bepaald door de finale vraag
naar artikelen die ermee geproduceerd worden
 Actuele vraag: vraag die daadwerkelijk wordt uitgeoefend

, Marketing 1
 Potentiële vraag: maximale vraag die in een bepaalde periode uitgeoefend kan worden door alle
afnemers die voor het product in aanmerking komen, verminderd met de actuele vraag in die periode.

Initiële, additionele, vervangings- en uitbreidingsvraag

 Initiële vraag: vraag van afnemers die het product voor de eerste keer aanschaffen.
 Additionele vraag: extra vraag van afnemers die al in het bezit zijn van het product en daarnaast nog een
tweede exemplaar aanschaffen.
 Vervangingsvraag: vraag van afnemers naar een vervangend product.
 Uitbreidingsvraag: initiële vraag + additionele vraag

Marktpotentieel: deel van alle afnemers dat interesse heeft in een product, waarvan het niet uitgesloten is dat
deze groep dit product in de toekomst zal gaan aanschaffen. (bijv. bij lagere prijzen of meer budget)
Door veranderingen in de macro-omgeving kan het marktpotentieel toenemen (toename aantal huishoudens,
stijging koopkracht), maar ook door verandering in meso-omgeving (productverbetering, prijsdaling).

Penetratiegraad (relatie tussen actuele vraag en marktpotentieel)
Cumulatieve penetratiegraad: aantal gebruikers/bezitters dat ooit het product gekocht/bezeten heeft gedeeld door
het potentiële aantal gebruikers/bezitters.

Penetratiegraad van niet-duurzame goederen (verbruiksartikelen) is het kengetal waarmee het aantal afnemers in
verhouding tot het marktpotentieel wordt aangegeven, dat een bepaald niet-duurzaam product of merk in een
bepaalde periode ten minste één keer heeft gekocht.

Penetratiegraad van duurzame goederen (gebruiksartikelen/bezitsgraad) is het kengetal waarmee het werkelijke
aantal afnemers in relatie tot het potentiële aantal afnemers wordt weergegeven, dat ten minste één exemplaar
van een bepaald duurzaam product of merk op een bepaald moment of in een bepaalde periode in gebruik of in
bezit heeft.

Aanbod
Aanbod: totaal aan producten dat in een bepaald geografisch gebied op een bepaald moment of gedurende een
bepaalde periode wordt aangeboden.

Marktaandeel: het aandeel dat een aanbieder van een goed of dienst heeft in de totale omzet op de betreffende
markt in een bepaalde periode. De afzet of omzet van een product delen door de afzet of omzet van die
secundaire vraag (naar het merk )
productsoort. marktaandeel= x 100 %
primaire vraag (naar het product )
Concentratiegraad: de mate waarin het aantal onafhankelijke aanbieders op de markt voor een bepaald product
beperkt is, dan wel de mate waarin de marktaandelen over de verschillende medeaanbieders zijn verdeeld. Een
veelgebruikte indicator voor de concentratiegraad is de C4-index. Dat is het totale marktaandeel van de vier
grootste aanbieders op een bepaalde markt. Markt met een C4-index van >65% wordt als een oligopolie
beschouwd.

Concurrentiegedrag
Aanbieders kunnen proberen hun marktpositie te verbeteren door te kiezen voor een bepaald type
concurrentiegedrag.

 Marktleider: in elke branche is het mogelijk een onderneming aan te wijzen die de leidersrol op zich
neemt. Dit is meestal het bedrijf met de grootste omzet of het grootste marktaandeel. De marktleider
beschermt het marktaandeel. (Albert Heijn is marktleider onder de supermarkten)
 Marktuitdagers: dit zijn ondernemingen die de machtspositie van de leider aanvallen. Frontaal aanvallen
door een prijsverlaging of door een overname van kleinere aanbieders. Kan ook door een alternatief
distributiekanaal aan te ontwikkelen. (Bavaria op de alcoholvrijebiermarkt)
 Marktvolgers: bedrijven die niet over voldoende middelen beschikken om een onafhankelijke strategie te
voeren. Te weinig financiële middelen of gebrek aan managementknowhow zijn meestal redenen
waarom er weinig aan productontwikkeling of reclame wordt uitgegeven. (PLUS Supermarkt)
 Marktnissers: kleinere bedrijven die zich op een klein, maar winstgevend segment richten. Het risico voor
marktnissers is dat er een te sterke groei van het segment optreedt, waardoor hun handel ook voor grote
bedrijven interessant wordt. (Porsche, Rolls Royce, Ferrari)



Samenwerkingsvormen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sien_tielen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

57413 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.94  6x  sold
  • (2)
Add to cart
Added