Hoofdstuk
1 Bedrijf
en
Bedrijfskun
de
Bedrijfskunde Integraal
2e druk
,Inhoud
1.1 Het bedrijf.........................................................................................................................................2
1.1.1 Organisatie, bedrijf en onderneming.........................................................................................2
1.1.2 Bedrijven zijn organisaties.........................................................................................................2
1.1.3 Vereenvoudigde weergave van de werking van een bedrijf......................................................2
1.2 Wat is bedrijfskunde?.......................................................................................................................3
1.2.1 Bedrijfskunde gaat over bedrijven.............................................................................................3
1.2.2 De bedrijfsomgeving is belangrijk in de bedrijfskunde..............................................................3
1.2.3 Bedrijfskunde is multidisciplinair...............................................................................................3
1.2.4 Bedrijfskunde is interdisciplinair................................................................................................4
1.2.5 Bedrijfskunde is een wetenschap en een kunde........................................................................4
1.2.6 Dit is bedrijfskunde....................................................................................................................4
1.3 De bedrijfskundige............................................................................................................................4
1.3.1 Competenties van de bedrijfskundige.......................................................................................4
1.3.2 Functies voor een bedrijfskundige.............................................................................................5
, 1.1 Het bedrijf
1.1.1 Organisatie, bedrijf en onderneming
Organisatie: een menselijke samenwerking die doelgericht is en als blijvend bedoeld is. > een
organisatie is alleen een bedrijf als zij goederen of diensten produceert.
Onderneming: een bedrijf die gericht is op het maken van winst.
Bedrijf: organisaties die goederen en/of diensten voortbrengen of handel drijven met het
doel deze op een afzetmarkt te verkopen.
o Non-profitinstellingen (bedrijven zonder winstoogmerk) > deze streven naar levering
van goederen en/of diensten voor algemeen nut tegen de laagst mogelijke offers. >
bijv. een ziekenhuis.
o Onderneming (bedrijven met winstoogmerk) > op eigen kracht zorgen ze voor een
opbrengst voor hun producten en/of diensten realiseren die hoger zijn dan het
maken of het leveren ervan. Ze proberen te verdienen. > bijv. Volvo en Unilever.
1.1.2 Bedrijven zijn organisaties
Een bedrijf is in de kern een organisatie. Een bedrijf is een menselijk samenwerkingsverband die
doelgericht en blijvend is.
Waar het in organisaties om draait:
1. De mens in de organisatie
2. De samenwerking in een organisatie
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie
4. Continuïteit in een organisatie
1. De mens in de organisatie:
Een groep mensen die samenwerkt in een organisatie. > bijv. hetzelfde als een kudde
paarden die samenwerken in een groep als er gevaar is.
2. De samenwerking in een organisatie:
Mensen werken in een samenwerkingsverband, omdat je dan meer kan bereiken dan
individueel. > bijv. een flatgebouw die ga je niet individueel bouwen.
3. Doelgerichtheid binnen een organisatie:
Er zullen altijd 1 of meer gezamenlijke doelen aanwezig moeten zijn in een organisatie. > bijv.
Coca-Cola het produceren van verschillende soorten frisdranken om een zo groot mogelijk
koperspubliek te trekken.
4. Continuïteit in een organisatie:
Een blijvend karakter van de organisatie. > bijv. een organisatie van een
wereldkampioenschap voetbal, die kan worden opgeheven nadat de finale is gespeeld.
1.1.3 Vereenvoudigde weergave van de werking van een bedrijf
Transformatieproces is een proces waar input in gaat en er output uit gaat > bij. Koffie de input is
koffiepoeder, water, filterzakje en voldoende elektriciteit. Dit leidt tot een kant en klare koffie en dat
is de output. Eigenlijk is het alles wat je nodig hebt (input) om een resultaat te behalen (output).
Blackboxbenadering: dit is als er niet is aangegeven hoe input tot de juiste output wordt
getransformeerd. > bijv. de wat nodig is voor de koffie wordt er ingedaan (input) en er komt lekkere
koffie uit (output) er wordt niet gezegd wat erin wordt gedaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studievolger. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.