- Spanning symbool: U Eenheid: Volt (V) 1mv = 0,001 V
- Stroom symbool: I Eenheid: Ampère (A) 1mA = 0,001 A
- Weerstand symbool: R Eenheid: ohm Ω 1kΩ = 1.000 ΩΩ = 1.000 Ω
Weerstand (maat voor de kΩ = 1.000 Ωwaliteit van de verbinding): hoe lager de weerstand hoe beter de
geleiding en hoe hoger de elekΩ = 1.000 Ωtrische stroom bij een gelijkΩ = 1.000 Ωblijvend spanningsverschil.
Wet van Ohm: verband tussen elekΩ = 1.000 Ωtrische spanning, stroom en weerstand. De wet stelt dat de
elekΩ = 1.000 Ωtrische stroom recht evenredig is met elekΩ = 1.000 Ωtrische spanning en omgekΩ = 1.000 Ωeerd evenredig met
elekΩ = 1.000 Ωtrische weerstand.
Formule: I = U/R
Stroom = Spanning/Weerstand
Potentiaalverschil: verschil in elekΩ = 1.000 Ωtrische lading.
Een hoeveelheid elekΩ = 1.000 Ωtronen, vloeit van het punt met de meeste elekΩ = 1.000 Ωtronen (meest negatieve lading)
naar het punt met de minste elekΩ = 1.000 Ωtronen (minst negatieve lading). ElekΩ = 1.000 Ωtronen zijn negatief geladen.
In werkΩ = 1.000 ΩelijkΩ = 1.000 Ωheid zal de elekΩ = 1.000 Ωtronenstroom van minpool naar pluspool gaan.
DC = gelijkstroom stroom heeft voortdurend dezelfde richting
AC = wisselstroom stroom veranderd van richting
Hartspier is een wisselspanningsbron
- Frequentie wisselstroom: aantal malen dat de wisselstroom in een seconde een
volledige periode doorloopt. Symbool: F Eenheid: Herz (Hz)
Formule: f=1/periodetijd
octaaf: verdubbeling of halvering van frequentie.
Frequentie hartspier: kΩ = 1.000 Ωan variëren van vrijwel 0 tot >1 kΩ = 1.000 Ωhz
Bij wisselstroom impendantie i.p.v. weerstand. Symbool: Z Eenheid: Ohm Ω
- ElekΩ = 1.000 Ωtrische weerstand: afhankΩ = 1.000 ΩelijkΩ = 1.000 Ω van gebruikΩ = 1.000 Ωte materiaal, lengte, en dikΩ = 1.000 Ωte materiaal
- ElekΩ = 1.000 Ωtrische impedantie: naast bovenstaande ookΩ = 1.000 Ω afhankΩ = 1.000 ΩelijkΩ = 1.000 Ω van de frequentie van de
elekΩ = 1.000 Ωtrische stroom die door de geleider vloeit.
Bij hartspier spreken we van: wisselstroom daarom impendantie.
Bel: logaritmische verhoudingsmaat. Beter bekΩ = 1.000 Ωend als decibel.
Formule: U1 : U2 = 20 ● log (u1/u2) = (in db’s)
Hiermee kΩ = 1.000 Ωan je bijv uitrekΩ = 1.000 Ωenen db’s een spanningsverhouding is. Bv:
U1 = 220 V U2 = 2mV
2mV = 0.002V
0.002: 220 = 1: 110.000
20 ● log (220/0.002) = ongeveer 100 db’s
(Hierbij altijd het grootste getal eerst tussen de haakjes)
Wanneer een spanning verdubbeld plus 6dB
Wanneer een spanning halveert min 6dB
Positieve waarde groter spanningsverschil
Negatieve waarde kΩ = 1.000 Ωleiner spanningsverschil
ElekΩ = 1.000 Ωtrische activiteit van het hart voorbeeld van sinusvormen met eigen frequentie.
Bandbreedte: de in een samengestelde wisselspanning aanwezige frequenties word opgegeven als
een bereikΩ = 1.000 Ω van de laagste frequentie tot de hoogste. Bv staat er slechts 1 frequentie dan word bereikΩ = 1.000 Ω
van 0 Hz tot die frequentie bedoeld.
Frequentiekarakteristiek: geeft onderlinge sterkΩ = 1.000 Ωteverhoudingen tussen de verschillende
frequenties weer.
,Eis bandbreedte: Alle frequenties mogen niet meer afwijkΩ = 1.000 Ωen t.o.v. de ideale lijn dan plus of min 3dB.
Typische versterkΩ = 1.000 Ωingsfactor is de ideale lijn.
Bv. Groep frequenties van bijv. 0 – 200 Hz met een spanning van 20 mV aan de ingang van de
versterker aanbiedt , die heeft een versterkingsfactor van 10. Dan zul je aan de uitgang van de
versterker voor al die frequenties een spanning van 200 mV meten. Ideale lijn is 200mV. bied je
vervolgens een frequentie aan van 300 Hz met een spanning van diezelfde 20mV n meet u vervolgens
aan de uitgang 100mV. dit is de helft van 200 mV en is dus – 6dB t.o.v. de ideale lijn en valt dan
buiten de bandbreedte van de versterker.
Cardiograaf dient samengestelde wisselspanning te registreren sprake van
bandbreedte. In principe moet een apparaat eenzelfde bandbreedte hebben. Signaal mag een
grotere bandbreedte hebben zolang het resultaat maar aan de minimale eisen voldoet.
Elektrische filters
- Laagdoorlaatfilter: laat lage frequenties ongemoeid en onderdrukΩ = 1.000 Ωt hoge frequenties. OokΩ = 1.000 Ωwel
hoogaf-filter
- Hoogdoorlaatfilter: laat hoge frequenties ongemoeid en onderdrukΩ = 1.000 Ωt lage frequenties. OokΩ = 1.000 Ω
wel laagaf-filter.
Bandfilters: combinatie hoogdoorlaat en laagdoorlaatfilters.
- Banddoorlaatfilter: door uitgekΩ = 1.000 Ωiende kΩ = 1.000 Ωeuze van beide typen kΩ = 1.000 Ωan worden bereikΩ = 1.000 Ωt dat een
groepje frequenties word doorgelaten.
- Bandsperfilter: door uitgekΩ = 1.000 Ωiende kΩ = 1.000 Ωeuze van beide typen kΩ = 1.000 Ωan worden bereikΩ = 1.000 Ωt dat juist een
groepje frequenties onderdrukΩ = 1.000 Ωt word.
ECG heeft vaakΩ = 1.000 Ω een bandsperfilter van 0.05-100 Hz.
Kantelpunt of kantelfrequentie: frequenties waarbij een verzwakΩ = 1.000 ΩkΩ = 1.000 Ωing van 50% ofwel -3dB optreedt.
Frequentie die net niet meer aan de eis van de bandbreedte voldoet.
Steilheid: maat voor de effectiviteit eenvoudigste vorm: steilheid van 6dB per octaaf.
als de hoogste frequentie te ver word teruggebracht zal de scherpt van QRS afnemen, worden de
laagste frequenties te ver teruggebracht zal de t top afvlakΩ = 1.000 ΩkΩ = 1.000 Ωen. desastreus voor het meten van ST
afwijkΩ = 1.000 Ωingen.
Digitale verwerkingstechnieken
Analoog: Waarnemer verwerkΩ = 1.000 Ωt in de vorm van fysische grootheden die gelijkΩ = 1.000 Ωvormig zijn aan de bron.
- AD omzetter (analoog-digitaal): op gezette tijden de waarde van het analoge
signaal bekΩ = 1.000 ΩijkΩ = 1.000 Ωen, deze in waarden omzetten in een getal en vervolgens dit getal in een tabel. Deze
tabel word opgeslagen in het geheugen.
- DA omzetter (digitaal-analoog): op gezette tijden het opeenvolgende getal word
uit de tabel gehaald en kΩ = 1.000 Ωent hierbij de bijbehorende analoge spanningswaarde toe. De trapjes die
ontstaan worden met een laagdoorlaatfilter als het ware gladgestrekΩ = 1.000 Ωen zodat een vloeiend analoog
signaal ontstaat.
Bemonsteringsfrequentie:
Bemonsteren of samplen: op gezette tijden bepalen van de waarde van het analoge signaal.
Bemonsteringsfrequentie: aantal malen dat per seconde word bemonsterd. ookΩ = 1.000 Ω wel sample
rate. Hoe hoger de aanwezige frequentie hoe hoger de bemonsteringsfrequentie moet zijn.
Bemonsteringsfrequentie = 2 x bovenste frequentie bandbreedte
Woordbreedte:
Digitale wereld binaire stelsel. Symbolen 0 en 1. bij toenemen van de woordbreedte neemt het
getal ookΩ = 1.000 Ω toe. Een bit kΩ = 1.000 Ωan 0 of 1 zijn. Bv 00110100 is 8 bits. Groep van 8 bits Byte.
1kb = 1.024 B
1mB = 1.024 kB
woordbreedte AD/DA omzetter bepaalt hoeveel verschillende niveaus in het analoge
signaal kunnen worden onderscheiden. Hoe meer bits hoe groter het aantal verschillende
niveaus.
Aantal niveau’s = 2 aantal bits bv 28 = 256 niveaus
, Geheugen
Geheugencapaciteit of transportcapaciteit = bemonsteringsfrequentie x woordbreedte x
tijd(in seconden)
Nadelen digitale signaalverwerking:
- Bij ontbrekΩ = 1.000 Ωen of verloren gaan van samples kΩ = 1.000 Ωan het analoge signaal niet of beperkΩ = 1.000 Ωt worden
gereconstrueerd en treden er vervormingen op
Voordelen digitale signaalverwerking:
- Storingsinvloeden zijn van weinig invloed
- Verliesvrij over grote afstanden worden getransporteerd
- Verliesvrij kΩ = 1.000 Ωopieën worden vervaardigd
- M.b.v. speciale techniekΩ = 1.000 Ω kΩ = 1.000 Ωan het digitale signaal worden bewerkΩ = 1.000 Ωt en veranderd
- MakΩ = 1.000 ΩkΩ = 1.000 ΩelijkΩ = 1.000 Ωer te archiveren en te catalogiseren
Hoofdstuk 2 Afleidingen
ECG spannings-tijd diagram.
Standaard ecg ookwel 12 afleidingen ecg.
- 6 extremiteitsafleidingen:
Onderverdeeld in 2 groepen:
o Standaardafleidingen volgens einthoven
Afleiding I: meet tussen re-arm (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) en li-arm(positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode).
Afleiding II: meet tussen re-arm (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) en li-been (positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode)
Afleiding III: meet tussen li-arm (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) en li-been (positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode)
ElekΩ = 1.000 Ωtrode re-been neutrale aarde en referentiespanning.
o Standaardafleidingen volgens goldberger
A=augmented = versterkΩ = 1.000 Ωt.
Afleiding aVR: meet tussen re-arm (positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) enerzijds en gemiddelde van de li-
arm samen met li been anderzijds (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) AVR = R – L + F / 2
Afleiding aVL: meet tussen li-arm (positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) enerzijds en gemiddelde van re-arm samen
met li-been (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) anderzijds. AVL = L – R + F /2
Afleiding aVF: meet tussen li-been (positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) enerzijds en het gemiddelde van re-arm
samen met li-arm (negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode) anderzijds. AVF = F – R + L /2
- 6 precordiale afleidingen volgens Wilson
OokΩ = 1.000 Ωwel V afleidingen.
elkΩ = 1.000 Ωe elekΩ = 1.000 Ωtrode is de positieve elekΩ = 1.000 Ωtrode van een V afleiding, de bijbehorende negatieve elekΩ = 1.000 Ωtrode
word gevormd door de gemiddelde potentiaal van L,R en F.
Central terminal (CT): gemiddelde potentiaal word bereikt door de elektrodes van re-arm,li-arm en
li-been ook hier m.b.v. elektrische weerstanden aan elkaar te koppelen er ontstaat een negatieve
elektrode met een gemiddelde potentiaal van vrijwel nul.
V1(Rood):vierde intercostale ruimte
V2(Geel): vierde intercostale ruimte links naast het sternum
V3(Groen): midden tussen V2 en V4
V4(Bruin): de vijfde intercostale ruimte op de medio-clavisculaire lijn (denkbeeldige verticale lijn door
het midden van het sleutelbeen.
V5(Zwart): midden tussen V4 en V6
V6(Paars): links van V4 en horizontaal in een lijn met de V4 op de middelste axillaire lijn.
Richting
Extremiteitsafleidingen frontale vlak
V afleidingen horizontale richting ook wel transversaal (kijkt liggend in de diepte) of saggitaal (kijkt
staand in de diepte) ook wel explorerende afleidingen.
Speciale afleidingen
- Rechts precordiale afleidingen: op de rechterthorax geplaatst. Ze heten dan V1R tot V6R.
V1R kΩ = 1.000 Ωomt op plaats van V2, V2R op plaats V1, voor de rechts hetzelfde alleen op rechter thorax.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saniemeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.