Hoorcollege 1 Inleiding en zenuwstelsel 19-09-2019
Algemene functies van het zenuwstelsel
Organisatie = cellen ten opzichte van de hersenen, hoe ze met elkaar samen werken.
Regulatie = niet alle informatie moet bijvoorbeeld niet tegelijk binnendringen.
Coördinatie = de coördinatie van impulsen moet goed verlopen.
Sensorische input = zorgt ervoor dat er informatie binnenkomt
Verwerking = hoe wordt de prikkel verwerkt
Motorische output = willekeurige bewegingen, spijsvertering
Anatomische indeling zenuwstelsel
1. Centrale zenuwstelsel (binnen benig omhulsel)
a. Hersenen Hier zit liquor omheen, dat is vocht. Het zit in de
b. Ruggenmerg hersenen maar ook in het ruggenmerg. Het beschermt.
2. Perifere zenuwstelsel (buiten benig omhulsel)
a. Alles wat hierbuiten zit. Ook de hersenzenuwen.
Functionele indeling zenuwstelsel
1. Vegetatief zenuwstelsel/Autonome zenuwstelsel (autonoom)
a. Sympaticus = actief. Brengt het lichaam in ‘staat van paraatheid’ onder invloed van
adrenaline & noradrenaline
b. Parasympaticus = in rust. Brengt het lichaam in rust, vertering. Staat onder invloed
van acetylcholine. Herstel rust, opsla energie en dus spijsverteri
c. Niet onder invloed van onze wil
d. Het is de wisselwerking binnen het individu.
2. Animale zenuwstelsel (willekeurig)
a. Wisselwerking tussen het individu en de omgeving.
b. Betrokken het waarnemen van de buitenwereld en bij houding en beweging
c. Onder invloed van onze wil
Modellen van het zenuwstelsel zijn er om de werkelijkheid te benaderen. Er bestaan verschillende
modellen:
Reflexmodel
Stimulus-respons model; je kijkt hierbij naar welke reactie een bepaalde stimulus op gang brengt. We
weten alleen niet hoe het gebeurt en waardoor de actie plaatsvindt.
Stimulus black box respons
Black box = vaak het centrale zenuwstelsel waar we niet precies begrijpen hoe en wat er gebeurt. Het
kan hetgeen tussen de stimulus en de respons niet verklaren. Met name bij een willekeurig systeem.
Kabels- en banen model
, Vaste banen van en naar de hersenen. Ernst van een aandoening bepalen.
Als er een baan of een kabel kapotgaat (zenuw), heeft het geen functie meer. Bijvoorbeeld kan je je
vinger niet meer bewegen of voelen wanner de bijbehorende zenuwen door gesneden zijn. Een
menselijk lichaam bevat plasticiteit, dat houdt in dat een mens de mogelijkheid heeft om bepaalde
dingen te omzeilen. Bijvoorbeeld blind 2 vingertoppen gaan als 1 aanvoelen zodat je veel
nauwkeuriger braille kan lezen. Arm geamputeerd meer ruimte in de hersenen voor andere
ledenmaten te ontwikkelen.
Hiërarchisch model
- Fylogenese = Gaat erom hoe een mens zich ontwikkelt. Welke functies komen erbij, wat ontwikkelt
zich en wat vervalt misschien. De ontwikkeling van een soort.
- Ontogenese = hoe je je ontwikkelt per individu. Wat ontwikkelt zich als eerst en wat als laatst. Van
ei/zaadcel tot aan volwassenen.
Je hebt hierbij verschillende niveaus:
- Archi = aangeboren reflexen (reptielenbrein)
- Paleo = automatische bewegingen, zoals lopen.
(brein)
- Neo = je kan hierdoor willekeurige bewegingen
maken. Het meest nieuwe is het meeste aanwezig
en het meest recente. (bovenste)
Word je heel angstig, boos of iets anders, dan
neemt je reptielenbrein wat meer de overhand. Dat
is meer je reflex. Je neo brein wordt dan onderdrukt.
Inhibitie = onderdrukking
Lopen is een
voorbeeld van
paleo. Hier zitten
ook je emoties.
Zenuwcel
De informatie komt binnen bij de dendrieten. Dat
wordt daar verwerkt en dan gaat het via de axonen
naar de volgende cel.
Witte stof = voornamelijk axonen
Grijze stof = voornamelijk de cellen
Je hebt verschillende zenuwcellen. Namelijk neuronen en neuroglia
Neuron
Sensibele neuronen = vangen signalen op van binnen en buiten het lichaam en dragen die
over aan andere neuronen in de hersenen of in het ruggenmerg.
Schakel neuronen = dit zijn de meeste neuronen in het zenuwstelsel. Ze verzrogen de
afstemming tussen allerlei lichaamsfucties. Ze zorgen voor de verbinding tussen sensorische
en motorische neuronen.
Motorische neuronen = geven vanuit het zenuwstelsel prikkels door aan spiercellen, direct of
via andere neuronen. Dat kunnen andere motorische neuronen zijn of schakelneuronen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mzkstud. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.