100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bouwfysica basis 1 - hoorcolleges $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Bouwfysica basis 1 - hoorcolleges

 78 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit bestand bevat alle informatie die wordt gegeven in de powerpoints van de docenten en wat er in de hoorcolleges wordt vertelt. In dit bestand worden de volgende onderwerpen behandeld: vocht, warmte, geluid en comfort. Dit bestand is op basis van de hoorcolleges die worden gegeven op de hogeschoo...

[Show more]

Preview 3 out of 22  pages

  • January 16, 2020
  • 22
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Bouwfysica basis
Les 1: WARMTE
Bouwfysica houdt zich bezig met natuurkundige verschijnselen die van invloed zijn op:
 Comfort
 Energiehuishouding
 Bewoonbaarheid van gebouwen
 Duurzaamheid van gebouwen
 Brandveiligheid
Natuurkundige verschijnselen:
 Warmte/energie
 Vocht
 Luchttransport
 Geluid
 Licht

Buiten Binnen
Zon, licht Warmte, comfort
Warmte, vorst Waterdamp
Regen Energie
Wind Geluidwering
Geluid Geluidabsorptie

Op verschillende niveaus waar bouwfysica wordt gebruikt:
 Stedenbouw
 Gebouw
 Ruimte/vertrek
 Constructies/materialen
 Installaties

Wat is warmte?
Warmte is een vorm van energie-uitwisseling tussen
Warmte = energie, beweging
twee systemen die niet in thermisch evenwicht zijn.
1. Moleculen in beweging
Dit vindt plaats in de tijd.
 Hoe harder de beweging, hoe hoger
de temperatuur. Temperatuur is een maat voor de thermische energie.
2. Wrijving bij beweging

Temperatuurschaal
1. Celsius
0 graden = water is bevroren (vloeibaar naar vast)
100 graden = water kookt (vloeibaar naar gasvorming)
2. Kelvin
0 Kelvin = -273 graden = moleculen bewegen niet meer
schaalverdeling als bij celsius

In een spouwmuur komende de volgende warmte transport voor:
Q = Qstraling + Qconvectie + Qgeleiding

De warmtestroom is het aantal Joule [J] dat per seconde [s] door een constructie gaat  J/s wordt
ook wel Watt genoemd. Hoe groter het temperatuurverschil [delta T], hoe groter de warmtestroom
[Q].

,Warmte stroom per m2  warmtestroomdichtheid q [W/m 2]

Drie soorten warmteoverdracht:
1. Geleiding
 Energieoverdracht door contact
 Warmtetransport binnen een materiaal.
 Medium: de moleculen van dat materiaal geven de warmte door (beweging)
 Afstand afhankelijk
 Het materiaal, dat de warmte geleidt, heeft een mate van weerstand en geeft aan de
oppervlakte weer warmte af naar de omgeving  hoe groter de afstand, hoe kouder hoe groter de afstand, hoe kouder
de geleider
 Geleiding is een materiaaleigenschap
 Voorbeeld: solderen, koekenpan
2. Convectie
 Lucht wordt verwarmd en stijgt op.
 Warmtetransport via een materiaal.
 Medium: het warme materiaal (vaak lucht of water) transporteert de warmte naar
een kouder gebied.
 Afstand afhankelijk
 Het medium, dat de warmte verplaatst, komt op koudere plaatsen, dus daar treedt
verlies op.
 treedt op aan de beide zijden van een materiaal, maar niet in een materiaal
 Maar wel in (relatief grote) holten van een materiaal
 Ook in een spouw met dikten vanaf 50 mm
 Ook kan het medium mengen met een kouder medium.
 Voorbeeld: luchtballon, thermosfles
3. Straling
 Warmtetransport tussen twee lichamen, die onderling een verschillend
temperatuurniveau hebben.
 Medium onbekend
 Afstand onafhankelijk
 Let op: meestal bolvormige uitstraling dus dan neemt de intensiteit wel af met de
afstand. Maar als de bundel geconcentreerd is op één punt, dan blijft de intensiteit
gelijk onafhankelijk van de afstand
 treedt op aan de beide zijden van een materiaal, maar niet in een materiaal
 Infrarode straling
 Voorbeeld: lichtbron / laser

De hoeveelheid warmte die door een oppervlakte wordt afgestraald, kun je berekenen met
de volgende formule:
qS = Ꜫ x 56,7 x 10 x 56,7 x 10-9 x T4
qS = de warmtestroomdichtheid van de afgegeven straling in W/m 2
Ꜫ = de emissie-coëfficiënt van het materiaaloppervlak
T = de absolute tempratuur in K




Warmte overdracht tussen twee evenwijdige, oneindig uitgestrekte vlakken kun je berekenen met:
qS = Ꜫ x 56,7 x 101 x Ꜫ x 56,7 x 102 / ( Ꜫ x 56,7 x 101 - Ꜫ x 56,7 x 101 x Ꜫ x 56,7 x 102 - Ꜫ x 56,7 x 102) x 56,7 x 10-9 x (T14 - T24)
qS = de netto stralingsoverdracht in W/m 2
Ꜫ 1 ; Ꜫ 2 = de emissie coëfficiënt van oppervlak 1, respectievelijk oppervlak 2

, T1 ; T2 = de tempratuur van oppervlak 1, respectievelijk oppervlak
Deze formule is te versimpelen tot:
qS = αs x (T1 - T2)
qS = het warmtetransport door straling in W/m 2
αs = de warmteovergangscoëfficiënt voor straling in W/m 2.K
T1 - T2 = het tempratuurverschil tussen oppervlak 1 en oppervlak 2

Warmte wordt door een stromend medium meegenomen
qc= αc x delta T [W/m2]
αc= warmteovergangscoëfficiënt voor convectie W/(m2 x K)

Convectie is een eigenschap van het medium: vgl. water en lucht
water heeft een veel grotere capaciteit dan lucht  temperatuurstijging in water dus veel langzamer

Warmte wordt door een stromend medium meegenomen.
binnen αc = 0,5 tot 7,0 W/(m2.K)
buiten met wind αc = 20,0 W/(m2.K)
buiten met storm αc = 100,0 W/(m2.K)

Geleiding is een materiaaleigenschap: warmtegeleidingscoëfficiënt lamdba  [W/(m.K)]

Straling: geen medium nodig
1) qs = αs (Tse - Te)
2) qs = 0
3) qs = αs (Ti - Tsi)
Convectie: medium nodig (vaak lucht, soms water)
1) qc = αc (Tse - Te)
2) qc = 0
3) qc = αc (Ti - Tsi)
Geleiding: medium nodig (het bouwmateriaal)
1) qg = 0
2) qg = (λ/d) . (Tsi - Tse)
3) qg = 0
α = warmte-overdrachtscoëfficiënt warmtetransport in een
λ/d= warmte-overdracht in materiaal geïsoleerde spouwmuur

Warmteweerstand van een laag:
d
R  (m 2 K/W)

Warmtestroom:
T1 - T2 T
q officieel is dit (W/m 2 K)
R laag R

Warmtegeleidingscoëfficiënt [] en dikte [d] bepalen de warmtegeleiding: d/. Maar
warmtegeleiding kan je bij meerdere lagen niet optellen.
Daarom werken we met warmteweerstand: Rm = d/ [m2.K/W]
R = Resistance, m = het materiaal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesamenvatting. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  2x  sold
  • (0)
  Add to cart