Samenvatting Praktisch economie vwo Module 4: Heden, Verleden en Toekomst
4 views 0 purchase
Course
Economie
Level
VWO / Gymnasium
Dit is een samenvatting voor module 4 (Heden, Verleden en Toekomst) van de methode Praktisch economie voor het vwo. Deze module kan worden gebruikt in klas 4, 5 en 6. Goede samenvatting om te leren.
Het marktmechanisme brengt vraag en aanbod met elkaar in evenwicht via prijsaanpassingen.
Produceren kost tijd.
Voor een producent heeft tijd dus waarde: een bepaalde tijdsduur komt overeen met een bepaalde
productie.
Consumeren kost ook tijd.
Voor een consument heeft tijd dus ook waarde: een bepaalde tijdsduur komt overeen met een
bepaalde consumentensurplus.
Tijd is van waarde en daarom heeft tijd een prijs.
Daarbij maken we een onderscheid tussen de algemene of marktprijs van tijd en de individuele prijs
van tijd.
De individuele prijs van tijd verschilt van persoon tot persoon en hangt af van iemands tijdsvoorkeur.
De algemene prijs van tijd is voor iedereen gelijk.
Deze marktprijs van tijd is gelijk aan de rente.
De rente die banken rekenen, is voor iedereen gelijk; het is daarom de algemene prijs van tijd.
De hoogte van de rente komt tot stand op de vermogensmarkt: de markt waar vraag en aanbod van financieel
kapitaal bij elkaar komen.
Dit is een abstracte markt; op ieder moment wordt er overal ter wereld financieel kapitaal gevraagd en
aangeboden.
De hoogte van de rente wordt sterk beïnvloed door de reporente, ook wel refirente.
Dit is het rentepercentage waartegen banken geld kunnen lenen bij de centrale bank.
De reporente is dus de minimale rente waarvoor banken geld uitlenen aan bedrijven en consumenten.
Banken zoals de ABN AMRO en de Rabobank hebben een bankrekening bij de centrale bank: hun
depositorekening.
Over het geld dat banken op hun depositorekening zetten, krijgen ze van de centrale bank
depositorente vergoed.
Deze depositorente is altijd lager dan de reporente.
Rente is ook een beloning voor het dragen van een financieel risico.
§1.2 SPAREN EN LEN EN
De rente maakt ruilen over tijd mogelijk.
Bij een ruil over de tijd is er sprake van een intertemporele ruil.
Sparen levert rente op: in ruil voor tijd dat de consument zijn geld op de bank zet, betaalt de bank hem rente.
Hoe langer het geld blijft staan, hoe meer rente de bank uitbetaalt.
Het voordeel van het uitstellen van consumptie is dat de consument rente verdient.
Het nadeel is dat het consumentensurplus niet direct genoten wordt.
Formule om rente te berekenen
bedrag (1+ procentueletoename /afname)n
N = het aantal jaren waarover deze rente geldt
Een consument kan consumptie ook vervroegen.
Er wordt dan geconsumeerd op een moment dat de consument er nog geen geld voor heeft.
Hij moet geld lenen.
Het voordeel van lenen is dat het consumentensurplus direct wordt genoten.
Het nadeel is dat de consument rente moet betalen boven op het aankoopbedrag.
Over deze lening moet hij rente betalen aan de persoon of instantie die het geld uitleent.
Voor iemand die leent is rente de prijs die hij betaalt voor het vervroegen van de consumptie.
Een consument zal gaan sparen als de opbrengsten van sparen (de rente) hoger zijn dan de kosten van sparen (de
individuele prijs van tijd).
Een consument zal gaan lenen als het voordeel van vervroegde consumptie groter is dan het nadeel van de
rentekosten.
, De individuele prijs van tijd wordt ook beïnvloed door de mate van risico-aversie; de neiging om het zekere voor
het onzekere te nemen.
Hoe sterker iemand risico-avers is, hoe hoger zijn individuele prijs van tijd.
Iemand die sterk risico-avers is, is geneigd de consumentensurplus zo snel als mogelijk te willen
genieten.
Het verschuiven van consumptie door de tijd heet intertemporele substitutie.
§1.3 INFL ATIE
De gemiddelde prijs van een verzameling goederen is het algemeen prijspeil.
De stijging van het algemeen prijspeil door de tijd heen heeft een speciale naam: inflatie.
Inflatie is gekoppeld aan de interne waarde van geld: door inflatie daalt de koopkracht van geld.
Een belangrijke reden voor het ontstaan van inflatie is de groei van de maatschappelijke geldhoeveelheid: hoe
meer geld er in omloop komt, hoe hoger de prijzen na verloop van tijd zullen zijn.
Als de ECB de (repo)rente verlaagt, is het voor handelsbanken minder aantrekkelijk om hun geld op hun
depositorekening bij de ECB te zetten.
Ze zullen dan nog meer op zoek gaan naar consumenten en producenten om dat geld aan uit te lenen.
Om lenen aantrekkelijker te maken, zullen banken een lagere rente gaan rekenen.
Met al dat extra geleende geld gaan consumenten en producenten wat doen.
Wat ze er ook mee doen, de vraag naar producten stijgt.
Bij een gelijkblijvend aanbod zullen de prijzen dan stijgen.
Handelsbanken kunnen ook geld van de ECB lenen.
Banken lenen dat geld op hun beurt uit aan consumenten en producenten.
Als de ECB de rente verlaagt, wordt het voor banken aantrekkelijker om bij de ECB geld te lenen.
Omdat banken zelf minder rente hoeven te betalen aan de ECB, kunnen ze consumenten en
producenten ook een lagere rente rekenen.
Het gevolg is weer hetzelfde: door een renteverlaging van de ECB zullen consumenten en producenten
tegen een lagere rente kunnen lenen bij banken.
o De algemene prijs van tijd is gedaald, waardoor consumenten en producenten meer gaan
lenen.
o Daardoor stijgt de maatschappelijke geldhoeveelheid, neemt de vraag naar tal van goederen
en diensten toe en zullen prijzen stijgen.
Bij het ontstaan van inflatie spelen ook andere factoren een rol.
Als de vraag naar goederen en diensten afneemt omdat consumenten bijvoorbeeld minder vertrouwen
in de toekomst hebben, stijgen prijzen minder snel of kunnen de prijzen zelfs dalen.
De druk op prijzen nemen dan af.
Ondanks de groei van de maatschappelijke geldhoeveelheid stijgen de prijzen dan niet of nauwelijks.
Het veranderen van de rente door de ECB is een voorbeeld van monetair beleid.
Met dit beleid proberen centrale banken de economie te beïnvloeden.
Door de rente te verlagen vergroot de ECB de maatschappelijke geldhoeveelheid en stimuleert daarmee de
economische activiteit.
Dit mechanisme heet het kredietkanaal.
Als de economie oververhit dreigt te raken, waarbij er een te grote vraagtoename is en er in tal van sectoren
tekorten kunnen ontstaan, kan de ECB de rente verhogen.
Het kredietkanaal wordt minder ver opengezet.
Bij een hogere rente zullen consumenten en producenten minder snel lenen.
Bovendien zullen ze een groter deel van hun inkomen sparen vanwege de hogere renteopbrengst.
o Hierdoor daalt de vraag en vermindert de druk op prijzen.
Als doelstelling hanteert de ECB een inflatie van twee procent.
Bij dit percentage is er sprake van voldoende economisch activiteit zonder dat de economie oververhit
raakt.
Als de depositorente stijgt, neemt de maatschappelijke geldhoeveelheid minder snel toe en andersom.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller J111. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.