Dit zijn de antwoorden op de vragen "test jezelf" uit het handboek "praktisch verbintenissenrecht" van de boeck uitgeverij. De vragen worden door docent Jan Kamoen gebruikt op het examen. Ook komt alle leerstof aan bod. Dit leren is dus de perfecte basis voor het studeren van het vak contractenrech...
Alles in geel gefluorideerd zijn antwoorden die mogelijks niet juist zijn.
Contractenrecht: “test jezelf”
Hoofdstuk 1: Inleiding (p.60)
1. Som de belangrijkste kenmerken van een verbintenis op.
Creëert een rechtsband tussen personen
Ontstaat krachtens de wet
Heeft in geld waardeerbare aanspraken tot een voorwerp
Is afdwingbaar
2. Leg het verschil uit tussen zakelijke rechten en vorderingsrechten.
Vorderingsrechten Zakelijke rechten
Band tussen personen Recht op een zaak
Relatieve werking (geen volgrecht): Absolute werking (volgrecht)
persoonlijke rechten
Ongelimiteerd aantal (contractsvrijheid) Limitatief aantal in de wet opgesomd
3. Som de verschillende bronnen van verbintenissen op. Geef van elke bron een concreet
voorbeeld.
Rechtshandelingen
- Eenzijdige rechtshandelingen (=eenzijdige wilsuitingen) vb. erfenis aanvaarden
- Meerzijdige rechtshandelingen (=overeenkomsten) vb. koopovereenkomst
Rechtsfeiten
- Oneigenlijke overeenkomsten (=quasi-contracten) vb. wisselgeld1
- Onrechtmatige daad (fout>>oorzakelijk verband>>schade) vb. iemand kidnappen
4. Kunnen de begrippen ‘verbintenis’ en ‘overeenkomst’ als synoniem gebruikt worden?
Neen, aangezien een verbintenis ontstaat uit een rechtshandeling namelijk een
overeenkomst. Een verbintenis kan dus o.a. voortkomen uit een overeenkomst, maar deze
zijn geen synoniemen.
5. Wat zijn natuurlijke verbintenissen? Geef een concreet voorbeeld.
Zijn verplichtingen die niet in rechte afdwingbaar zijn . Als zij toch vrijwillig uitgevoerd zou
zijn, kan de geleverde prestatie niet teruggevorderd worden (vrijgevigheid kan je niet
afdwingen). Vb. verbintenis die ontstaat uit het winnen van een weddenschap.
6. Geef minstens vier verschillende indelingen van verbintenissen.
Volgens hun bron
Volgens hun aard
Volgens hun voorwerp
Volgens het aantal schuldeisers/schuldenaars
Verbintenissen met bijzondere modaliteiten.
7. Welke algemene regels zijn van toepassing op verbintenissen uit eenzijdige wilsuiting?
1
Als je in het buitenland naar een wisselkantoor gaat geef je meestal meer geld in euro dan dat je in een
vreemde munt terugkrijgt.
1
,Alles in geel gefluorideerd zijn antwoorden die mogelijks niet juist zijn.
De regels van de wet
8. Wat zijn verbintenissen met een persoonsgebonden karakter (intuitu personae)? Wat is het
praktisch belang van dit onderscheid?
Verbintenissen gesloten omwille van de betrokken personen .
Het praktisch belang zit hem hier dat de rechten en plichten die voortvloeien uit een contract
intuitu personae niet aan derden kunnen overgedragen worden.
9. Wat is het verschil tussen resultaatverbintenissen en inspanningsverbintenissen? Wat is
het praktisch belang van dit onderscheid?
Bij een resultaatverbintenis verbindt de schuldenaar zicht tot het verkrijgen van een
welbepaald resultaat. Bij een inspanningsverbintenis (= middelenverbintenis) verbindt de
schuldenaar zich ertoe de nodige inspanningen te leveren, zonder het resultaat te
garanderen.
Het praktisch belang hier zit hem in het feit dat de schuldenaar bij een resultaatverbintenis
zichzelf verbindt om verder te gaan dan bij een inspanningsverbintenis. Indien hij dus dat
resultaat niet haalt dan komt hij zijn deel van de verbintenis niet na. Vb. als makelaar een
resultaatsverbintenis aangaan is dom aangezien je flink in de problemen zult zitten als je een
pand niet verkocht of verhuurt krijgt.
10. Is de deelbaarheid van verbintenissen de algemene regel of de uitzondering?
De deelbaarheid van verbintenissen is de algemene regel, de verbintenis wordt gedeeld in
evenveel gelijke delen als er SE’s/SA’s zijn.
11. Wat betekent de Latijnse rechtsspreuk ‘accesorium sequitur principale’ (de bijzaak volgt
het statuut van de hoofdzaak) concreet?
Dat de bijzaak ondergeschikt is aan de hoofdzaak , de hoofdzaak is de belangrijkste prestatie
die geleverd moet worden. De bijzaak bestaat alleen als de hoofdzaak bestaat en eindigt dus
ook als de hoofdzaak eindigt. Vb. hoofdzaak: Huurovereenkomst, bijzaak: Borg
12. Wat wordt bedoeld met de ‘gehoudenheidsverhouding’ (ook wel ‘obligatio’ genoemd) en
met de ‘bijdrageverhouding’ (ook wel ‘contributio’ genoemd) bij verbintenissen met
meerdere schuldeisers en/of schuldenaar?
De gehoudenheidsverhouding is de verhouding tussen SE en SA’s , hierbij is het hoofdgevolg
dat elke SA instaat voor het geheel en het bijkomende gevolg dat de hoofdelijke SA’s elkaar
onderling vertegenwoordigen. De bijdrageverhouding is de onderlinge verhouding tussen de
SA’s. Hier gaat het in principe om een onderlinge afrekening in gelijke delen voor elke SA.
Schuldeiser
Verticale verhouding:
Gehoudenheidsverhou
Schuldenaar 1 Schuldenaar 2 Schuldenaar 3
13. Wat zijn de praktische juridische gevolgen van het principe van de deelbaarheid van de ding
verbintenissen met meerdere schuldeisers en/of schuldenaar? Maak hierbij een
onderscheid tussen ‘gehoudenheidsverhouding’
Horizontale en de ‘bijdrageverhouding’.
verhouding: bijdrageverhouding
2
, Alles in geel gefluorideerd zijn antwoorden die mogelijks niet juist zijn.
A) Gehoudenheidsverhouding
Als er meerdere schuldeisers zijn:
- Elke SE moet afzonderlijk in gebreke stellen (SA verzoeken verplichting na te komen)
- Elke SE moet afzonderlijk dagvaarden
- Verjaring voor elke SE moet afzonderlijk bekeken worden
Als er meerdere schuldenaars zijn:
- Moet afzonderlijk in gebreke gesteld worden
- Moet afzonderlijk gedagvaard worden
- Verjaring voor elke SA moet afzonderlijk bekeken worden
B) Bijdrageverhouding
Als er meerdere schuldeisers zijn en de schuldenaar de volledige schuld aan een van de
schuldeisers betaalt, zal hij in de regel niet bevrijd zijn tegenover de andere schuldeisers.
14. Is de hoofdelijke gehoudenheid van de schuldenaars van een verbintenis de regel of de
uitzondering? Wat wordt bedoeld met ‘actieve hoofdelijkheid’ en ‘passieve
hoofdelijkheid’?
De hoofdelijke gehoudenheid van de schuldenaars van een verbintenis is een uitzondering.
Met de actieve hoofdelijkheid bedoelt men dat er in de verbintenis meerdere schuldeisers
zijn en met passieve hoofdelijkheid bedoelt met dat er meerdere schuldenaars zijn.
15. Wat zijn de rechtsgevolgen van passieve hoofdelijkheid in de ‘gehoudenheidsverhouding’
en in de ‘bijdrageverhouding’?
In de gehoudenheidsverhouding:
- Hoofdgevolg: elke SA staat in voor het geheel
- Bijkomend gevolg: Hoofdelijke SA’s vertegenwoordigen elkaar onderling
In de bijdrageverhouding:
- Onderlinge afrekening tussen de SA’s
- In principe gelijke delen
16. Zijn ‘hoofdelijke gehoudenheid’, ‘solidaire gehoudenheid’ en ‘in-solidum-gehoudenheid’
synoniemen?
Neen:
- Hoofdelijk (=Solidair): Meerdere personen die ieder tot het geheel gehouden zijn.
- In-Solidum: Meerdere personen elk op basis van eigen fout mee verantwoordelijk voor
eenzelfde schade.
Bij hoofdelijkheid kunnen de SA’s elk bevrijdt worden door de nakoming van de verbintenis van
een van de andere SA’s. Bij in-solidum kunnen de SA’s enkel bevrijdt worden door hun
individuele nakoming van de verbintenis/aansprakelijkheid.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller realestatestudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.55. You're not tied to anything after your purchase.