100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch economie vwo Module 6: Risico en Rendement $4.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch economie vwo Module 6: Risico en Rendement

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting voor module 6 (Risico en Rendement) van de methode Praktisch economie voor het vwo. Deze module kan worden gebruikt in klas 4, 5 en 6. Goede samenvatting om te leren.

Preview 2 out of 12  pages

  • October 12, 2024
  • 12
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
EC ON OM I E SA M E NV A TT I N G PE RI OD E 3



§ 1 . 1 ON Z E KE R H EI D EN RI S I C O

 Als er sprake is van een onzekere situatie zijn er meerdere mogelijke uitkomsten en de uitkomst staat niet vast.
 Onzekerheid beïnvloedt de economie.
 Mensen maken voortdurend keuzes over de manier waarop ze hun schaarse middelen gebruiken.
 Maar al die verschillende manieren brengen onzekerheden met zich mee.
 De uitkomst van een onzekere situatie kan gevolgen hebben.
 Bij onzekerheid kijken economen daarom naar risico: de verwachte financiële schade van een gebeurtenis.
 Risico = kans op schade x schade
 Hoe groot een risico is, wordt bepaald door de twee onderdelen waaruit risico bestaat: de kans op een
gebeurtenis en de schade als gevolg van die gebeurtenis.
 Risico’s kunnen in omvang ook verschillen terwijl de kans op een gebeurtenis hetzelfde is.
 In praktijk worden risico’s geschat en dat gaat gepaard met onzekerheid.
 Als een risico verkeerd worden ingeschat, worden er verkeerde keuzes gemaakt.
 Om risico’s goed in te schatten is informatie nodig.
 Hoe meer informatie, hoe beter het risico kan worden ingeschat.
 Gedurende een tijdsperiode kunnen vragers consumentensurplus genieten en aanbieders kunnen in een bepaalde
tijd een hoeveelheid productie voortbrengen.
 Daarom heeft tijd een prijs: de rente.
 Maar in de tijd kan er ook van alles gebeuren.
o Een deel van de rente is de waarde van onzekerheid in de vorm van risico’s.
o We noemen dit de risico-opslag.
 Bij een langere tijdsperiode is de kans groter dat een risico zich openbaart; de risico-opslag neemt toe.
 Deze wetmatigheid komt terug in de rente.
 Hoe langer de periode dat consumenten hun geld afstaan aan de bank, hoe hoger de rente die ze over
hun spaargeld krijgen.
 En hoe langer de bank geld uitleent aan een aanbieder, hoe hoger de rente is die de lener aan de bank
moet betalen.
o Dit verband tussen looptijd en rente is de
rentetermijnstructuur.
 Bron 4 geeft de grafiek die hoort bij de rentetermijnstructuur: het
verband tussen de hoogte van de rente en de looptijd.
 Deze grafiek heeft een speciale naam: de yieldcurve.
 De yieldcurve vertoont een degressief stijgend verloop: de rente stijgt
minder dan evenredig met de looptijd.
 De risico-opslag neemt minder dan evenredig toe met de
looptijd.
 Op de korte termijn maakt een verschil in looptijd veel uit.
 De kans dat een risico zich openbaart is bij een lening met een
looptijd van twee jaar dubbel zo groot als bij een lening met een looptijd van een jaar; de yieldcurve
stijgt snel.
 Maar de kans dat een risico zich over 30 jaar openbaart is niet veel groter dan bij 29 jaar; de yieldcurve
stijgt steeds minder snel.
 Sommige risico’s worden bewust genomen, andere risico’s zijn onvermijdbaar.
 Zo ontstaan er twee soorten risico’s: vrijwillige risico’s en onvrijwillige risico’s.
 Vrijwillige risico’s neemt iemand bewust.
 Onvrijwillige risico’s neemt iemand niet bewust.


§ 1 . 2 R I S I C OA V E RS I E

 Mensen die niet van risico’s houden zijn risicoavers.
 Risicoaversie kan worden uitgelegd door twee onzekere situaties met elkaar te vergelijken.

,  Voor economen is een onzekere situatie hetzelfde als een loterij: je hebt een lot gekocht en je maakt kans op het
winnen van een prijs.
 Welke opbrengst kun je nu verwachten als je loterij A speelt?
 Daarvoor moet je de verwachte opbrengst berekenen.
 Deze opbrengst is gelijk aan wat je gemiddeld genomen verdient als je heel vaak aan de loterij meedoet.
 Verwachte opbrengst = gemiddelde opbrengst – gemiddelde kosten
 De verwachte opbrengst is voor beide loterijen hetzelfde.
Het verschil tussen loterij A en loterij B is de verwachte schade.
 Een risicoavers persoon kiest bij twee onzekere situaties met dezelfde verwachte opbrengst voor de situatie met
het laagste risico.


§ 2 . 1 EE N R I SI C O V ER Z E KE RE N

 Om van onvrijwillige risico’s af te komen kun je het risico verzekeren.
 Je verzamelt een groep mensen die allemaal aan hetzelfde risico blootgesteld staan.
 Het totale risico is gelijk aan de verwachte schade van de groep als geheel:
 Totaal risico = verwachte schade van een gehele groep = kans op schade x schade x aantal mensen
 Het idee van verzekeren is dat het totale risico van tevoren door de gehele groep wordt betaald.
Als iemand uit de groep schade oploopt, wordt dat betaald uit het opgehaalde bedrag.
 Iedereen betaalt evenveel en betaalt mee.
 Het bedrag wat iedereen betaalt, is de verzekeringspremie/premie.
 Premie = totaal risico / aantal mensen = waarde van het risico
 Op deze manier wordt van tevoren het volgende bedrag opgehaald : aantal mensen x premie.
 Dat is precies de verwachte schade van de groep als geheel.
 Nadat iedereen de premie heeft betaald, is iedereen verzekerd: als iemand schade lijdt, wordt de schade betaald
uit de eerdere premies.
 De kans op schade is niet verdwenen, maar als de schade zich voordoet, wordt die betaald uit de eerder betaalde
premies.
 De verzekerde hoeft zelfs niets meer te betalen.
 Een risicoavers persoon zal zich altijd verzekeren, want de verwachte kosten van wel en niet verzekeren zijn gelijk.
 Maar het risico bij niet verzekeren is veel groter dan bij wel verzekeren.


§ 2 . 2 DE M A R K T V O OR V ER Z E KE RI NG EN

 Verzekeringen worden aangeboden door verzekeringsmaatschappijen/verzekeraars.
 De schades die een verzekering dekt staan in de verzekeringspolis/verzekering.
 Een verzekering is een contract tussen de aanbieder, de verzekeraar, en de vrager, de
verzekeringsnemer.
 De verzekering bepaalt wat de verzekeraar uitbetaalt in geval van schade en hoeveel premie de
verzekeringsnemer moet betalen.
 Het is een contract met een bepaalde geldigheidsduur.
 Consumenten en bedrijven zijn de vragers op de markt van verzekeringen.
 Er zijn verschillende verzekeraars.
 Zij bieden allemaal een verzekering aan die in de ogen van de consument verschillend zijn.
 De markt van verzekeraars is een heterogeen oligopolie of er is sprake van monopolistische concurrentie.
 De markt vorm hangt af van het type verzekering.
 Het marktevenwicht op de verzekeringsmarkt bestaat uit de prijs per verzekering en het aantal verzekeringen dat
wordt afgesloten: {premie, aantal verzekeringen}.
 Een verzekeraar biedt alleen verzekeringen aan waar hij geen verlies op lijdt.
 Zijn totale opbrengst moet ten minste even groot zijn als zijn totale kosten.
 De totale opbrengst is gelijk aan de optelsom van alle premies:
 TO = premies x aantal verzekeringsnemers
 De totale kosten van een verzekeraar zijn gelijk aan de optelsom van alle uitgekeerde schades plus de overige
kosten die een verzekeraar moet maken om zijn onderneming te kunnen voeren.
 Een schade wordt alleen uitgekeerd als zich een schade voordoet.
 Dat een schade zich zal voordoen, staat niet vast.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller J111. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31
  • (0)
  Add to cart