Hoofdstuk 2:
Mensen gedragen zich meestal zoals van hen verwacht wordt. Volgens Ralph Dahrendorf
is een homo sociologicus iemand, wiens leven vooral gedirigeerd wordt door rollen die
van hem verwacht worden.
Bij groeperingen gaat het om de mensen met wie je opgroeit, zoals ouders, zussen,
broers, klasgenoten, vrienden, collega’s en seksegenoten.
Cultuur bestaat uit de waarden, normen, verwachtingen en doelen die we als
samenleving of onderdeel daarvan met elkaar delen. Voorbeeld: rechts heeft voorrang,
democratie en in de ochtend ontbijten.
De sociale laag en machtspositie zijn van groot belang voor je doen en denken. De
sociale laag kan je niet zelf kiezen, want je wordt er geboren in de sociale laag waar je
ouders zich op dat moment bevinden.
Genen, groeperingen, cultuur, sociale ongelijkheid, macht en maatschappelijke
ontwikkelingen beïnvloeden elkaar onderling. Zo is de sociale laag waarin jij geboren bent
van grote invloed op de groepering waarin jij je beweegt.
Ons doen en denken is dus niet simpel een eenduidig te herleiden tot bepaalde genen of
maatschappelijke factoren. Vaak zijn er meerdere factoren in het spel; we spreken dan
van multicausaliteit.
Een positie is een plaats in een netwerk van relaties. Een positie zit niet vast aan één
bepaalde persoon.
Voor sommige posities hoeft men niks te doen, zoals bijvoorbeeld; broer, opa en vader.
We spreken dan over toegewezen posities.
Sommige posities heeft iemand zelf verworven, zoals student, vriend en teamgenoot.
Iemand heeft zelf actie ondernomen om dit positie te bekleden. Daarom heet dat een
verworven positie.
Sociale status is de waardering die de samenleving aan een positie hecht in relatie tot
andere posities.
De wijze waarop iemand zijn sociale positie bekleedt, is van belang voor de waardering
die men krijgt. We spreken dan van sociaal aanzien.
In de samenleving bestaan talrijke posities. Deze posities worden verschillend
gewaardeerd en zijn vaak met elkaar verweven. De ene positie kan vaak niet zonder de
andere. Voorbeeld; vader hoort bij kind en student bij docent. De relaties tussen posities
vormen samen een sociale structuur. De sociale structuur is de wijze waarop de posities
in een samenleving of groep op elkaar betrokken zijn.
Een organogram is een schema van de structuur van een organisatie.
Een rol is het gedrag dat van een positiebekleder verwacht wordt.
Rolattributen zijn uiterlijkheden die nuttig zijn of dienen als herkennings-middel van een
rol. Voorbeeld: boer+ overall, arts+ laboratoriumjas en personal trainer + trainingspak.
Statussymbolen zijn uiterlijkheden die verwijzen naar prestige, rijkdom, macht, invloed,
gezag en dergelijke. Voorbeeld: horloges, dure auto’s, merkkleding en groot huis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimfokker00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.08. You're not tied to anything after your purchase.