Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................................................................... 2
Het systeem van bestuursprocesrecht in beweging.............................................................................................2
Week 2........................................................................................................................................................ 10
Toegang tot de rechter I: het besluitenprocesrecht...........................................................................................10
Week 3........................................................................................................................................................ 20
Toegang tot de rechter II: belangen van partijen..............................................................................................20
Week 5........................................................................................................................................................ 32
Toetsing door de bestuursrechter I: omvang van het geding............................................................................32
Week 6........................................................................................................................................................ 40
Toetsing door de bestuursrechter II: finalisering en toetsingsintensiteit..........................................................40
Week 9........................................................................................................................................................ 52
Procederen voor de bestuursrechter: tips and tricks.........................................................................................52
,Week 1
Het systeem van bestuursprocesrecht in beweging
Kenmerken van het bestuursrecht
Het primaat ligt bij het openbaar bestuur. Een bestuursorgaan heeft bevoegdheden
gekregen.
Primair om de bevoegdheid van het bestuursorgaan wordt uitgevoerd en de rechter de
vaststelling nagaat of dat op de juiste manier is gebeurd. De verhouding tussen de
verschillende staatsmachten speelt een rol.
Het nieuwe Awb-bestuursprocesrecht zou niet langer primair gericht moeten zijn op de
retrospectieve bescherming van de objectieve rechtsorde tegen onrechtmatige besluiten,
maar veeleer op de vaststelling van rechten en plichten tussen de concrete bij het proces
betrokken partijen.
De spanning tussen ‘autonome’ en meer ‘relationele’ opvattingen van het publiekrecht komt
sterk naar voren in:
- de discussie over de centrale procesrechtelijke positie van het besluitbegrip
Op dit moment lijkt er een hybride stelsel te zijn ontstaan het klassieke
toetsingsmodel waarbij alleen een beroep tegen besluiten open staat wordt op
bepaalde deelterreinen aangevuld met bestuursrechtelijke verzoekschriftprocedures
die zich richten op de vaststelling van rechten en plichten tussen concrete partijen.
- de discussie over de wenselijkheid van een bestuursrechtelijke relativiteitseis
Met de invoering van de bestuursrechtelijke relativiteitseis beoogde de wetgever
nadrukkelijk de slagkracht van het bestuur te vergroten en de doelmatigheid van het
stelsel van bestuursrechtelijke rechtsbescherming te versterken.
- de discussie over de toepassing van het bestuursrechtelijke evenredigheidsbeginsel.
Twee doelstellingen: controle/handhaving en rechtsbescherming
De controlemogelijkheden worden ingeperkt met de relativiteitsvereiste, namelijk dat als je
een beroep doet op een rechtsregel die jouw belang niet schaadt wordt dit beroep niet
aanvaard. Het definiëren van de rechtspositie van de burger de belangen van hem die de
rechtsregels behoort te beschermen.
De wetgever moet voldoende en bruikbare instrumenten voor effectieve
bestuursrechtspraak geven, en de rechter moet deze instrumenten zo goed en creatief
mogelijk benutten. Voldoen de Awb en de bestuursrechters aan deze eisen?
Het conflictoplossend vermogen van het bestuursprocesrecht is nogal gering.
De publiekrechtelijke rechtsbetrekking heeft een tweezijdig karakter met consequenties
voor het bestuursorgaan en belanghebbenden,
Maar wordt eenzijdig vastgesteld door het bestuursorgaan.
Daarom geldt als uitgangspunt dat de bestuursrechter een in geding zijnde publiekrechtelijke
rechtsbetrekking niet zelf mag vaststellen, maar slechts controleren of zij correct is
vastgesteld. De bestuursrechter heeft in deze dus (slechts) een secundaire
verantwoordelijkheid.
, Sneller naar de rechter
De reikwijdte van artikel 7:11 Awb (heroverweging) is de afgelopen jaren daadwerkelijk
uitgebreid. Zo wordt een besluit met een inhoudelijke beslissing op een aanvraag ter
vervanging van een besluit tot het buiten behandeling laten van diezelfde aanvraag (art. 4:5
Awb) sinds medio 2008 aangemerkt als een besluit op bezwaar waartegen beroep bij de
bestuursrechter openstaat. De voordelen van deze benadering zijn evident:
1. het bestuur hoeft een rechtsbetrekking – bijvoorbeeld: bestaat aanspraak op de
aangevraagde voorziening – niet twee keer te heroverwegen.
2. de kans op rechtsonzekerheid wordt vermeden.
De ‘concentratiemogelijkheden’ hebben met elkaar gemeen dat de bestuursrechter in één
(hoger)beroepsprocedure twee besluiten toetst, terwijl de latere bijkomende beschikking
niet eerst op grondslag van een bezwaar behoeft te worden heroverwogen. Dit is praktisch,
want zo wordt voorkomen dat twee instanties zich tegelijkertijd buigen over één geschil
(met het gevaar van tegenstrijdige uitkomsten en daarmee samenhangende verwarring).
Snellere rechtspraak door organisatorische maatregelen
De bestuursrechter voelt in toenemende mate de behoefte om de beroepsprocedure binnen
een zo kort mogelijke termijn af te ronden. Deze behoefte wordt bevorderd door twee
financiële prikkels:
1. De financiering van het gerecht hangt voor een belangrijk deel af van het aantal afgedane
zaken. Hoe sneller de bestuursrechter op een beroep beslist, des te meer zaken hij per jaar
afdoet.
2. Sinds medio 2008 ontwikkelt de jurisprudentie over immateriële schadevergoeding
wegens trage rechtspraak zich stormachtig. Het is verbazingwekkend om te constateren dat
een periode van achttien maanden noodzaakt tot een artikel van dertien dichtbedrukte
bladzijden om de materie overzichtelijk te houden – en tot ingrijpen van de wetgever.
Wordt het bestuursprocesrecht effectiever door het opjagen van de bestuursrechter?
Een razendsnelle rechter die veel produceert, is vaak tevens een lijdelijke rechter die niet
toekomt aan volwaardig feitenonderzoek. En deze omstandigheid heeft het reële risico dat
de bestuursrechter die wordt geconfronteerd met een gebrekkig besluit, volstaat met een
kale vernietiging. In veel gevallen wordt finale geschilbeslechting pas mogelijk indien
voldoende kennis bestaat over de relevante feiten en af te wegen belangen beschikbaar is.
Een gebrek aan deze kennis is vaak dat een besluit gebrekkig maakt.
‘Regiezittingen’: het gesprek met partijen gaat voornamelijk over de omvang van het geding
de echte kern van het geschil – en de informatie die nodig is voor de definitieve
beslechting van het geschil.
Het is bedoeling dat dit gesprek in een zo vroeg mogelijk stadium van de beroepsprocedure
plaatsvindt.
Deze werkwijze kost tijd en geld, maar kan ook leiden tot:
Beter gemotiveerde einduitspraken waarmee partijen meer vrede hebben;
Extra intrekkingen van beroepen (omdat eisers de zwakte van hun stellingen inzien,
als zij ontdekken welk aanvullend bewijs zij moeten leveren);
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dembe4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.