1. Wat is aerobe energieproductie? Verbranding van glucose, eiwitten en vetzuren.
2. Op welke wijze kan de doorbloeding van een orgaan aan de behoefte worden
aangepast? Door verwijding of vernauwing
3. Hoe hoog is de zuurstofverzadiging van het Hb in veneus bloed? 70%
4. Wordt de zuurstofafgifte aan de weefsels door een lokaal toegenomen
zuurgraad belemmerd of juist niet belemmerd? Niet belemmerd.
5. Hoeveel bedraagt globaal het eind diastolisch volume van de li-ventrikel bij
een normaal persoon in rust? 100ml
6. Wat is chronotrope reserve? Verschil tussen de rustfrequentie en maximaal te
bereiken HF.
7. Noem een aantal oorzaken van afname van de maximale hartfrequentie?
- coronair lijden
- een niet goed functionerende sinusknoop (sick-sinus syndroom(SSS)
- te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie)
- gebruik medicatie die nervus sympaticus prikkelen (beta-sympaticolytica)
- gebruik medicatie die sinusknoopfunctie beïnvloeden door remming
calciuminstroom (bepaalde calciumkanaalblokkers)
8. Noem twee factoren die de contractiekracht van het hart doen toenemen?
- Activatie sympatische zenuwstelsel
- Toename van veneuze terugkeer
9. Hoeveel bedraagt de zuurstofopname in rust? Ongeveer 3,5ml/kg/min
10.Wat is de definitie van de maximale zuurstofopname? grootste hoeveelheid
zuurstof die voor een persoon voor het metabolisme ter beschikking is.
11.Noem een aantal factoren die de maximale zuurstofopname beïnvloeden?
leeftijd,geslacht,getraindheid,lichaamsgewicht en leefstijl
hoofdstuk 2 Parate kennisvragen
1. Noem drie verschillende ischemische hartziekten. Stabiele AP,instabiele AP, en
Myocardinfarct.
2. Noem een van de oorzaken van instabiele AP?
o Scheuren van het bindweefselkapsel met stolselvorming stoffen komen vrij
die spasme veroorzaken
o Bloeding in de plaque waardoor de stenose kan toenemen.
3. Welke gegevens van de patiënt moeten er bij een inspanningsonderzoek
aanwezig zijn, voordat de test bij de patiënt gestart kan worden? Anamnese en
lichamelijk onderzoeken een rust-ecg.
4. Noem drie apparaten die tijdens het inspanningsonderzoek worden
gebruikt? Fietsergometer, loopband en armergometer.
5. Noem een voordeel en nadeel van de loopband?
Voordeel: flexibeler bij de keuze van belasting voor de patiënt omdat zowel snelheid als
hellingshoek kan worden aangepast.
Nadeel: Grote ruimte die het in beslag neemt. En lawaai.
6. Wat kunt u vertellen over de plaatsing van de elektrodes bij het Mason-likar-
Systeem? Extremiteitenafleidingen worden op de romp geplaatst. De arm elektrode op de
claviculae (sleutelbeenderen) ter hoogte van het midden (midclavisculairlijn) geplaatst en de
been elektrodes worden in de voorste axillairlijn aangebracht, halverwege de ribbenrand en
de voorste heupkammen (crista-iliaca). Zes borstwandelektrodes in hun oorspronkelijke
positie.
7. Welke 3 maatregelen kunt u nemen om storingen in het ecg-signaal bij het
, inspanningsonderzoek te voorkomen?
o Vermijden van plaatsing op grote spiergroepen die bij inspanning worden
gebruikt of andere bewegende structuren (mamae)
o Optimaal fixeren van elektrodes met kleefpleister
o Verbeteren signaal en ruimverhouding door verlaging huidweerstand en
gebruik kwalitatief hoogwaardige elektrodes.
8. Wat verstaat u onder submaximale en maximale belasting?
Submaximaal: inspanning vind plaats tot een tevoren gedefinieerd eindpunt.
Maximaal: patiënt gaat door tot verzuring en vermoeidheid of totdat er symptomen optreden
die verdere belasting niet meer mogelijk maken.
9. Geef een omschrijving van de 6minutenlooptest. Bij welke patiënten wordt
deze looptest toegepast? Patiënt dient in een gang een vastgestelde afstand (minimaal
30m) op en neer te lopen waarbij de totale afstand die in 6 minuten wordt afgelegd wordt
bepaald en tevens de mate van kortademigheid die optreedt. Laatste word uitgedrukt in een
tienpuntenwaardering volgens de borgschaal.
10.Welke hulpmiddelen moeten er bij een inspanningsonderzoek aanwezig zijn
om bij noodgevallen te kunnen ingrijpen? Defibrillator,medicamenten,infuusvloeistoffen
en infuussytemen.
Hoofdstuk 3 Parate kennisvragen
1. Welke gegevens kunnen door middel van een inspanningstest bij een patiënt
met agina pectoris worden geëvalueerd? Klachten van de patiënt.
2. Is een acuut hartinfarct altijd een absolute contra-indicatie voor een
inspanningstest na het infarct? Nee.
3. Is een inspanningstest een routineprocedure om het succes van
ballondilatatie of coronairchirurgie te beoordelen? Nee dit is niet routinematig. Maar
kan wel nuttig zijn om nieuwe verdachte klachten te evalueren.
4. Wat is het verschil tussen absolute en een relatieve contra-indicatie?
Absoluut: omstandigheden die een inspanningstest volledig ontoelaatbaar maken.
Relatief: wanneer de voordelen moeten worden afgewogen met een verhoogd risico op
complicaties.
5. Welke factoren moeten onder controle zijn voor het maken van een
inspanningstest na een acuut hartinfarct kan worden uitgevoerd? 3-5 dagen na een
infarct, geen complicaties, bij voorkeur door trombolytica of ballondilatatie reperfusie is
bereikt. Plaats van infarct speelt een rol.
6. Wat is het risico van een inspanningstest bij een aortaklepstenose?
Verminderde doorbloeding door de aortastenose van de hartspier kan leiden tot
ischemie,met agina pectoris.
7. Wat is een hoofdstamstenose en wat is het risico hiervan bij een
inspanningstest en waarom? Afsluiting hoofdstam van de li-coronairarterie. Door
pompfalen kan er een bloeddrukdaling optreden met duizeligheid en sterke verandering in
het ecg.
8. Wat is het belangrijkste –ecg verschijnsel dat op ischemie wijst? ST-segment
9. Welke verandering in het ecg wordt gebruikt als een positief testcriterium
voor ischemie? Een mm ST depressie aangehouden in minimaal een ecg afleiding.
10.Noem de belangrijkste redenen om een inspanningstest te stoppen.
- Bloeddruk daling van meer dan 10 mmHg met tekenen van ischemie
- Ernstige AP
- Ataxie
- Duizeligheid/collapsneiging/collaps
- Slechte perifere doorbloeding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saniemeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.