100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Ergometrie en inspanningsfysiologie samengevat $8.04   Add to cart

Summary

Samenvatting Ergometrie en inspanningsfysiologie samengevat

3 reviews
 140 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide samenvatting van de module ergometrie en inspanningsfysiologie van de LOI.

Preview 4 out of 38  pages

  • January 17, 2020
  • 38
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: femkewillems22 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: johannapostma • 2 year ago

review-writer-avatar

By: martalada • 2 year ago

avatar-seller
Ergometrie en inspanningsfysiologie

Hoofdstuk 1 inleiding in het spanningsonderzoek

In de klinische praktijk: Kan een ergometrie in geval van hart of longaandoeningen
diagnose, ernst en prognose van aandoeningen worden bepaald.
 Maar ook: effect van behandeling bepalen.

Inspanningsfysiologie

Het zuurstoftransport
Tijdens lichamelijke inspanning wordt er door organen die belasting moeten leveren (met
name skeletspieren), een hoeveelheid energie verbruikt.
Dit kan aeroob en anaeroob geleverd worden.
 Aerobe energielevering: verbranding van glucose, eiwitten en vetzuren. zolang er
voldoende zuurstof is. Bij de verbranding komt koolzuur (CO2) vrij. Dat als gas door de
longen word uitgeademd.
 Zuurstof wordt continue door het bloed aangevoerd en door organen onttrokken. Koolzuur
wordt continue door de weefsels aangemaakt en door bloed afgevoerd naar de longen. Dit is
een constant proces. Stagnatie in aanbod leidt onmiddellijk tot afname van beschikbaarheid.
 Anerobe energielevering: als inspanning erg zwaar is, kan het zuurstofaanbod tekort
schieten. In dit geval kan energie geproduceerd worden zonder zuurstof. Proces waarbij
glucose gesplitst wordt, gaat gepaard met de vorming van melkzuur
(lactaat).

Aanvoer van zuurstof en afvoer van koolzuur vind plaats door
samenwerking tussen een aantal organen en orgaansystemen. Lokaal in de
skeletspieren kan de zuurstofbehoefte met factor 20 toenemen. De organen
en orgaanstelsels die aanvoer van zuurstof kunnen moduleren zijn: de
ademhalingspieren, de longen, het hart, de bloedvaten en het bloed (met
name rode bloedcellen (erythrocyten).

Ademhaling bestaat uit normaal borst en buikademhaling. In rust: vooral
de tussenribspieren (intercostaal spieren) en het middenrif (diafragma) zijn
betrokken. Bij inspanning: activiteit van de spiereenheden zal toenemen
zoals buikwand en halsspieren. Longventilatie neemt toe door verdieping
van de ademhaling en hogere ademfrequentie.

Bloedvaten:
- Slagaders (arteriën): Door verwijding of vernauwing kunnen ze selectief de
doorbloeding van de organen te regelen.
- Haarvaten (capillairen): Uitwisseling van bouwstoffen, zuurstof, koolzuur en
afvalstoffen met weefsels plaats. veel capillairen zijn in rust gesloten (constrictie van
precapillaire sfincters) en gaan bij inspanning open. via capillairen stroomt bloed naar de
venulen (vertakkingen van het veneuze stelsel in de organen) en vervolgens via de grote
venen wederom naar het hart terug.
Bij inspanning: ontvangen hiervoor belangrijke organen meer bloed (bewegingsapparaat,
huid). Aanbod verminderd voor bijv. nieren, lever en maag-darm stelsel. Voedselinname
voor inspanningsactiviteit is niet gewenst en kan tot gastro-intestinale klachten leiden
(krampen,misselijkheid,overgeven).
in rust: deel van het bloedvolume opgeslagen in capaciteitsvaten en word niet gebruikt om
zuurstof te vervoeren.

,De zuurstofverzadiging van het bloed
Hemoglobine (Hb): zuurstofdragende eiwit in de rode bloedcellen.
Bloed vanuit de re-ventrikel door de longen en capillairen om de longblaasjes gepompt.
Zuurstof zal van de longblaasjes in het bloed diffunderen waarna het vervolgens verder
diffundeert de rode bloedcel in. Atrieel bloed bevat 98-100% verzadigd Hb. Veneus bloed
ongeveer 70%
Hoeveelheid zuurstof aan een orgaan word geleverd is:
- Evenredig met de lokale doorstroming
- Het zuurstofdragend vermogen van het bloed
- Het verschil in hoeveelheid zuurstof in de arteriën en venen.
Zuurstofafgifte: door verlaging van PH vergemakkelijkt. ( die t.g.v. koolzuur en melkzuur
aanwezig kan zijn door het anaerobe verbrandingsproces).
Zuurstofextractie (behoefte) van het hart is hoger dan andere organen (en is voor zijn
functie hier in sterke mate van afhankelijk).
Zuurstofverzadiging van het Hb van het bloed in de sinus
coronarius (afvoerende eindbloedvat van coronaircirculatie welke
uitmond in het re-atrium) is 25-30%. Dit is veel lager dan
normaal 70%.
Tijdens pompfalen (decompensatio cordis) is het circulerende
volume te laag voor de behoefte en word door organen meer
zuurstof onttrokken,. verlaagd hartminuutvolume uit zich in
verlaagd veneus zuurstofgehalte.

Het hart bij inspanning
Hartminuutvolume
Acute aanpassing van het hart t.g.v. inspanning vindt plaats door:
- toename hartfrequentie
- toename slagvolume (SV)
Einddiastolische volume (EDV): volume dat zich in rust aan het eind van de
vullingsfase(diastole) in de li-ventrikel bevind. (dit is normaal 100ml bloed). Hiervan word
70ml uitgepompt = slagvolume.
Ejectiefractie(EF) = Slagvolume / EDV
Hartminuutvolume (cardiac output of CO) = HF x SV
Maximale HF= 220 – leeftijd (impliceert dat ieder jaar dat iemand ouder wordt de
maximale hartfrequentie ongeveer met een slag per minuut daalt). Ook slagvolume stijgt bij
acute inspanning. Bij getrainde mensen kan door sterkte vergroting van het slagvolume al
bij een lage frequentie een sterke toename van het hartminuutvolume gerealiseerd worden.
(hierdoor hebben ze in rust een lagere HF). Bij toenemen
van intensiteit inspanning treed er stabiliteit op van het
slagvolume en zie je toename hartminuutvolume door
stijging HF. Kan stijgen van 5 naar 20/25 of zelfs
35/40 L.

Eigen circulatie kan tot vijfvoudig toenemen. Omdat veel
zuurstof wordt geëxtraheerd door
skeletspieren is het hart voor een
verhoogd zuurstofaanbod bij inspanning
afhankelijk van de toename van de
bloedstroom.

Hartfrequentie en bloeddruk
tijdens inspanning

,Hartfrequentie
Tijdens inspanningtoename HF door: activiteit sympathische zenuwstelsel en afname
activiteit parasympatische zenuwstelsel.
Chronotrope reserve: verschil rustfrequentie en maximaal te bereiken HF. dit verschilt
per persoon en is afhankelijk van: Leeftijd, geslacht, aanleg, mate van getraindheid, soort
inspanning.
Rust HF: word beïnvloed door geslacht, leeftijd en getraindheid.
Maximale HF kan bij verschillende aandoeningen afnemen zoals:
- coronair lijden
- een niet goed functionerende sinusknoop (sick-sinus syndroom(SSS)
- te langzaam werkende schildklier (hypothyreoïdie)
- gebruik medicatie die nervus sympaticus prikkelen (beta-sympaticolytica)
- gebruik medicatie die sinusknoopfunctie beïnvloeden door remming calciuminstroom
(bepaalde calciumkanaalblokkers)
HF kan bij inspanning ook onverwacht hoog zijn zoals bij: nerveuze personen, koorts
(febris), bloedarmoede(anemie), te hoge schildklierwerking (hyperthyreoïdie), verminderde
pompfunctie (dec. Cordis), longaandoeningen en gebruik van middelen die sympathische
zenuwstelsel stimuleren.

Bloeddruk: Bepaald door hartminuutvolume en totale perifere weerstand. Contractiekracht
neemt toe door:
- activatie sympatische zenuwstelsel
- toename veneuze terugkeer

inotrope reserve: mate waarin de contractiekracht kan toenemen.
Door stijging Hartminuutvolume: neemt de systolische bloeddruk tijdens inspanning toe.
Door verwijding van arteriolen en opengaan capillairen in spierstelsel en huid daalt de
totale perifere weerstand. Systolische bloeddruk zal zijgen maar diastolische bloeddruk
blijft gelijk of daalt iets.
Daling RR:
- nerveuse mensen
- teken van slechte pompfunctie
- teken van kleplijden (aortastenose)
- teken van uitgebreid zuurstoftekort (Ischemie) van de hartspier geen inotrope
reserve. Duizeligheid, transpiratie en onwelbevinden tot gevolg.
bij patiënten met een niet goed geconditioneerd vaatstelsel zoals
ongetrainden,hypertensie,diabeten: zie je RR soms sterk stijgen.
na maximale inspanning: daalt de RR binnen 6 minuten tot normale waarden en kan
gedurende een aantal uren lager blijven van de uitgangswaarde.
bij plotseling stoppen van een forse inspanning: kan een sterke vagale reactie optreden
(plotseling verminderde veneuze terugvloed naar het hart en HFdaling kan RR sterk dalen
en patiënt duizelig worden of zelfs collaberen. Minimaal 1 minuut uit laten fietsen met
lichte weerstand.

Het frequentie-bloeddrukproduct (rate-pressure product of RPP)
F.L. Globel ontdekt dat product van HF en systolische RR: maat is voor coronaire perfusie
van het hart. Dit is gevalideerd met hartcatherisatie. Onderzoek weest uit dat:
RPP <14.000: bewijs voor verminderde coronaire perfusie
RPP>20.000: bewijs voor goede coronaire perfusie
Hoge RPP betere prognose voor de patiënt.
Er kan geen uitspraak worden gedaan over coronaire perfusie bij patiënten met een
bètablokker (onderdrukt de HF en bloeddruk). Kan ook omgedraaid worden: indien RPP

, gehaald is, is het hart dus optimaal belast en mag er geen uitspraak worden gedaan over de
coronaire perfusie.

Maximale zuurstofopname (VO2 max)
Zuurstofname = recht evenredig met mate van belasting totdat maximale inspanning wordt
bereikt.
hoeveelheid zuurstofopname uitgedrukt in liters per minuut (L/min) of millimeters per
minuut per kilogram lichaamsgewicht(ml/kg/min).
Iemand met een hoger gewicht heeft automatisch een hogere maximale zuurstofopname.
Maximale zuurstofopname (VO2max) = grootste hoeveelheid zuurstof die voor een
persoon voor het metabolisme ter beschikking is. is de belasting groter dan gaat de
anaerobe stofwisseling overheersen met forse toename van productie van melkzuur(lactaat).
Maximale zuurstofopname word bereikt wanneer bij maximale inspanning de
zuurstofopname een plateauwaarde bereikt. Ookwel steady state. Word dit niet bereikt dan
word de hoogst bereikte zuurstofopname (Vo2 peak) gebruikt.
Vo2max is een goede maat voor het maximale hartminuutvolume en word toepast om de
li-ventrikelfunctie te bepalen.
Zuurstofafgifte is rechtevenredig aan volumeaanbod (hartminuutvolume,cardiac output =
CO) en het aterioveneus zuurstofverschil C(a-v)o2.
Formule: VO2 = CO x C(a-v)o2
hartminuutvolume = VO2 / C(a-v)o2
arterioveneuze zuurstofverschil stijgt bij inspanning relatief gezien veel minder dan
zuurstofopname. Daarom is de laatste nauw gerelateerde aan de maximale
hartminuutvolume.
VO2max is afhankelijk van: leeftijd,geslacht,getraindheid,lichaamsgewicht en leefstijl (bv.
Roken). Maximale waarden tussen: vijftiende en dertigde levensjaar. Bv goed getrainde
mannen kunnen waarden van 60ml/kg/min. Op 60e leeftijd nog slechts ¾. Vrouwen hebben
lagere waarden t.g.v. geringere spiermassage,hemoglobinegehalte,circulerend bloedvolume
en slagvolume. Max: 50ml/kg/min.
Vo2max ook afhankelijk van het type test. Verschil word veroorzakt door het verschil in
spiermassa dat word gebruikt voor de test.
Klasse VO2max (ml/kg/min) HMVmax (L/min/m2
A <20ml >8
B 16-20 6-8
C 10-15 4-6
D <10 <4
VO2max =maximale zuurstofopname. HMVmax = maximale hartminuutvolume (gecorrigeerd
door lichaamsoppervlak.
Classificering o.a. gebruikt voor selectie van patiënten die in aanmerking komen voor
harttransplantatie en het meten van het effect van een behandeling bij pompfalen.

Verschillende vormen van inspanning
er zijn verschillende soorten spiercontracties:
- isometrische contractie: spier levert kracht maar blijft op dezelfde lengte. Bv bij
een spierbal maken.
- concentrische contractie: spier word korter terwijl hij kracht levert bijv. een tas
omhoog tillen. inspanningstesten zijn op basis hiervan.
- eccentrische contractie: spier word langer als hij kracht levert. Bijv. als u bergaf
loopt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saniemeijer. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.04  6x  sold
  • (3)
  Add to cart