Dit bestand is een samenvatting voor het tentamen van Bouwtechniek 2 voor de opleiding Bouwkunde leerjaar 1 in periode 2. Deze samenvatting bevat de volgende boeken en hoofdstukken: Jellema deel 4a: hoofdstuk 2 geheel, hoofdstuk 3: 3.2.2, 3.2.3, 3.3 t/m 3.7, Jellema deel 4C: hoofdstuk 14.3 t/m 14.5...
Hoofdstuk 2
2.1
De traditionele functies van een dak zijn te onderscheiden in:
1. Afsluiting ruimte;
2. Bescherming tegen weersinvloeden;
3. Bescherming tegen ongewenste indringers;
4. Afvoer hemelwater.
Naast deze traditionele functies kent vooral het platte dak een aantal bijkomende gebruiksfuncties,
zoals:
• Parkeerdak;
• Dakterras;
• Opstelplaats voor installaties.
Een dak constructie bestaat altijd uit drie elementen:
1. Waterkerend gedeelte (dakbedekking):
Laag die bescherming biedt tegen het binnendringen van hemelwater wordt dakhuid of
dakbedekking genoemd. De dakhuid moet het water tegenhouden en afvoeren. De
dakbedekking moet ook bestand zijn tegen lage temperaturen en mag onder invloed van
ijsvorming niet scheuren. Verder moet de dakhuid bestand zijn tegen de inwerking van
zonlicht en mag hij niet kunnen opwaaien.
2. Afsluitend gedeelte (ondergrond):
Dit deel van wordt dakbeschot genoemd. Het maakt de onderliggende ruimte winddicht en
biedt bescherming tegen stuifsneeuw en ongedierte. Het dakbeschot kan ook een isolerende
functie hebben voor geluid en temperatuur.
3. Dragend gedeelte (onderconstructie):
De balken in een hellend dak worden gordingen genoemd als ze in de breedterichting van
het dak lopen, dus evenwijdig met de goot. De gordingen worden gedragen door de
bouwmuren. Bij grotere overspanningen zijn tussensteunpunten nodig in de vorm van
spanten. Loopt de balklaag in de lengterichting van het dak, dan spreekt men van sporen.
Deze lopen dus van de nok naar de goot. Is de overspanning hierbij te groot, dan kunnen de
sporen op hun beurt weer gedragen worden door gordingen.
2.2
De meest globale indeling van dakvormen maakt onderscheid tussen:
1. platte daken;
In theorie loopt een plat dak horizontaal. Om aan het criterium van snelle waterafvoer op
gecontroleerde plaatsen te kunnen voldoen, moet ook een plat dak onder een bepaalde
helling liggen.
2. hellende daken (met vlakke en gebogen dakvlakken)
Een dak is hellend wanneer de dakvlakken (dakschillen) een helling hebben van tenminste
15° (27%). Bij een dakhelling groter dan 15° is het namelijk mogelijk om een schubvormige
dakbedekking toe te passen.
1
,2.3
Er bestaat een groot aantal dakvormen. De volgende dakvormen worden hier besproken:
• Lessenaarsdak
• Zadeldak
o Langskap
o Dwarskap
• Dak met wolfseind
• Schilddak
• Dak met uilenbord
• Samengesteld dak
• Mansardedak
• Tentdak
• Schaaldak
• Torendak
• Kegeldak
• Koepeldak
• Scheddak
• Getuid dak en hangdak
Hoofdstuk 3
3.2
Het dragende gedeelte van de dakconstructie is het deel dat de kracht als gevolg van het eigen
gewicht van de totale constructie met de daarop werkende belastingen overbrengt naar een ander
deel van de bouwconstructie. De traditionele indeling van dakconstructies is gebaseerd op een
draagconstructie van hout en kan bestaan uit:
• Gordingen en bouwmuren;
• Gordingen en spanten;
• Gordingen, spanten en bouwmuren;
• Sporen;
• Sporen en gordingen (eventueel met spanten en bouwmuren);
• Zelfdragende (isolerende) dakelementen.
De materiaalkeuze voor de dakhuid impliceert direct een keuze voor de ondergrond waarop de
dakhuid moet worden bevestigd. Dakpannen zijn niet los te zien van panlatten; voor het vastnagelen
van natuursteenleien is een krimpvrij of in horizontale stroken aangebracht dakbeschot noodzakelijk.
Worden leien met haken bevestigd, dan zijn daarvoor ook horizontale latten nodig. De gewenste
isolatiewaarde bepaalt in belangrijke mate de dikte van het totale pakket. In combinatie met de
gewenste afwerking aan de onderzijde kan uit het grote aanbod aan isolerende dakplaten een keuze
worden gemaakt. Een dakpakket wordt samengesteld op grond van:
• Soort en type dakbedekkingsmateriaal;
• Wijze van aanbrengen dakbedekking;
• Soort, dikte en plaats isolatiemateriaal;
• Gewenste afwerking aan onderzijde;
• Materiaal draagconstructie;
• Afstand tussen steunpunten.
Ook met andere materialen dan hout kan volgens deze principes worden geconstrueerd.
3.3
Bij hellende houten daken gebruikt men vaak het woord kap of kapconstructie, daarmee wordt dan
bedoeld het totaal aan constructieonderdelen inclusief de hulpconstructies, maar zonder de
dakbedekking.
2
,Woord betekenissen bij het zadeldak gebruikte woorden:
• Nok: (meestal) horizontale lijn waar twee
tegenover elkaar liggende dakvlakken elkaar
ontmoeten;
• Dakvoet: ondereind dakvlak, waar het gevel en
vaak ook verdiepingsvloer ontmoet. Meestal
wordt hier ook een goot aangetroffen;
• Dakschild: elk afzonderlijk dakvlak;
• Daklengte: kortste afstand tussen nok en
ondereind dakvlak;
• Dakbreedte: maat dakvlak, gemeten langs
gevel;
• Dakhelling: hoek die dakvlak maakt met
horizontaal;
• Voorstaand links en rechts: in verband met het bestellen van hulpstukken is het belangrijk af
te spreken wat onder links of rechts wordt verstaan. Kijkend naar het dakvlak worden links of
rechts aangegeven;
• Kapruimte: vrije ruimte onder kap die wordt begrensd door dakschilden en zoldervloer. Bij
het ontbreken van de zoldervloer neemt men de lijn tussen de dakvoeten als theoretische
begrenzing;
• Zoldervloer: vloer kapruimte;
• Vliering: tussenvloer in kapruimte.
Gordingenkap
De gordingenkap ontleent zijn naam aan het dragend
gedeelte van deze kap, de zogenaamde gordingen,
horizontaal in het dakvlak liggende balken die de
krachten als gevolg van de dakbelasting overbrengen
naar de hoofddraagconstructie. Veelvoorkomende
gordingafmetingen zijn 71 × 171 mm en 71 × 196 mm.
De afmetingen van de gordingen worden bepaald
door:
• Overspanning;
o Als de te overspannen ruimte groter is
dan 4 à 4,5 m, worden de
gordingafmetingen groter dan de gebruikelijke standaardafmetingen. Er kan dan
worden gekozen voor een tussensteunpunt in de vorm van een spant. Een spant
heeft dan dezelfde functie als een onderslagbalk bij een balklaag.
• Hart-op-hartafstand;
o De hart-op-hartafstand (h.o.h.-afstand) kan bij een gekozen balkafmeting uit de
berekening volgen of van tevoren zijn aangenomen door de gegeven daklengte van
muurplaat tot nokgording in een aantal velden te verdelen.
• Permanente belastingen;
• Verankering;
o Als de gordingen door een spant worden ondersteund, maakt men de verbinding
tussen het spant en de gording met linkse en rechtse gordingsteunen. Ook bestaan
er opwaaiankers die het opwaaien van het dak tegenhouden.
• Veranderlijke belastingen;
• Dakhelling.
3
, Sporenkap
Bij een sporenkap bestaat de draagconstructie uit een
balklaag waarvan de balken in de dakhelling van de dakvoet
naar de nok lopen. Omdat ze gunstiger worden belast en over
het algemeen op geringere afstand van elkaar liggen dan
gordingen, zijn de houtafmetingen van sporen kleiner dan die
van gordingen. Bij een grote daklengte kan het nodig zijn om
de sporen te ondersteunen door gordingen om de
balkafmeting van de sporen te beperken. De keuze tussen een
sporen- en gordingenkap kan behalve door de dakvorm en de
plaats van de dragende wanden ook worden ingegeven door het type dakplaat of door de te kiezen
afwerking aan de binnenzijde. Het type dakbedekking kan op zich weer bepalend zijn voor het type
dakplaat. Bij een gordingenkap zijn er relatief weinig bevestigingspunten voor een
binnenbetimmering, waardoor nog een extra regelwerk noodzakelijk kan worden. Bij een sporenkap
is een binnenbetimmering aan te brengen zonder extra voorzieningen. Voor het uitvoeren van een
dak zonder dakbeschot, een zogenaamd onbeschoten dak, dat met riet, pannen of leien wordt
gedekt, zijn horizontale bevestigingslatten nodig. Dit houdt automatisch in dat de latten een
ondersteuning krijgen in de richting van de daklengte, wat inhoudt dat er sporen nodig zijn.
Spanten
Het vervaardigen van traditionele houten spanten vergt veel arbeid. De verbindingen zijn gebaseerd
op het principe van pen-engatverbindingen en overkepingen. Deze verbindingen kunnen de krachten
overbrengen als ze goed sluitend zijn. Voor deze verbindingen moet op verschillende plaatsen
materiaal worden weggenomen, wat een wezenlijke verzwakking van het desbetreffende onderdeel
inhoudt.
Traditionele spanten
De volgende eenvoudige houten spantvormen worden in de huidige woningbouw nog toegepast:
• Steekspant;
o Het steekspant bestaat uit twee spantbenen en een kapbalk. De spantbenen worden
over elkaar ingekeept. De kapbalk zorgt ervoor dat de spantbenen niet kunnen
uitwijken en functioneert ook als zolderbalk. Om ruimte te creëren voor de onderste
gording of muurplaat staat het spantbeen steiler dan de dakhelling. De
onderliggende trapeziumvormige spanten moeten dan tegen vervorming wel van
schoren (korbeels) worden voorzien. Bij een modern steekspant worden de
spantbenen ondersteund door stijlen. De stijlen worden ook horizontaal met de
spantbenen verbonden om zo een stijve hoek te maken.
• Hollands spant;
o Als een spant een grotere ruimte moet overspannen, worden de spantbenen langer
en daarmee gevoeliger voor buiging. Om het spant meer vormvast te maken, worden
de spantbenen op een bepaalde hoogte met elkaar verbonden door trekplaten
(dubbel) of een hanenbalk (enkel). De vrije hoogte onder de trekplaten of hanenbalk
moet minimaal 2300 mm zijn. Om de hanenbalk of trekplaten een extra ophangpunt
te geven, kan ook nog een makelaar worden toegepast.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lottesamenvatting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.