100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neuromarketing boek Psychologie: de essentie $6.87
Add to cart

Summary

Samenvatting Neuromarketing boek Psychologie: de essentie

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting gemaakt voor het tentamen van de minor Neuromarketing bij NHL Stenden van het boek Psychologie: de essentie. Hierbij wordt hoofdstuk 3: Leren en hoofdstuk 4: Geheugen: 4.1, 4.2, 4.3 + 4.4.8 samengevat!

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • Hoofstuk 3 en hoofdstuk 4: 4.1, 4.2, 4.3 + 4.4.8
  • October 13, 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Psychologie: de essentie
H3 Leren
Leren = een proces waardoor ervaringen een blijvende verandering veroorzaken in het
gedrag of in de mentale processen.
- We spreken pas van leren als het tot een blijvende verandering leidt
- Het moet leiden tot een verandering in het gedrag of de mentale processen

Stimulus-respons-leren vs. Cognitief leren
Probleem met observeren van mentale processen heeft geleid tot een langlopende
controverse tussen behavioristische (stimulus-respons-leren/conditioneren) en cognitief
psychologen.
Stimulus-respons-leren: objectieve, waarneembare stimuli en responsen.

Leren versus instinct
Instinct = een vorm van gemotiveerd gedrag met een sterke biologische basis.
Instinctief gedrag wordt sterk door genetische programmering.
Zonder leren zouden we volledig afhankelijk zijn van onze reflexen en aangeboren
gedragingen, leren is bijna alles, bijv.: werken, spelen en relaties onderhouden met
familie/vrienden.
- In het algemeen wordt menselijk gedrag sterker beïnvloed door leren dan door
instinct.
- Leren geeft ons de flexibiliteit om ons snel aan veranderende situaties en
omgevingen aan te passen  evolutionair voordeel t.o.v. instinct

Eenvoudige en complexe vormen van leren
Habituatie = simpele manier van leren, bijv. het leren om het geluid van het verkeer te
negeren als je in een drukke buurt woont. Gaat om het niet reageren op een stimulus.
Mere exposure effect = voorkeur aan stimuli waar we al eerder aan zijn blootgesteld.
(bijv. nog een keer een favo liedje)
Stimulus-respons-leren: klassieke en operante conditionering

3.1 Klassieke conditionering (Ivan Pavlov) – relaties tussen stimuli en
responsen + genetische aanleg
- Onderzoek naar de spijsvertering (hond)
- Richtte zich op eenvoudige automatische responsen  reflexen
- Belang van de ontdekking: honden konden deze reflectieve responsen koppelen
aan nieuwe stimuli: neutrale stimuli die daarvoor nog geen respons opleverde
(zoals de bel).
- Wanneer een neutrale stimulus (NS), een stimulus die van nature geen reactie
oproept, zoals geluid of licht, gekoppeld wordt aan een reflex oproepende stimulus
(zoals voedsel), deze neutrale stimulus na verloop van tijd een aangeleerde
respons zal oproepen die gelijk is aan de oorspronkelijke reflex
(speekselproductie).
o Vb: koppeling van bloemen of hartjes aan romantiek
o Vb: koppeling geliefde bekend persoon aan een merk om een goed gevoel
bij een merk te krijgen
o Vb: mooie vrouw naast nieuwe auto, man krijgt zelfde gevoel voor auto als
vrouw

,Verwerving
1. Begint altijd met een ongeconditioneerde stimulus (UCS): stimulus die
automatisch een reflectieve respons (ongeconditioneerde reflex USR) oproept
2. Verwervingsfase: eerste leerstadium: neutrale stimulus (NS) wordt herhaaldelijk
samen met USC aangeboden
3. Wanneer deze samen geassocieerd worden en een reflex oplevert is de neutrale
stimulus veranderd is een geconditioneerde stimulus (CS)
- Bijv. het geluid is nu in staat dezelfde respons op te roepen als de UCS.
4. Geconditioneerde respons (CR)
- Timing is essentieel
5. Bouwstenen klassieke conditionering: UCS, UCR, NS (wordt CS), CR en de
tijdsperiode.

Extinctie en spontaan herstel
Geconditioneerde responsen kunnen weer verdwijnen/ onderdrukt worden
- Gedurende een aantal pogingen alleen de cs (geluid) aan te bieden en de ucs
(voedsel) achterwege te laten  extinctie/uitdoving
- Extinctie is van belang bij behavioristische therapie tegen angsten en fobieën
Spontaan herstel: wanneer de cr, na extinctie en een daarop volgende periode zonder
blootstelling aan de cs, zich opnieuw voordoet als reactie op de cs, bijv. wanneer een
angst (bijv. claustrofobie) na enige tijd in veel open ruimte weer terugkomt in krappere
ruimtes. Vaak minder sterk

Stimulusgeneralisatie: zorgt ervoor dat we aangeleerde responsen toepassen in
nieuwe situaties. bijv. als je bang bent voor spinnen, zul je waarschijnlijk op alle soorten
en maten hetzelfde reageren.
- In het dagelijks leven komt dit veel voor bij mensen die een traumatische ervaring
hebben meegemaakt. 1 keer gebeten door een hond  bang voor alle honden.

Stimulusdiscriminatie (selectief leren): als een organisme leert op een bepaalde
stimulus te reageren, maar niet op een gelijksoortige stimuli.

3.1.2 Toepassingen van klassieke conditionering (kleine albert)
- Kleine Albert: onderzoekers zorgde ervoor dat hij angstig werd door een witte rat
door elke keer wanneer de rat in beeld kwam Albert te laten schrikken. Hij werd
ook bang voor andere witte harige voorwerpen.
- Sommige angsten die onder extreme omstandigheden zijn aangeleerd kunnen
jarenlang standhouden (LeDoux, 1996). Bijv. bij soldaten en harde knallen.
Contraconditionering: extinctie van de geconditioneerde angstrespons en
conditionering van een ontspanningsrespons op de cs. Vooral effectief bij fobieën, zoals
vliegangst. De cs wordt aan een nieuwe ucs gekoppeld die een usr die onverenigbaar is
met de oorspronkelijke ucr.

Geconditioneerde voedselaversies
- Veel mensen doen in hun leven en slechte ervaring op met een bepaald soort
voedsel
- Mensen leggen opvallende snel het verband tussen ziekte en voedsel, sneller dan
een andere stimulus zoals licht of geluid
- Voedselaversies vormen een uitzondering op belang tijdsperiode conditionering

Biologische predispositie: uitdaging Pavlov
- Bij geconditioneerde aversies spelen zoals nature als nurture een rol (Watson)
- De neiging om smaakaversies te ontwikkelen als deel van onze biologische aard
lijkt te zijn ingebouwd, niet alleen aangeleerd. Nurture is sterker dan nature
(Watson)

, - Voedselaversies een reactie die zowel in nature (biologische achtergrond) als in
nurture (leerprocessen) is gefundeerd.
- Veel van de algemeen voorkomende angsten en fobieën komen voort uit
genetische preparedness  angsten aanleren voor dingen die gevaarlijk zijn.
3.2 Operante conditionering
Bij operante conditionering volgen op gedrag consequenties in de vorm van beloningen
en straffen die de kans op herhaling van dat gedrag beïnvloeden.
- Vrijwillige gedragingen worden aangestuurd door straffen en beloningen
(Thorndike, 1874)
- Een operant: een waarneembare gedraging die een organisme gebruikt om in zijn
omgeving te ‘opereren’, de omgeving beïnvloeden. Bijv. een boek lezen om een
goed cijfer te halen
- Een vorm van leren waarbij de consequenties van gedrag kunnen aanzetten tot
gedragsverandering
- Beloningen versterken het gedrag, straffen hebben juist de neiging te
ontmoedigen.
Sterke kanten operante conditionering
- Van toepassing op veel meer gedragstypen
- Vormt een verklaring voor de manier waarop organismen nieuwe en complexe
gedragingen leren, waarbij ze niet volkomen afhankelijk zijn van aangeboren
reflexen

3.2.1 Skinners radicale behaviorisme en de wet van effect
- De krachtigste invloeden op het gedrag zijn de gevolgen ervan, datgene wat
onmiddellijk na het gedrag gebeurt!
- Wet van effect: gedrag van een dier leidt tot plezierige of onplezierige
resultaten, die resultaten beïnvloeden de kans dat het dier het gedrag nogmaals
zal vertonen (trial and error)
- Skinner: eten kun je observeren, maar de innerlijke ervaring van honger, het
verlangen naar voedsel of het plezier dat iemand aan eten beleeft, is niet
waarneembaar. Bedreigd volgens behavioristen de wettenschappelijke
geloofwaardigheid van de psychologie.

3.2.2 Bekrachtiging (Skinner)
- bekrachtiger (beloning): elke omstandigheid die op een respons volgt en die versterkt
- positieve bekrachtigers: geld, voedsel, aandacht, etc.
- positieve bekrachtigers versterken een respons, doordat ze na deze respons worden
aangeboden, en maken het waarschijnlijker dat het gedrag zich herhaalt. Toevoegen of
aanbieden
- negatieve bekrachtigers: het weghalen van een aversieve stimulus (zoals herrie of een
melding). Verwijderen of weghalen
- negatieve bekrachtigers: het weggaan van een piepje als je je gordel omdoet in
de auto.

Bekrachtigingtechnologie: de Skinner-box (operante ruimte): een kist waarin zich een
hendel bevond die, als het proefdier hem indrukte, voedsel produceerde. Origineel:
tijdstippen en de frequentie van de beloning konden worden gereguleerd  heeft
belangrijke invloed op het gedrag.

Continue vs. Intermitterende bekrachtiging
Continue bekrachtiging: elke goede respons belonen (vooral in het begin van een
leerproces effectief)
directe feedback!
- Goed bruikbaar om complex nieuw gedrag vorm te geven (shaping)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilseberendsen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.87
  • (0)
Add to cart
Added