100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Loonheffing week 7 - Loonheffing ( RGBFI00105) $4.24   Add to cart

Summary

Samenvatting Loonheffing week 7 - Loonheffing ( RGBFI00105)

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting literatuur van het vak loonheffing aan de RUG. Dit is de voorgeschreven stof van week 7. Dit zijn H22 en 23 van het boek: 'Loonheffingen 2024, achttiende druk, fed fiscale studieserie''

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H22 en h23
  • October 13, 2024
  • 20
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Loonheffing samenvatting
HOOFDSTUK 22 – INTERNATIONALE ASPECTEN LOONBELASTING......................................................1
22.1 INLEIDING...................................................................................................................................1
22.1 WOONPLAATS.............................................................................................................................1
22.2.1 DE FISCALE WOONPLAATS VAN DE WERKNEMER.................................................................................1
22.2.2 DE NIET IN NEDERLAND WONENDE WERKNEMER...............................................................................1
22.2.3 DE NIET IN NEDERLAND WONENDE OF GEVESTIGDE INHOUDINGSPLICHTIGE.............................................2
22.3 BELASTINGVERDRAGEN..................................................................................................................3
22.3.1 ALGEMEEN.................................................................................................................................3
22.3.2 VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING IN DE INKOMSTENBELASTING....................................................4
22.3.3 VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING IN DE LOONBELASTING............................................................5
22.3.4 COMPENSATIEREGELING IN BELASTINGVERDRAGEN.............................................................................5
22.4 DE 183-DAGENREGELING...............................................................................................................5
22.4.1 DE EERSTE VOORWAARDE VAN DE 183-DAGENREGELING: DAGEN TELLEN...............................................6
22.4.2 DE TWEEDE VOORAARDE VAN DE 183-DAGENREGELING: GEEN WERKGEVER IN DE WERKSTAAT...................6
22.4.3 DE DERDE VOORWAARDE VAN DE 183-DAGENREGELING: LOONKOSTEN KOMEN NIET TEN LASTE VAN EEN
VASTE INRICHTING VAN DE WERKGEVER IN DE WERKSTAAT...............................................................................6
22.5 SALARISSPLITSING.........................................................................................................................6
22.6 HEFFING OVER BIJZONDERE LOONVORMEN IN GRENSOVERSCHRIJDENDE SITUATIES........................................7
22.6.1. OPTIERECHTEN IN GRENSOVERSCHRIJDENDE SITUATIES.......................................................................7
22.6.2 ONTSLAGUITKERINGEN IN GRENSOVERSCHRIJDENDE SITUATIES..............................................................8
22.6.3 FICTIEF LOON EN BELASTINGVERDRAGEN..........................................................................................8
22.7 EXTRATERRITORIALE KOSTEN EN DE 30%-REGELING..............................................................................8
22.7.1 DE UITGEZONDEN WERKNEMER......................................................................................................8
22.7.2 DE INGEKOMEN WERKNEMER EN DE VOORWAARDEN VAN DE 30%-REGELING.........................................9
22.7.3 OVERIGE ASPECTEN 30%-REGELING BIJ INGEKOMEN WERKNEMERS.......................................................9
22.7.4 VRIJE VERGOEDING VAN DE WERKELIJKE ET-KOSTEN.........................................................................10
22.7.5 VRIJE 30%-VERGOEDING.............................................................................................................10
22.7.6 CUMULATIE VAN 30%- EN ADDITIONELE ET-KOSTENVERGOEDING.......................................................11
22.8 GRENSOVERSCHRIJDENDE LOONHEFFINGSKORTING..............................................................................11
22.9 INTERNATIONALE ORGANISATIES.....................................................................................................12
HOOFDSTUK 23 – INTERNATIONAAL SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT...................................................13
23.1 INLEIDING.................................................................................................................................13
23.2 DE WET- EN REGELGEVING, NATIONAAL EN INTERNATIONAAL................................................................13
23.3 AANWIJSREGELS HEBBEN EXCLUSIEVE EN STERKE WERKING...................................................................14
23.4 DE HOOFDREGELS VAN DE VERORDENING (EG) 883/2004 EN DE TOEPASSINGSVERORDENING 987/2009.....14
23.4.1 DE PERSONELE WERKINGSSFEER....................................................................................................14
23.4.2 DE MATERIËLE EN DE TERRITORIALE WERKINGSSFEER.........................................................................14
23.4.3 ALGEMENE AANWIJSREGELS.........................................................................................................15
23.4.4 BIJZONDERE AANWIJSREGELS........................................................................................................15
23.4.5 DE DETACHERINGSREGELING.........................................................................................................16
23.4.7 DE CYPRUSROUTE, DE LUXEMBURGCONSTRUCTIE EN DE LIECHTENSTEINSE OMWEG................................17
23.5 DE ‘VERKLARING BETREFFENDE TOEPASSELIJKE WETGEVING’(A1)...........................................................17
23.6 UITZENDING NAAR EEN VERDRAGSLAND...........................................................................................18
23.7 UITZENDING NAAR EEN NIET-VERDRAGSLAND....................................................................................18
23.8 DE LOONHEFFING BIJ ONTBREKEN VAN VERZEKERINGS- OF BELASTINGPLICHT IN NEDERLAND........................18
23.9 DE ZORGVERZEKERINGSWET INTERNATIONAAL...................................................................................19
23.9.1 NIET-INGEZETENE DIE VERZEKERINGSPLICHTIG ZIJN...........................................................................19
23.9.2 VERDRAGSGERECHTIGDEN............................................................................................................19
23.9.3 DE BUITENLANDSE WERKGEVER....................................................................................................19

,Hoofdstuk 22 – Internationale aspecten loonbelasting
22.1 Inleiding
Loonbelasting wordt ook voor grensoverschrijdende arbeid geregeld, dit onder meet het in
het OESO-modelverdrag.
22.1 Woonplaats
Het is essentieel om te bepalen wat iemand zijn fiscale woonplaats is, dit is van belang voor
het van toepassing zijnde recht
22.2.1 De fiscale woonplaats van de werknemer
Woonplaats naar nationaal recht
In Nederland is voor de IB de binnenlands belastingplichtige voor zijn gehele wereldinkomen
belast, voor buitenlands belastingplichtige alleen voor het inkomen uit Nederland. Een
dergelijk onderscheid wordt ook in de LB gemaakt (art. 2 lid 3-5 LB), niet-inwoners kunnen
onder voorwaarden worden uitgezonderd van de heffing.
De woonplaats van een natuurlijk persoon moet naar omstandigheden worden beoordeeld
(art. 4 lid 1 AWR), de jurisprudentie heeft dit uitgewerkt tot een duurzame band van
persoonlijke aard met Nederland. In de volksverzekeringswetten is dit hetzelfde. Hiervoor
worden alle omstandigheden meegenomen.
Bewijslast
De inspecteur heeft de bewijslast omtrent het in Nederland woonachtig zijn, dit is slechts
anders als er omkering van de bewijslast wordt opgelegd.
Woonplaats naar internationaal belastingrecht
Een verdrag reguleert in welke verdragsstaat de natuurlijke persoon wordt geacht te wonen
als hij in beide staten woont naar nationaal recht, dan zijn de duurzame verblijfsplaats en het
centrum van levensbelangen doorslaggevend (art. 4 lid 2 sub a OESO-modelverdrag).
22.2.2 De niet in Nederland wonende werknemer
In beginsel is elke werknemer met een inhoudingsplichtige werknemer, ook als hij niet in
Nederland woont (art. 2 lid 1 LB).
Eerste uitzondering (art. 2, lid 3, Wet LB 1964)
Degene die een dienstbetrekking geheel buiten Nederland vervult en hier niet woont is geen
loonbelastingplichtige (art. 2 lid 3 LB).
Tweede uitzondering (art. 2, lid 4, Wet LB 1964)
Degene die niet in Nederland woont en zijn dienstbetrekking nagenoeg (90%) in het
buitenland verricht is geen belastingplichtige, mits het inkomen aan andere mogendheden
toekomst het niet via een verdrag hier belast is.
Zonder deze voorwaarden zou loon nergens belast worden, maar deze bepaling beperkt de
administratieve plichten voor mensen die hier enkele dagen werken.
Derde uitzondering (art. 2, lid 5, Wet LB 1964)
De werknemer niet in dienst bij de Nederlandse staat of een hier gevestigd lichaam die de
werkzaamheden gedeeltelijk buiten Nederland voldoet is niet belastingplichtig, mits het loon
feitelijk belast is in een verdragsstaat.
Als hij meer dan 10% in Nederland werkt is hij voor het in Nederland gewerkte deel wel hier
belast.
Bestuurders
De uitzonderingen gelden niet voor werknemers van de Nederlandse staat of bestuurders
van een in Nederland gevestigd lichaam. De heffingsbevoegdheid is meestal aan de
vestigingsstaat van het lichaam toegewezen (art. 16 OESO), al kan er worden afgeweken.

, Overheidswerknemers in het buitenland
Werknemers van de Nederlandse staat zijn altijd aan de LB onderworpen, ook wanneer zij
niet in Nederland werken. Publiekrechtelijke werknemers zijn namelijk toegewezen aan de
staat voor wie ze werken (art. 19 OESO), hieronder valt ook het loon uit vroegere
dienstbetrekking. In uitzonderlijke gevallen kunnen verdragen hiervan afwijken, dan zullen er
vrijstellingen worden toegepast om geen dubbele heffing te krijgen (art. 33 en 34
Uitv.reg.AWR).
Buitenlandse dienstreizen voor ambtenaren
Er zijn vergoedingsregels voor rijksambtenaren op dienstreis, deze zijn voor het binnen- en
buitenland. Deze zijn gericht vrijgesteld, ook voor de ambtenaren met een privaatrechtelijke
dienstbetrekking mits dit dezelfde omstandigheden omvat.
22.2.3 De niet in Nederland wonende of gevestigde inhoudingsplichtige
Als er geen Nederlandse inhoudingsplichtige is, dan is er geen werknemer want die vereist
een inhoudingsplichtige. Of een lichaam in Nederland gevestigd is wordt naar
omstandigheden beoordeeld (art. 4 lid 1 AWR).
Waar is een lichaam gevestigd?
In beginsel is een lichaam gevestigd in het land van de statutaire vestigingsplaats, tenzij de
feitelijke leiding ergens anders wordt uitgeoefend (HR). Ook het recht waarna een
rechtspersoon is kan worden meegenomen.
Toch inhoudingsplicht voor niet in Nederland wonende of gevestigde werkgever
Niet in Nederland gevestigde werkgevers kunnen toch inhoudingsplichtige zijn indien ze
hiertoe zijn aangewezen (art. 6 lid 2 en lid 3 LB).
Vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger (art. 6, lid 2, onderdeel a, Wet LB 1964)
De buitenlandse werkgever die in Nederland een vaste inrichting heeft is hier
inhoudingsplichtige voor de in Nederland werkzame werknemers.
Definitie vaste inrichting/vaste vertegenwoordiger
Art. 6 lid 3 a LB verwijst voor het begrip vaste inrichting naar art. 3 lid 4-12 VPB, in beginsel
wordt aangesloten bij de verdragssituatie. In andere gevallen geeft is de definitie een vaste
bedrijfsinrichting die meer dan een jaar in Nederland is gevestigd (lid 4 sub b). Hierop zijn
uitzonderingen zoals een loods (lid 5).
Een vaste vertegenwoordiger is een persoon die het bedrijf vertegenwoordigd en
overeenkomsten sluit in Nederland (lid 8).
Vrijwillige inhoudingsplicht (art. 6, lid 2, onderdeel b, Wet LB 1964)
Niet in Nederland gevestigde werkgevers kunnen vrijwillig inhoudingsplichtige worden,
bijvoorbeeld op verzoek van een werknemer die in Nederland IB verschuldigd is. Zo wordt
heffing achteraf voorkomen.
Om van de LB-faciliteiten gebruik te kunnen maken moet je je aanmelden als
inhoudingsplichtige, zonder aanmelding heb je hier geen recht op. Aanmelding leidt ook tot
het verschuldigd zijn van eindheffingen.
Het continentale plat van de Noordzee (art. 6, lid 3, onderdeel b, Wet LB 1964)
Onder vaste inrichting valt ook de activiteit boven het Noordzeewinningsgebied indien dit
ten minste dertig aaneengesloten dagen duurt (art. 7.4 IB). Door deze uitbreiding van de
jurisdictie vallen deze werknemers onder de LB. Deze fictie werkt in verdragssituaties als
Nederland het heffingsrecht krijgt.
Fictieve vaste inrichting (art. 6, lid 3, onderdeel c, Wet LB 1964)
Tussenpersionen die arbeidskrachten naar Nederland uitzenden worden geacht hier een
vaste inrichting te hebben, derhalve zijn ze LB-inhoudingsplichtige. Deze fictie ziet ook op

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller larsroelfs. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81849 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.24
  • (0)
  Add to cart