Samenvatting van de online readers over onder anderen de volgende onderwerpen;
H1 H3 en H8 van "Praktisch Fiscaal Recht" (boek), "Pensioenvoorziening", "WAZO Verlofregelingen" en H10 H11 H22 H30 en H31 van "Operationeel Personeelsmanagement" (boek). Met toevoeging van informatie uit de PowerPoints.
HR Operationeel
Pdf: Praktisch fiscaal recht
H1: Belastingrecht in Nederland
1.1. Waarom belastingen
Overheid zorgt voor voorzieningen, rechtspraak, cultuur, financiële bijstand, ouderenzorg, subsidies.
Hiervoor betalen wij belastingen; ook geld uit aardgas, winstuitkering van bedrijven, premies.
Profijtbeginsel, iemand die profiteert van een voorziening, betaalt voor de voorziening. (auto)
Draagkrachtbeginsel, mensen met een hoger inkomen in verhouding meer belasting betalen dan
mensen met een laag inkomen.
1.2. Soorten belastingen
- Inkomstenbelasting (IB), belasting die een persoon betaalt over zijn inkomen. Wet
inkomensbelasting.
- Vennootschapsbelasting (VPB), belasting over de winst van rechtspersonen. Wet
vennootschapsbelasting.
- Loonbelasting (LB), mensen in loondienst betalen loonbelasting. Wordt afgestaan aan de
belastingdienst. Een voorheffing. Wet loonbelasting.
- Omzetbelasting (OB), of btw, in rekening gebracht door ondernemers bij levering van een goed
of dienst (verkoop). Wet dividendbelasting.
- Dividendbelasting (Div), over winstuitkering op aandelen (dividend). Een voorheffing. Wet
dividendbelasting.
- Erfbelasting, wordt betaald over een erfenis. Successiewet.
- Schenkbelasting, wanneer je schenking krijgt. Successiewet.
- Kansspelbelasting, over gewonnen prijzen.
- Overdrachtsbelasting (OVB), bij verkrijging van onroerend goed. Wet belastingen &
rechtsverkeer.
- Motorrijtuigenbelasting, bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
- Belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM), bij registratie voertuigen.
- Accijnzen, kostprijsverhogende belasting op producten om het gebruik af te remmen.
- Milieuheffingen/belastingen op milieugrondslag, leidingwater, kolenbelasting energie.
- Provinciale/gemeentelijke belasting, loon- inkomstenbelasting; onroerende zaak belasting.
1.3. Vindplaatsen
Belastingwetgeving
Materiële belastingwetgeving, hierin staat waarover we belasting betalen en hoeveel.
Formele belastingwetgeving, hoe de belasting bij de overheid komt.
H3: Kennismaking met de inkomstenbelasting
3.1. Hoofdlijnen inkomstenbelasting
3.1.1. Het boxensysteem
Belastingbetaler berekent de inkomstenbelasting van het afgelopen jaar, wat hij had moeten betalen
vergelijkt hij met wat hij heeft betaald. Eventueel verschil wordt verrekend.
Natuurlijke personen, de mens/het individu.
Het boxensysteem bestaat uit 3 boxen.
Box 1: inkomen uit werk en woning belast (belastbaar inkomen). Persoonsgebonden aftrek (1).
- Belasting over brutoloon en eventuele andere arbeidsinkomsten. (over belastbaar inkomen)
- +huurwaardeforfait
- -hypotheekrente en beroepskosten
Tarief: max. 51,95%
- Werkt met schijven 1 t/m 4
,HR Operationeel Samenvatting
- Hierbij begin je bij schijf 1, en ga je door in de schijven tot het inkomen op is
- Heffingskorting wordt van het berekende IB/PH (inkomstenbelasting/premieheffing) gehaald
- Ingehouden loonheffing wordt ook nog afgetrokken (is al betaald)
- Houd je het te betalen of te verkrijgen restbedrag over.
Box 2: het inkomen uit aanmerkelijk belang (aandelen). Persoonsgebonden aftrek (3).
- Meer dan 5% aandelen in een BV, moet je belasting betalen
Tarief: max. 25%
Box 3: inkomen uit het vermogen (vermogensinkomsten). Persoonsgebonden aftrek (2).
- Spaarrekeningen, bezit aandelen, tweede huis.
- Levert rente, huur of dividend op
Tarief: max. 30%
Persoonsgebonden aftrek, ziektekosten en studiekosten bijvoorbeeld.
H8: Loonbelasting
Op brutoloon van een werknemer worden loonbelasting en premies volksverzekeringen ingehouden
door de werkgever, gaat naar de belastingdienst. Dit wordt de loonheffing genoemd.
Inhoud plichtige, degene die de loonheffing afdraagt aan de belastingdienst namens de werknemer.
8.1.1. Dienstbetrekking
Loonheffing wordt ingehouden op het loon van de werknemer. 3 voorwaarden dienstbetrekking:
- Gezagsverhouding
o Werkgever gezag over werknemer
- Verplichting enige tijd persoonlijke arbeid te verrichten
o Werknemer mag het werk niet uitbesteden aan een ander zonder overleg
- Verplichting tot betalen van loon
o Tegenover de arbeid moet een vergoeding staan
8.1.2. Fictieve dienstbetrekkingen
Echte dienstbetrekking
- Werknemer heeft zich verplicht om persoonlijk voor de werkgever te werken
- Werkgever is verplicht om de werknemer voor het werk loon te betalen
- Tussen de werknemer en werkgever bestaat een gezagsverhouding
Fictieve dienstbetrekking
Dezelfde regels voor het inhouden en betalen van loonheffingen als bij echte dienstbetrekking.
- Gezagsverhouding is moeilijk vast te stellen
o Binnen een gezin
o Directeur met eigen aandelen
o Topsporter
- Tegen 40% van het minimumloon arbeid verrichten
8.1.3. Inhoudingsplichtige
Inhoudingsplichtige, degene die de loonheffing op het loon van de werknemer inhoudt en betaalt
aan de belastingdienst. Degene die de dienstbetrekking is aangegaan met de werknemer, de
werkgever. Diegene die loon uit een vroegere dienstbetrekking haalt. Mensen met pensioen
uitbetaalt.
8.2. Loon
Belasting wordt geheven over het belastbaar loon. Wat behoort tot het loon?
8.2.1. Loonbegrip en waardering
Alles verkregen voor je diensten zonder aftrek is loon.
Loon in natura, loon dat niet in geld wordt uitbetaald maar in goederen of diensten met een waarde.
Bij welk bedrag berekenen we loonheffing hierover? waardebepaling in het economische verkeer.
Bijvoorbeeld leenauto’s, hoofdregel=22% van de cataloguswaarde. <500km hoeft dit niet.
, HR Operationeel Samenvatting
8.2.2. Aanspraken
Recht op pensioen (een aanspraak), legt de werkgever maandelijks geld opzij. Wordt ingehouden op
het loon. Bij uitkering van je pensioen wordt er loonheffing af gehouden.
Vrijgestelde lonen:
- Aanspraken ingevolge een pensioenregeling. Het partnerpensioen kan nooit meer dan 70%
worden van het ouderdomspensioen. Wezenpensioen is nog lager.
- Aanspraken ingevolge de ziektewet, de wet arbeid zorg, de wet werk en inkomen naar
arbeidsvermogen, de wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en werkeloosheidswet.
- Aanspraken op uitkeringen wegens overlijden/invaliditeit ten gevolge van een ongeval.
- Aanspraak op verlof
De aanspraak is onbelast, de uitkering is belast met loonheffing.
8.2.3. Loon aanmerkelijk belanghouder
Loon van een directeur/aanmerkelijk belanghouder van een lichaam:
- 45.000
- 75% van het loon uit een meest vergelijkbare dienstbetrekking
- Het hoogste loon van een van de werknemers in dat lichaam
8.3. Vrijstellingen, nihil waardering of lagere waardering
Vrijgestelde loon bestaat uit vrijgestelde afspraken en overige vrijstellingen en vrijgestelde
uitkeringen.
8.3.1. Overige vrijstellingen
- Uitkering of verstrekking voor geleden schade of verlies van persoonlijke zaken door de
werknemer tijdens het werk.
- Eenmalige uitkering bij overlijden van de werknemer of zijn partner of kinderen tot een
maximum bedrag.
- Een eenmalige uitkering of verstrekking na het bereiken van een diensttijd van ten minste 25 jaar
of 40 jaar van maximaal 1 maandsalaris, onder voorwaarden zoals vermeld.
- Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering.
8.3.2. Werkkostenregeling en vrijstellingen
Werkkosten die worden verstrekt/vergoed:
- Cursussen en dergelijke inclusief reiskosten
- Verhuizing: maximaal 7.750
- Studiekosten met het oog op het later verwerven van inkomen
- Kosten voor tijdelijk verblijf in kader van dienstbetrekking en maaltijdkosten
- Extra kosten van tijdelijk verblijf buiten land van herkomst
- Gereedschappen, computers, mobiel. Noodzakelijk voor dienstbetrekking.
- Vervoerkosten in het kader van de dienstbetrekking 0.19 per km
8.3.3. Nihil waardering, lage waardering en intermediaire kosten
Nihil, dat er eigenlijk zo goed als niks wordt gegeven, zoals koffie en werkkleding.
Intermediaire kosten zijn kosten die niet voor de werknemer zelf zijn, maar wel aan de werknemer
worden vergoed omdat deze betreffende kosten heeft betaald.
8.4. Tarief en kortingen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ystg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.