- Filosofische grondslagen en aannames. Met name over wat is de beste/ meest zinvolle manier
van kennis vergaren?
Het onderzoeksproces
Stappen in het onderzoeksproces:
Deductie:
1. Onderzoeksvraag
Aanleiding en relevantie
Type vragen
- Verkennend onderzoek
- Beschrijvende onderzoek
- Verklarend onderzoek
- Evaluerend onderzoek
Beinvloed alle overige fasen van het onderzoeksproces
2. Literatuur bestuderen
3. Concepten en theorie
4. Selectie van onderzoekseenheden
Inductie:
5. Dataverzameling
6. Data-analyse
7. Rapportage
Verschillen alledaags onderzoek en (sociaal) wetenschappelijk onderzoek:
- Systematisch: Bewuste planning, duidelijk onderzoeksproces
- Transparant: controleerbaar, open voor kritiek, uitleg en reflectie over hoe je tot de kennis bent
gekomen.
- Empirisch bewijs (de doorslag geeft). De data geeft de doorslag en het resultaat is niet ontstaan
door eigen ideeën en speculaties.
Twee modellen van onderzoeken:
- Navolgbare logica (reconstructed logic): een duidelijke stap-voor-stap procedure
- Logica van de praktijk (logic in practise): rommeliger, scheelt per project, meer flexibel, meer
ambachtsschap.
Deductie: van theorie naar concrete hypothese (uitspraken)
,Inductie: van specifieke observaties naar theorie. Op basis van wat je ziet een hypothese (theorie/
uitspraak) vormen.
Gebruikte onderzoeksprocedure door docent:
1. Select topic
2. Focus questions
3. Design study
4. Collect data
5. Analyse data
6. Interpret data
7. Inform others
Module 2 (hoorcollege) social research
strategies
Deductie: Vooraf een hypothese afleiden uit een onderzoek en deze
toetsen met de gegevens van het onderzoek.
Inductie: het verkrijgen van inzichten door het verzamelen en
analyseren van gegevens. En daarna de hypothese formuleren.
Filosofische uitgangspunten:
- Begrijpen van verschillende benaderingen en fundamentele aannames
- Wees ervan bewust dat je epistemologische opvatting (onderbuikgevoel) jouw keuzes tijdens het
onderzoeksproces beïnvloed
Ontologie (zijnsleer): het filosofische onderdeel dat schuilgaat onder wat werkelijk is
waargenomen. Eigen sociale beeld vormen
- Objectivisme: sociaal verschijnsel/ sociale wereld is onafhankelijk van menselijke betekenisgeving
- Constructivisme: Er is geen werkelijkheid die onafhankelijk is van menselijke betekenisgeving. Het
is een bouwsel (een sociale constructie) dat samen door mensen in bepaalde context wordt
gevormd.
Epistemologie (kennisleer): hoe we kennis kunnen opdoen van de sociale wereld
- Karl Popper objectivisme benadrukte het belang van falsifieerbaarheid in de wetenschap, waarbij
wetenschappelijke theorieën testbaar en weerlegbaar moeten zijn. Hij zag wetenschap als een
cumulatief proces van kennisverwerving door middel van falsificatie.
- Thomas Kuhn (constructivisme) introduceerde het idee van wetenschappelijke paradigma's en
revoluties. Hij beweerde dat wetenschappelijke kennis evolueert in cyclische fasen, waarbij
paradigma's verschuiven naarmate er te veel anomalieën optreden en een wetenschappelijke
revolutie plaatsvindt.
Verschillen
- Popper benadrukte objectiviteit in wetenschap, terwijl Kuhn erkende dat het heersende
paradigma de waarneming en interpretatie van gegevens beïnvloedt. Beide filosofen hebben
, bijgedragen aan discussies over de aard van wetenschappelijke vooruitgang en de methodologie
van de wetenschap.
Paradigma’s:
Een paradigma is een verzameling gedeelde overtuigingen, concepten en methoden die de basis vormen
voor wetenschappelijk denken en onderzoek in een bepaald vakgebied of tijdperk.
- De Copernicaanse revolutie
- Darwin’s evolutietheorie
- Continentale drift-theorie
Twee ideaaltypische benaderingen om kennis over de sociale werkelijkheid te vergaren:
Positivistische school: verklaren (analytisch/ objectief). Positivisme is benadering wordt ook wel
aangeduid als ‘’natuurwetenschappelijke methode’’.
Aard van de kennis
- Nomothetische verklaring: Wetmatigheden om patronen van de mens te verklaren
- Reductionistisch: focus op de invloed van bepaalde, afzonderlijke variabele.
Hoe komen tot kennis
- Formuleren (via deductie) en toetsen van hypothesen: vergelijk theorieën met ‘de harde feiten’.
Door het een voor een weghalen van verkeerde theorieën die je getoetst heb door inductie en
falsificatie.
- Empirisme: we verkrijgen kennis via zintuigelijke ervaringen (waarnemingen)
Rol van waarden en normatieve oordelen
- Waarde-vrijheid: objectieve kennis is gebaseerd op feiten, niet op normen, opinies of geloof.
Interpretatieve school (subjectief/ constructivisme): begrijpen Interpretatie- betekenisgeving –
begrijpen
- Doel: bestuderen van betekenis van menselijk denken en handelen, op een bepaald tijdstip, in
een bepaalde context. Gericht op echt een specifiek onderwerp/ uniek geval (idiografisch).
Tegenovergestelde is Holistisch (gericht op geheel).
Hoe komen we tot de kennis
- Kijken door de ogen van iemand anders
- De onderzoeker beschrijft en interpreteert de onderzochte mensen
Tweede (epistemologische) betekenis van constructivisme (p.28): de onderzoeker presenteert altijd
één specifieke versie van de sociale werkelijkheid.
Rol van waarden en normatieve oordelen
, - Methodologische relativisme: zet je eigen waarden even terzijde (bracketing) de ene visie is niet
beter dan de andere
- Reflexiviteit: wees je bewust van de mogelijke invloed die je persoonlijke achtergrond en
perspectief gehad kunnen hebben op het onderzoek.
- ‘Bekentenissen’: ‘de lezer heeft er recht op iets te weten van de doelstellingen, verwachtingen,
hoop en houdingen die de schrijver met zich meebracht naar het veld, want deze zullen zeker
niet alleen van invloed zijn op hoe hij de dingen ziet, maar zelfs op wat hij denkt. ziet” (p.34)
1. Onderzoeksbenadering (research strategy): Epistemologische uitgangspunten: verklaren vs
begrijpen
2. onderzoeksontwerp (research design): Concreet plan van aanpak van de uitvoering van het
onderzoek
3. onderzoeksmethode (research method): de manier van gegevensverzameling, zoals enquete,
interviews)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaveRom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.