Veiligheidsmythe
Nederland is geobsedeerd door alles wat met politie en veiligheid te maken heeft. Politici beloven
een omgeving die niet onveilig is en waar geen gevoelens van onveiligheid heersen. Een omgeving
kan alleen maar ‘niet onveilig’ zijn als er geen misdadigers zijn. Dan zou je alle criminelen van straat
moeten halen. Naast de objectieve veiligheid zou de politie ook moeten zorgen voor de subjectieve
veiligheid (niemand mag zich bang voelen). Dit is volkomen onhaalbaar. Nederland is in de greep van
een veiligheidsmythe. Deze mythe heeft twee kanten:
Politici schilderen Nederland vaak onveiliger af dan dat het daadwerkelijk is
Politici beloven ons een utopisch veilige toekomst, veel veiliger dan ooit haalbaar zal zijn
Er is een enorme kloof tussen wat politici, media en publiek van de politie en justitie verwachten en
wat de politie en justitie daadwerkelijk doen.
Het concept veiligheidsmythe houdt dus in dat verklaringen en uitingen in Nederland niet altijd
kloppen en daarom een mythe vormen. Een mythe is een gangbare, onaantastbaar beschouwde,
maar ongegronde opvatting doordat veel mensen dezelfde mening delen over veiligheid, lijkt het
de waarheid te zijn, maar de 13 misverstanden wijzen anders uit.
Nudging is de zachte variant van beïnvloeden door de overheid. Het strafrecht is de harde variant van
beïnvloeding door de overheid aan de hand van het Wetboek van Strafrecht. Voorbeeld: eerst was
niemand automatisch donor en moesten mensen zich actief opgeven om donor te worden, nu heeft
de overheid dat veranderd naar actief afmelden (zachte variant). Bij het voorbeeld van
donorregistratie is de harde lijn dat je niemand kan dwingen o.g.v. art. 284 Sr.
Professor Helsloot: zinloze overheidsmaatregel
Volgens zijn opvatting is drugsbestrijding een zinloze maatregel.
Een zinloze maatregel van de overheid is een maatregel van de overheid die gebaseerd is op
onlogische beslissingen waardoor het leven van burgers er juist gevaarlijker op wordt (Bijvoorbeeld
drugsbestrijding). Om vast te stellen of een maatregel zinloos is, gebruikt hij het criterium: een
rationale kosten-batenafweging. Bijvoorbeeld: de winst van gemiddeld een extra gezond levensjaar
per persoon mag maximaal € 20.000 per persoon kosten.
Hij zegt dat veiligheid een product is, net als haring op de markt. Niet alleen de kwaliteit telt, maar
ook de prijs die je ervoor betaald. Over de prijs van een gezond levensjaar kun je discussiëren, maar
je moet de lat ergens leggen, want de middelen zijn nou eenmaal beperkt. Bovendien helpt zo’n
prijskaartje om te zien hoe absurd sommige maatregelen zijn.
Week 2:
Kennisclaims beoordelen
Welke wetenschapper moet je geloven en waarom?
1. Bijzondere beweringen:
, Hoe bijzonderder de bewering is, hoe meer bewijs je mag verlangen. Bijvoorbeeld: als
iemand zegt dat hij een kat thuis heeft, dan hoef je daar geen bewijs voor. Maar als iemand
zegt dat hij een leeuw in huis heeft, dan zal hij daarvoor bewijs moeten geven, aangezien dat
veel moeilijker te geloven is.
2. Scheermes van Ockham:
De wet van spaarzaamheid is de stelling dat de hypothese gekozen moet worden die de
minste aannames bevat en de minste entiteiten veronderstelt, wanneer er verschillende
hypotheses zijn die een verschijnsel in gelijke mate kunnen verklaren.
Het houdt in dat men niet het bestaan van iets moet veronderstellen, als deze ervaringen ook
op een andere manier kan worden verklaard. Het ‘scheermes’ symboliseert het wegscheren
van alle onnodige ingewikkeldheden om bij de eenvoudigste verklaring uit te komen. Een
gebeurtenis (of fenomeen) moet verklaard worden met zo min mogelijk aannames, waarbij
elke veronderstelling die geen verschil maakt voor de verklaring wordt geschrapt.
3. Instituties:
Wetenschappers zijn het heel vaak met elkaar oneens. Wetenschap spreekt niet met één
mond, er zijn verschillende opinies. Je kunt het beste zoeken naar institutionele
garanties/waarborgen voor kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan keurmerken op voedsel. De
keurmerken zijn ergens op gebaseerd, er zit een betrouwbaarheid en expertise achter. Denk
ook aan de gezondheidsraad als het gaat om de vraag of iets (on)gezond is. Voor richtlijnen
heb je bijvoorbeeld het zorginstituut die laten zien wat een goede behandeling is. Wetenschap
is geen spel van individuele mensen, maar het is een collectief spel. Nooit afgaan op
individuele wetenschappers, wel op instituten. Een manier om te kijken of de ene mening wat
zwaarder weegt dat de andere is door te kijken welk tijdschrift heeft gepubliceerd. Instituties
hebben een bepaalde reputatie. Als er belangen een rol spelen van bijvoorbeeld de overheid
moet je niet afgaan op kritiek op sociale media. Je moet dan kijken, hoe instituten daarop
reageren. Zij kunnen als het goed is de kritiek counteren.
Week 3:
Vrije wil:
De vrije wil impliceert dat je keuzes kunt maken op elk moment om daarmee de controle te hebben
over wat je wel of niet doet. Ik heb een vrije wil als..:
- Ik een ongewisse toekomst heb (kan alle kanten opgaan)
- Ik zelf mijn ongewisse toekomst kan bepalen
Professor Lamme:
Volgens professor Lamme bestaat vrije wil niet. Vrije wil is een illusie. Ons gedrag en de keuzes die
wij maken zijn een optelsom van vooral onbewuste drijfveren en emoties. Wij denken weliswaar dat
we zelf bepalen wat we gaan doen, maar niets is minder waar. Wij zijn irrationele wezens, gedreven
door onbewuste drijfveren en motieven, die ongemerkt worden gemanipuleerd door de wereld om
ons heen.
- Geen correlatie tussen ‘zeggen’ en ‘doen’
Eerst doen wij iets en daarna hebben wij pas het idee wat wij gaan doen
- Motiveringen zijn rationalisaties en komen achteraf
- Kijk je echter op de hersenscan, dan zie je wel verbanden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babyangel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.