100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
biologie samenvatting 1 vwo hoofdstuk 1: planten en dieren $4.40   Add to cart

Summary

biologie samenvatting 1 vwo hoofdstuk 1: planten en dieren

 4 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

In dit document worden paragraven 1 t/m 6 van hoofdstuk 1 uit bvj 1 vwo samengevat. Begrippen zijn rood

Preview 2 out of 7  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1
  • October 14, 2024
  • 7
  • 2024/2025
  • Summary
  • Secondary school
  • 1
avatar-seller
Biologie – Thema 1 – Planten en dieren
Basisstof 1 t/m 6

1 – Organismen

Biologie gaat over organismen. Een organisme is een levend wezen.
Mensen, dieren, planten, bacteriën en schimmels zijn organismen.
Alle organismen hebben levenskenmerken, door levenskenmerken weet je of iets levend is.

Stoffen opnemen en afgeven:
Alle organismen ademen, de meeste organismen moeten ook eten en drinken. Eten en
drinken noemen we voeden. Eten, drinken en ademhalen zijn voorbeelden van stoffen die
jouw lichaam opneemt om in leven te blijven.

Je lichaam geeft ook stoffen af aan de omgeving, bijvoorbeeld als je uitademt of plast.
Stoffen afgeven aan de omgeving noemen we uitscheiden.

Reageren op de omgeving:
De meeste organismen kunnen hun omgeving waarnemen.
(Zien, horen, voelen, ruiken en proeven)
Sommige organismen reageren op hun omgeving door zich te bewegen.

Voortbestaan:
Organismen zorgen voor nakomelingen door zich voort te planten. Door nakomelingen blijft
een groep organismen voortbestaan. Voortplanten en groeien zijn twee levenskenmerken die
te maken hebben met het voortbestaan van de soort.

Levend, dood en levenloos:
Levend: Als een organisme nog levenskenmerken vertoont, is het levend.
Dood: Een organisme is dood als het geen levenskenmerken meer heeft.
Levenloos: Dingen die nooit geleefd hebben, noemen we levenloos. Bijv. een steen of water.

Levenskenmerken:
1. Ademhalen (stoffen opnemen en afgeven)
2. Voeden (stoffen opnemen en afgeven)
3. Uitscheiden (stoffen opnemen en afgeven)
4. Waarnemen (reageren op de omgeving)
5. Bewegen (reageren op de omgeving)
6. Voortplanten (voortbestaan)
7. Groeien (voortbestaan)

, 2 – Groei en ontwikkeling

Groei:
Groei is het groter en zwaarder worden van een organisme.

Een zaad:
De meeste plantjes groeien uit zaden, bijvoorbeeld een bruine boon.
Aan de buitenkant van de bruine boon zit een stevig bruin vlies: de zaadhuid.
De zaadhuid beschermt de bruine boon.
De witte vlek noem je de navel. Met de navel heeft het zaad vastgezeten aan de plant.
Onder de navel zit een donker hartvormig bultje en aan de andere kant van de navel zit een
heel klein gaatje in de zaadhuid. Dat gaatje heet het poortje. Door het poortje kan het zaad
snel water opnemen. In de zaad zit een kiem, het begin van een nieuwe plant. De kieming
begint als de zaad water opneemt, dan groeit de kiem uit tot een kiemplantje. De eerste
blaadjes die boven de grond komen, zijn de zaadlobben. De zijn de twee helften van het
zaad. In de lobben zijn voedingsstoffen (reservevoedsel) opgeslagen, die het kiemplantje
verbruikt bij de kieming.




Levenscyclus: Een cyclus is een proces dat steeds opnieuw plaatsvindt.

Een voorbeeld hiervan is een tomatenplant.
 Kieming: een zaad neemt water op, de zaadhuid barst open.
 Het worteltje groeit en komt naar buiten.
 De zaadlobben komen boven de grond en vormen de eerste bladeren.
 De kiemplant is het kleine plantje dat ontstaat bij de kieming.
 Aan de volwassen plant groeien bloemen.
 Uit de bloemen ontstaan vruchten met zaden.

De ontwikkeling van een zaad tot een plant en daarna tot een vrucht (met zaden) noem je
levenscyclus.

Ontwikkeling: Veranderingen in de bouw van een organisme noem je ontwikkeling.
De tomatenplant wordt niet alleen groter en zwaarder, ook de vorm verandert. De wortels
vertakken zich en er ontstaan nieuwe delen, zoals stengels en bladeren. Door ontwikkeling
kunnen de delen van organisme hun functie ook beter vervullen. Bijvoorbeeld: doordat de
wortels van de plant zich vertakken, kunnen ze beter water opzuigen uit de boden.

Dieren: Ook bij dieren vinden groei en ontwikkeling plaats. Dieren worden groter en
zwaarder. Een voorbeeld van ontwikkeling bij dieren: doordat een hond tanden krijgt, kan hij
beter vast voedsel eten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yasm1neee. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82956 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.40
  • (0)
  Add to cart