100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ARW 1 Samenvattingen + college aantekeningen verwerkt in de samenvatting $8.00
Add to cart

Summary

ARW 1 Samenvattingen + college aantekeningen verwerkt in de samenvatting

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Bestaat uit H1 t/m H4, H6, H8 t/m H10, alle leerstof van het boek voor ARW 1 en is gecombineerd met mijn college aantekeningen van het college. De uitleg van de arresten zijn hier niet in verwerkt, die komen apart nog.

Preview 3 out of 48  pages

  • October 14, 2024
  • 48
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
H1 Recht in het algemeen
1.1 Inleiding

Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en daarmee ook te
uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn. Het gaat hierin om bevoegdheden
en verplichtingen die een gebod of een verbod inhouden.

Bij veel rechtsregels gaat het erom om te bevorderen dat het tussen mensen er eerlijk aan
toegaat, dat ieder het zijne krijgt en dat niemand onevenredig nadeel lijdt. De regels bevorderen
dus gerechtigheid. Deze regels hebben vaak een doeleinde, namelijk:

1. Doelmatige ordening: dit is er op gericht dat ze zorgen dat er meer orde is in de samenleving,
waardoor het veiliger is wat leidt tot minder schade en letsel. Gerechtigheid: hierdoor worden
de mensen beschermd.
2. Handhaving: Er moet toezicht worden uitgeoefend op de niet-naleving van regels en dat
con icten daarover aan een rechter kunnen worden voorgelegd.

Het recht is een wijze waarmee kan worden beredeneerd, geargumenteerd. Het is een discursieve
grootheid. Ook is het dynamisch en tijd gebonden. Volgens het recht moet je als je tekortschiet
schade vergoeden en moet je je aan je afspraken houden. Volgens Locke moet je je aan het recht
houden en kan je alleen worden bestraft als het voorafgaand in de wet staat (= legaliteitsbeginsel).
Volgens Rousseau is er volkssoevereiniteit, hierbij regeert het volk en is er dus een democratie en
wordt er een sociaal contract opgesteld.

Er is nog een recht hoger dan het wettenrecht, namelijk het natuurrecht. Als iets zo onrechtvaardig
is kan iemand worden gevolgd, dan geldt als het ware het natuurrecht. Wetgever maakt de regels,
rechter spreekt alleen de wet na. Volgens het legisme is al het recht in de wet te vinden zijn.

Volgens locke is de overheid dus soeverein. De formele rechtsstaat is dus dat de overheid zich
alleen houdt aan de wet. De materiële rechtsstaat is dat de grondrechten die de burgers
beschermen van de overheid. Volgens Rousseau is de formele democratie dat de meerderheid
bepaalt en de materiële democratie dat de minderheden ook worden beschermd.

Het recht is dus een verzameling van regels die betrekking hebben op het handelen van mensen
als leden van de samenleving en op de organisatie van die samenleving.

1.2 De rechtsbronnen

Onder het positieve recht vallen alle nu in Nederland geldende rechtsregels op een bepaalde
plaats en op een bepaald tijdstip. Dit noemen we ook wel het objectieve recht. Dit kent
bevoegdheden en verplichtingen toe en ze dienen ertoe om in de concrete werkelijkheid steeds te
worden toegepast zodra een geval in deze regel zich voordoet. Het subjectieve recht is de
individuele bevoegdheid van het recht, je hebt dan het recht om iets te doen. Dit ontleen je uit een
objectief recht.

Het natuurrecht is het recht dat voor iedereen geldt ongeacht plaats en tijd, omdat het door de
natuur is gegeven. Het gaat hierbij om universele waarden en normen. Een deel van de waarden,
normen en beginselen uit het natuurrecht zijn vastgelegd in de wetgeving en dit maakt dus deel
uit van het positieve recht. Een recht is een aan het objectieve recht ontleende individuele
bevoegdheid en algemene regels. Iedere individuele bevoegdheid die iemand jegens een ander of
jegens alle anderen kan doen gelden, moet altijd berusten op een algemene regel.

Bij de rechtsbronnen gaat het om de vorm waarin rechtsregels zich voordoen en niet om de
inhoud van de regels. Deze rechtsbronnen zijn:
1. De wet: waaronder we alle algemeen geldende geschreven rechtsregels die afkomstig is van
een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan verstaan.


1


fl

,2. De rechtspraak: Soms ontbreekt een wettelijke regel, in zulke gevallen legt de rechter de
onduidelijke regel uit door het maken van een nadere regel of formuleert hij zelfstandig een
nieuwe regel. Dit is het jurisprudentie/rechtersrecht. Dit heeft de iure, het heeft niet dezelfde
rechtskracht als het wettelijke recht, maar in de praktijk heeft dat het wel.

3. De gewoonte: Door langdurig gebruik van een bepaalde regel en de rechtsovertuiging van de
regels kunnen er gewoontes binnen het recht ontstaan. Een deel hiervan is ook vastgelegd in
de wet.

4. Verdragen: In beginsel hebben zij dezelfde werking als gewone wetten en daarom behoren ze
ook tot het positieve recht.

5. Algemene rechtsbeginselen: Dit zijn algemeen erkende basisprincipes die ten grondslag liggen
aan wet en regelgeving en op die manier de basis vormen van ons rechtssysteem.

6. Gepubliceerde beleidsregels: Dit zijn een soort instructienormen waarin een bestuursorgaan
bepaalt hoe het zijn bevoegdheden uitoefent. Ze behoren alleen tot het recht als ze op een
behoorlijke manier zijn bekendgemaakt.

1.3 Nationaal en internationaal recht

Ieder land bepaalt de omvang en inhoud van zijn nationale rechtsstelsel. Ze regelen dus hun eigen
wetgeving en bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechterlijke macht toe worden
gekend. Dit noemen we ook wel soevereiniteit. Dit geldt naar binnen en naar buiten. Ze zijn naar
binnen soeverein, omdat de overheid in elk land in beginsel de exclusieve bevoegdheid bezit tot
wetgeving, bestuur en rechtspraak. Dit heeft alleen binnen een nationale staat rechtskracht. Het
nationale recht heeft ook veel regels van internationale oorsprong.

Gewoonte is ontstaan dan wel door desbetre ende landen in de vorm van verdragen onderling
vastgesteld. Het verkeer tussen staten en Internationale organisaties noemen we ook wel het
internationaal publiekrecht. Dit bestaat voornamelijk uit bedragen, besluiten van internationale
organisaties en regels van gewoonterecht. Een verdrag is een schriftelijke, bindende regeling
tussen staten onderling of tussen staten en internationale organisaties.

Sommige regels hebben rechtstreekse werking, het gaat dan om verdragen met rechtsregels die
rechtstreeks binnen de nationale rechtsorde van een staat gelden. Volgens het EVRM heeft elk
individu eigen, onvervreemdbare rechten die de staat moet respecteren (grondrechten) en deze
staan vastgelegd in het EVRM. Nederland heeft een incornoratiesysteem, hierbij hoeven
rechtsregels uit een verdrag niet worden omgezet om deel uit te maken van het nationale recht.

Er is nog een soort type verdrag hierbij gaat het om de bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en
rechtspraak die zijn opgedragen aan een internationale organisatie. Verordeningen hebben een
algemene strekking, zijn bindend in al hun onderdelen en zijn rechtstreeks toepasselijk in elke
lidstaat. Ze treden dus direct in werking bij het nationaal recht.

Als een nationale regel in strijd is met een besluit van internationale herkomst dan heeft een
internationale regel voorrang boven de nationale regel. Het internationale recht is volgens art. 94
GW dominant.

1.4 Materieel en formeel recht

Ons positieve recht bestaat uit regels die aan personen rechten verlenen en plichten opleggen en
uit regels die aangeven hoe geschillen over de juiste toepassing van deze regels in concrete
gevallen moeten worden beslecht in een juridisch proces. Regels die betrekking hebben op de
rechten en plichten van personen heten het materieel recht. De wijze van proceduren bij de
rechter worden regels van het formeel recht genoemd.

Binnen een dergelijk systeem is een hiërarchie ingebouwd, dit betekent dat een uitspraak van een
rechter zelden de nitief is. Een uitspraak kan bijna altijd ter controle worden voorgelegd aan een
hoger rechterlijk college: het hoger beroep.
2


fi ff

, 1.5 De rechtsgebieden

1: Staatsrecht (Publiek)
Het staatsrecht bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de staat en zijn
organen en op de bevoegdheden van die organen. Het omvat tevens de verhouding van de
burgers tot de staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om invloed uit te oefenen op het
functioneren van de diverse staatsorganen. In de grondwet staan deze regels in hoofdlijnen
vastgelegd. De grondrechten vormen een bijzondere categorie rechten die berusten op de
gedachte dat de mens meer is dan alleen onderdaan van een staat en dat de overheid dat
meerdere heeft te eerbiedigen.

Dit bestaat uit vrijheidsrechten, politieke rechten en sociale grondrechten. Sociale grondrechten
verplichten de overheid zich in te spannen voor het algemene welzijn. Op een aantal plaatsen in
de GW wordt aangegeven dat over een bepaald onderwerp nadere regels moeten worden
gemaakt in een wet. Het staatsrecht bestaat uit een aantal regels die geleidelijk in het
parlementaire leven zijn ontwikkeld en die niet in een wettelijke regeling zijn vastgelegd, hierbij
gaat het vaak om de verhouding tussen regering en parlement en om de gang van zaken bij
kabinetsformatie (= gewoonterecht).

2: Bestuursrecht (Publiek)
Het bestuursrecht heeft de juridische bestuursactiviteit van de overheid als onderwerp. Dit staat in
het Awb. In de loop van de tijd is dit een eigen rechtsgebied geworden met eigen regels over het
optreden van de bestuursorganen tegenover de burger en een eigen procesrecht voor de
beslechting van geschillen. Hierin staat de rechtsverhouding tussen overheid en burger centraal.
Onder een beschikking wordt verstaan dat het een besluit is van een bestuursorgaan in een
individueel geval. Deze gelden maar voor één persoon. Er is hier dus telkens sprake van een
individueel geval waarin een bestuursorgaan ten aanzien van een individuele burger een beslissing
neemt. Het materiële bestuursrecht houdt zich bezig met de bevoegdheid van bestuursorganen
tot het maken van beschikkingen en met de vereisten die aan een rechtsgeldige beschikking
worden gesteld.

Vele wetten wijzen andere bestuursorganen aan die in bepaalde gevallen bevoegd zijn tot het
vaststellen van beschikkingen. De organen die mogelijk bevoegd zijn staan vast in art. 1:1 lid b
Awb. Beschikkingen zijn alleen rechtsgeldig als ze in overeenstemming zijn met de wet en met de
zogenoemde algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb’s).

3: Strafrecht (Publiek)
Het materiële strafrecht geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie dader is en welke stra en
voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden opgelegd. Het formele strafrecht bevat
voorschriften over de gang van zaken bij de opsporing van strafbare feiten, het onderzoek ter
terechtzitting en de tenuitvoerlegging van de straf.

De straf is leedtoevoeging aan de dader. Strafbare feiten kunnen worden gepleegd door
natuurlijke personen en rechtspersonen. Geweldsdelicten kunnen slechts door rechtspersonen
worden gepleegd. Milieudelicten kunnen door allebei worden gepleegd.

Het vervolgen en berechten van strafbare feiten is bij uitsluiting overgedragen aan de overheid. De
rechter beslist of iemand wegens het begaan van een strafbaar feit moet worden gestraft en
welke straf dan moet worden opgelegd. Deze sancties zijn gevangenisstraf, de hechtenis, de
taakstraf en de geldboete. Ons systeem is zo ingericht dat gedragingen alleen strafbaar zijn op
grond van een wettelijk voorschrift met daarin een straf. Een feit is alleen strafbaar als het
voordien strafbaar is gesteld in een wettelijke strafbepaling. Wij kennen geen regels van
ongeschreven strafrecht die het opleggen van straf mogelijk maken.




3



ff

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annakropfeld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.00
  • (0)
Add to cart
Added