In dit document bevindt zich alle leesvragen die van toepassing zijn. Met deze leesvragen ken je grotendeels alles en ga je voorbereidt het tentamen in!
Bij elke bijeenkomst van Hersenen en Gedrag horen leesvragen. Deze gaan over de inhoud
van de bijeenkomsten en de bijbehorende literatuur. De vragen zijn bedoeld om na te gaan
in hoeverre de stof helder voor je is en of je je die eigen hebt kunnen maken. We raden je
daarom aan om na elke bijeenkomst en bestudering van het bijbehorende deel van de
literatuur, de betreffende vragen te maken. Mocht dat tot vragen van jouw kant leiden, dan
kun je die aan het begin van elke vólgende bijeenkomst stellen. Er zijn/komen geen
standaardantwoorden op schrift. Wij zien de leesvragen als een service aan jou waarmee je
kunt controleren of je de onderwerpen van die week begrijpt. Het is een didactische
werkvorm die effectiever is naarmate je er zelf actiever mee omgaat. Onze ervaring is dat
déze aanpak van de leesvragen een bijzonder positief effect heeft op het tentamenresultaat!
Leesvragen Bijeenkomst 1
Stof: lespresentatie week 1 en hoofdstuk 3 van Hersenwerk.
Bewust/onbewust?
Noem voorbeelden die erop wijzen dat er zich meerdere processen in de hersenen afspelen
en dat we ons lang niet van al deze processen bewust zijn.
Psychologie
Er zijn verschillende invalshoeken voor het bestuderen van gedrag. Deze verschillende
invalshoeken leiden tot verschillende opvattingen over gedrag. Als je vindt dat gedrag vooral
biologisch bepaald is, zal je bepaalde ideeën hebben over hoe we om moeten gaan met bv.
criminaliteit. Misschien denk je dan ‘Eens een dief, altijd een dief’ en ben je daarom voor
lange straffen. Ben je van mening dat gedrag vooral bepaald wordt door de omgeving dan zal
je ook andere opvattingen hebben over straffen. Vaak blijken meningen van mensen over
allerlei onderwerpen hun oorsprong te hebben in andere opvattingen over gedrag.
Geef voorbeelden van verschillende opvattingen over gedrag op zowel persoonlijk,
professioneel als maatschappelijk niveau.
Persoonlijk
Hoe kijk je naar gedrag van jezelf en belangrijke anderen in je privéleven.
Werk Hoe kijk je naar gedrag als professional (naar je communicatie en
samenwerking met anderen? Naar je rol als hulpverlener, docent, marketeer, …)
Maatschappij Wat betekent een en ander voor je kijk op maatschappelijke kwesties?
Denk aan rechtspraak, onderwijs, de verzorgingsstaat, etc.
,Hersenen
1. Wat wordt bedoeld met witte stof en grijze stof?
De neuronen zijn verdeeld in verschillende
onderdelen (zie les 2). Het cellichaam is eigenlijk de
grijze stof (geel) en de gliacel is de witte stof (wit).
2. Wat doet de grijze stof en wat doet de witte
stof?
De grijze stof: informatieverwerking
De witte stof: informatieoverdracht.
3. Welke twee typen hersencellen worden
onderscheiden?
Neuronen en gliacellen.
4. Welke functies hebben deze twee typen hersencellen zoal?
Neuronen: overdracht zintuigelijke, motorische en interneuronale informatie.
Gliacellen: ‘’steuncellen’’. Structuur/stevigheid, aanvoer voedingstoffen, opruimen afval,
isolatie axonen (myeline), wegwijzen, vorming bloedhersenbarrière, bufferfunctie. Zorgen
ervoor dat een signaal sneller door kan gaan naar een volgende cel. Regelen alles er
omheen, zorgen dat alle processen goed verlopen.
Biologische psychologie
1. Wat zijn de uitgangspunten van de biologische psychologie?
- De mens is een beschreven blad (nature). Al bij de conceptie is het DNA (de erfelijke
bagage) van een mens vastgesteld. Deze bepaalt of beïnvloed de
gedragsmogelijkheden van de mens.
- Gedrag en gedachten, emoties en motieven hangen altijd samen met biologische
processen in het lichaam. Zo kan gedrag worden veroorzaakt door een virus, een
erfelijk gen, een celafwijking, en een teveel of tekort aan hersen- en lichaamsstofjes
zoals neurotransmitters en hormonen.
- De hersenen zijn het belangrijkste orgaan bij het sturen van gedrag, gedachten,
emoties enz. Zonder hersenen is gedrag onmogelijk.
- Mensen zijn het product van een langdurige evolutionaire geschiedenis.Gedrag van
mensen kan begrijpelijk gemaakt worden door het te plaatsen binnen de evolutie.
2. In de lespresentatie staat: ‘Deze bepaalt of beïnvloedt – daarover lopen de opvattingen
binnen deze stroming uiteen – de gedragsmogelijkheden van de mens.’. Leg uit wat het
verschil is tussen bepalen en beïnvloeden. Hoe zou je dit kunnen onderzoeken?
Bepalen: het nauwkeurig vaststellen.
Beïnvloeden: iets of iemand proberen te veranderen.
Evolutionaire psychologie
1. Wat zijn de uitgangspunten van de evolutionaire psychologie?
- Richt zich vooral de universele kenmerken van de menselijke geest. Net zoals ieder
mens twee ogen etc. heeft, kent gedrag ook vele aspecten die alle mensen delen.
, - Jaloezie heeft ieder mens wel eens meegemaakt. Bij sommige mensen is dit vaker en
heftiger, net zoals sommige mensen een lange neus hebben en andere een korte.
Jaloezie kan gezien worden als een universeel kenmerk van de menselijke geest.
- De functie van jaloezie is het uitlokken van gedrag dat het onstane verschil tussen jou
en een ander op een voor jou gunstige manier verkleint, om op die manier de kans
op het behouden of verkrijgen van een seksuele partner te vergroten. Omdat jaloezie
zo de voortplantingskansen vergroot kunnen we haar een psychologische adaptie
noemen.
- Hersenen zijn, net als alle andere onderdelen van het lichaam, de uitkomst van een
evolutionair proces.
- Daaruit volgt dat, al is iedereen uniek, ieders geest ook kenmerken heeft die terug te
vinden zijn bij alle andere mensen. Deze worden d.m.v. natuurlijke selectie (zie
Darwins theorie) doorgegeven van generatie op generatie omdat ze helpen bij
overleving dan wel voortplanting.
- Deze universele kenmerken van de menselijk geest, psychologische adaptaties (=
aanpassingen) genoemd, zorgen ervoor dat onze gedragsmogelijkheden (die in
theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een beperkt aantal acties.
- Psychologische adaptaties zijn talrijk, verlopen snel, automatisch en onbewust.
- Massive modularity hypothesis: De geest is een "verzameling van instincten
aangepast voor het oplossen van evolutionair significante problemen - de geest als
een Zwitsers zakmes".
2. Wat is het verschil tussen natuurlijke en seksuele selectie?
Natuurlijke selectie, ook wel ‘’survival of the fittest’’: Er is competitie om de beperkte
hoeveelheid hulpbronnen en er is variatie (verschillen) tussen soortgenoten. De dieren
die het beste aangepast zijn aan de natuurlijke omgeving, zullen het gemakkelijkst
voedsel kunnen vinden, zich beter kunnen verdedigen, beter bestand zijn tegen
parasieten en soepeler weten om te gaan met de eisen van het klimaat. De dieren die
beschikken over meer hulpbronnen, zullen meer gezonde nakomelingen kunnen
produceren. De nakomelingen zullen, voor zover erfelijk bepaald, op hun ouders lijken en
dus ook beter aangepast zijn aan hun omgeving.
Seksuele selectie: seksuele selectie bevoordeelt eigenschappen die gunstig zijn voor
paring. Bepaalde kenmerken, hoe onhandig ook, doen het goed bij het andere geslacht
en worden zo doorgegeven. De baten wegen op tegen de kosten: tekens van goede
genen leiden tot reproductief succes!
Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat
van vrouwtjes. Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd. Het houdt verband met
de hoeveelheid tijd en energie die mannetjes en vrouwtjes in het nageslacht stoppen.
Verschil:
Natuurlijke selectie: dieren die het beste aangepast zijn aan de omgeving produceren
meer nageslacht.
Seksuele selectie: dieren die bepaalde kenmerken hebben die het goed doen bij het
andere geslacht, produceren meer nageslacht.
, 3. In het boek staat (op blz. 75): ‘Seksuele selectie leidt dus tot andere eigenschappen dan
natuurlijke selectie’. Geef een paar voorbeelden.
Seksuele selectie selecteert dus op andere eigenschappen dan natuurlijke selectie.
Bij dieren:
• mannetjes groot sterk en agressief.
• vrouwtjes kieskeurig
Bij mensen is er minder verschil. Mannen zijn ook kieskeurig en investeren ook in
nageslacht.
4. Wat is een adaptatie?
De kernmerken die bijdragen aan overleven en reproductie worden adaptaties genoemd.
Andere kenmerken:
- Ze zijn complex van aard
- Bestaan uit verschillende onderdelen
- Werken automatisch en hebben een duidelijke functie
5. Wat is een psychologische adaptatie?
- De universele kenmerken van de menselijke geest. Ze zorgen ervoor dat onze
gedragsmogelijkheden (die in theorie oneindig zijn) gereduceerd worden tot een
beperkt aantal acties.
- Psychologische adaptaties zijn talrijk, verlopen snel, automatisch en onbewust.
- Het is ergens nuttig voor zodat de soort, als geheel, beter kan overleven.
6. Wat betekent het woord ‘fit’ in ‘survival of the fittest’?
Passend
7. Wat is ‘seksueel dimorfisme’ en wat is de verklaring ervoor?
Seksuele selectie heeft meer invloed op het uiterlijk en gedrag van mannetjes dan op dat
van vrouwtjes. Dit verschil wordt seksueel dimorfisme genoemd. Het houdt verband met
de hoeveelheid tijd en energie die mannetjes en vrouwtjes in het nageslacht stoppen.
8. Welke vier vragen stelt men in de ethologie bij het onderzoek naar de adaptieve
waarde van het gedrag van dieren? Pas ze toe op een zelfgekozen voorbeeld.
Ethologie is bestudering van het diergedrag. Onderzoekt de adaptieve waarde van elke
diersoort.
Voorbeeld: een bioloog toonde aan dat veel vogelsoorten na de geboorte aan het eerst
bewegende voorwerp aangaan.
Vragen:
- Wat is de directe oorzaak van gedrag?
De beweging van de moeder roept het gedrag op.
- Hoe ontwikkelt gedrag zich tijdens het leven van een organisme?
Na een aantal maanden neemt het gedrag af.
- Wat is de functie van het gedrag voor de overleving?
Het gedrag zorgt ervoor dat ze dicht bij de moeder blijven, waardoor ze grotere
overlevingskansen hebben.
- Wat is de evolutionaire geschiedenis van gedrag?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller f-leurr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.