Dit is een samenvatting van alle stof voor tentamen strategisch HRM. Alle modellen komen erin voor en het 6 componentenmodel is uitgebreid uitgelegd. HR-analytics hf 3, 5.2 en 7 is ook samengevat. Ook uitleg over strategische personeelsplanning en de IDU matrix. Belangrijke aspecten zijn dikgedrukt...
Bedrijfskundige aspecten van HRM: Hoofdstuk 5 t/m 5.3 Strategie als startpunt
Welke onderdelen zijn cruciaal bij het ondersteunen van de organisatiestrategie om de
organisatiedoelen te behalen?
- De divisies
- De teams
- De afdelingen
- De processen
- De technologie
Porter zei: ‘De creatie van een unieke en gedifferentieerde positie waarbij meerdere
activiteiten horen.’
Hoe behaal je een succesvolle strategie?
1. De doelen zijn consistent en gericht op de lange termijn
2. Er is voldoende kennis van de omgeving
3. De bronnen van de organisatie zijn in kaart gebracht
4. De strategie wordt het effectief geïmplementeerd (uitgevoerd)
Het centrale waardenmodel
De organisatiestrategie heeft invloed op:
- Medewerkers
Een organisatie strategie heeft invloed op de medewerkers, Omdat bepaalt hoe de
organisatie naar medewerkers kijkt en op welke manier medewerkers dienen bij te dragen
aan het behalen van de organisatiedoelen.
- Interne organisatie
De strategie aangeeft hoe een organisatie ingericht moet worden.
- Externe omgeving
Sollicitanten kunnen de jaarverslagen bekijken en bepalen of hij of zij zichzelf vindt passen
bij deze strategie. Echter kan de strategie wel veranderen. Daarom kan de
organisatiestrategie gezien worden als de schakel waarmee de organisatie zichzelf probeert
te verbinden met de externe omgeving.
Indien de organisatie wil innoveren, dan moet de structuur van een organisatie dit
bevorderen BV flexibele structuur.
5.1.1 Waarom hebben organisaties een strategie nodig?
Strategie:
- Verbetert de kwaliteit van besluitvorming
- Strategie kan worden vertaald in doelen, commitment en prestatiedoelen
- Zorgt ervoor dat de organisatie in de juiste richting voortbeweegt.
- Het focust de organisatie op het behalen van langetermijndoelen.
- Kan medewerkers motiveren en inspireren om voor het langetermijndoel te gaan.
,5.1.2 Waar vinden we strategie?
Er zijn 4 manieren van statements waarmee organisaties hun strategie communiceren:
1. De missie omschrijft waarom het bedrijf bestaat
2. De waarden omschrijven waarin de organisatie gelooft en hoe het zich wil gedragen
3. De visie omschrijft wat de organisatie wil behalen (lange termijn)
4. De doelstellingen (middellange termijn) en targets (korte termijn) omschrijven wat de
organisatie op korte tot middellange termijn wil behalen.
Succesvolle visie:
Het is duidelijk en concreet
Het bevat woorden die gemakkelijk te onderhouden zijn
De focus ligt op excellentie
Het draagt uitdaging uit
Het is tastbaar en te implementeren
5.1.3 Waar heeft de strategie betrekking op?
Corporate strategie omschrijft het blikveld van de organisatie in termen van de industrieën
en markten waarin het gaat concurreren. (Topmanagement) Business strategie is gefocust
op de manier waarop een organisatie de concurrentie aangaat in een bepaalde industrie of
markt. (Seniormanagement)
5.2 Het proces om tot een strategie te komen
De voorgenomen strategie: bedacht door topmanagement, uitkomst van onderhandelingen
tussen de individuen en groepen die betrokken zijn bij het strategievormingsproces.
De geïmplementeerde strategie: bestaat grotendeels uit opkomende strategie.
De opkomende strategie: de strategie wordt continu herzien en aangepast op basis van
ervaringen en veranderingen.
5.2.2 De externe analyse
Klanten
De macht van de klanten wordt beïnvloed door 2 aspecten:
1. Prijssensitiviteit:
Des te groter de impact van een product op de totale kosten, des te meer sensitief zullen
klanten zijn over de prijs die zij betalen.
Des te lager de mate van differentiatie tussen de producten die aangeboden worden door
verschillende organisaties binnen dezelfde industrie, des te hoger de bereidheid van de
klanten om te veranderen van leverancier op basis van de prijs.
, Des te intenser de competitie is onder klanten, des te hoger is hun sensitiviteit voor
prijzen reducties van leveranciers
Des te belangrijker de kwaliteit is van een product voor de totale beleving of service van
een klant, des te lager is de prijs sensitiviteit van klanten ten opzichte van de prijs die ze
moeten betalen.
2. De relatieve onderhandelingskracht
Des te kleiner het aantal klanten en des te groter de waarde van hun aankopen, des te
groter de kosten zijn als leverancier een klant verliest
Des te meer informatie klanten hebben over leveranciers, hun prijzen en kosten, des te
hoger hun onderhandelingsmacht.
Des te meer capaciteiten klant heeft om het gewenste product zelf te maken of bij een
andere leverancier te kopen, des te groter is hun onderhandelingsmacht
Leveranciers
Het enige verschil is dat de organisaties in een industrie nu de klanten zijn en dat de
producenten van input nu de leveranciers zijn.
Nieuwe toetreders
Kapitaalkosten= de kosten van het financieren van een project
Verzonken kosten= kosten die niet kunnen worden terugverdiend
Schaalvoordeel= kostenvoordelen die ontstaan door op grotere schaal te produceren
Kapitaal= het geld dat gebruikt wordt om arbeidskracht en productiemachines te betalen.
Distributiekanaal= de route die het product aflegt van de fabriek naar de klant.
Als de kans om toe te treden ongelimiteerd is, dan daalt de winstgevendheid naar het niveau
waarop alleen de kosten gedekt kunnen worden. Een barrière om toe te treden is een nadeel
die alle nieuwe toetreders ervaren. Bronnen die leiden tot toetredingsbarrières zijn het
volgende:
Vereist kapitaal: als deze hoog is, worden nieuwe toetreders weerhouden om toe te
treden.
Schaalvoordelen: het probleem voor nieuw toetreders is dat zij de markt betreden met
een klein marktaandeel en daarom hogere productiekosten moeten accepteren.
Kostenvoordeel: Sommige organisaties kunnen goedkopere materialen bemachtigen en
zijn dus in productie goedkoper.
Productdifferentiatie: in een industrie waar producten verschillen van elkaar, hebben
gevestigde organisaties een voordeel op gebied van merkherkenning en loyaliteit van de
klanten.
Toegang tot distributiekanalen: nieuwe toetreders hebben tijd nodig om efficiënte
distributiekanalen op te zetten.
Wet- en regelgeving: in sommige landen heb je licenties nodig om te mogen opereren in
dat betreffende land. Dit houdt nieuwe toetreders tegen.
Vergelding: Sommige organisaties geven bv korting op hun product om het nieuwe
toetreders lastig te maken.
Substituten
Substituten= producten die vergelijkbaar zijn met andere producten die dezelfde klanten
kunnen voorzien van dezelfde behoeften.
Als de klantenwensen verschillen en het product complexer is, dan stappen de klanten
minder snel over op een ander product op basis van prijs.
Onderlinge rivaliteit (meeste industrieën de grootste invloed op winst)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bloemrothengatter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.97. You're not tied to anything after your purchase.