Een samenvatting van hoofdstuk 6 uit het boek; Psychological Science van Michael S. Gazzaniga (6e editie). Het is een Nederlandstalige samenvatting. De belangrijke begrippen staan in het Engels met een Nederlandse omschrijving.
Test Bank for Psychological Science, 6th Edition, Michael Gazzaniga.pdf
All for this textbook (47)
Written for
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
Toegepaste Psychologie
Basiskennis
All documents for this subject (128)
Seller
Follow
anne001
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 6
6.1
Verschillende type van leren:
● Nonassociative learning, leren over een stimulans, zoals zicht of geluid, van de
buitenwereld. Doordat dit herhaaldelijk voorkomt.
● Associative learning, de relatie tussen twee stimulansen die na elkaar plaatsvinden.
Een stimulans in de omgeving dat zorgt voor een reactie.
● Observational learning, wanneer een ander zich blootstelt met een bepaald gedrag,
wordt het gedrag door jou aangeleerd of aangepast.
6.2
De twee meest voorkomende vormen van het nonassociative learning:
● Habituation, een vermindering van gedragsreactie na de herhaaldelijke blootstelling
van een stimulant. Je reageert niet meer op de stimulus omdat je hebt geleerd dat
het niet belangrijk is.
● Sensitization, een toename van gedragsreactie na de herhaaldelijke blootstelling
van een stimulant. Dit leidt meestal tot sensitization door stimulanten die pijnlijk of
gevaarlijk zijn.
(Presynaptische neuronen veranderen de afgifte van hun neurotransmitters. Een
vermindering van de afgifte leidt tot habituation, een toename tot sensitization.)
6.3
Bij associative learning heb je ook wel classical conditioning (Pavlovian conditioning),
een neutrale stimulant zorgt voor een gedragsreactie, omdat het wordt geassocieerd met
een stimulant die deze gedragsreactie al veroorzaakt.
● Unconditioned stimulus (US), een stimulant die een reactie veroorzaakt die niet
aangeleerd is.
Unconditioned response (UR), een reactie die niet aangeleerd hoeft te worden,
zoals een reflex. (Hond ziet eten = US, hiervan gaat de hond slijmen = UR).
● Conditioned stimulus (CS), een stimulant die een reactie veroorzaakt, nadat die
reactie is aangeleerd. Je verwacht dat er na deze stimulus een US plaatsvindt, waar
je al op reageert.
● Conditioned response (CR), een aangeleerde reactie nadat er en CS plaatsvindt.
(Hond hoort een belletje rinkelen = CS, hiervan gaat de hond slijmen = CR)
6.4
Bij het leren van het voorspellen welk object pijn op plezier brengt, is er aangepast gedrag
nodig. Bijvoorbeeld; een belletje voorspelt dat er eten komt → dit proces van associatie heet
acquisition. Hier ook wel de associatie tussen een conditioned stimulus (belletje) en de
unconditioned stimulus (eten).
1
, Second-order stimulus:
Wanneer een CS waarde heeft, kan een net wat andere CS ook zorgen voor een CR,
zonder de associatie te leren met de originele UR.
● Stimulus generalization, komt voor wanneer een stimulant erg lijkt op de
conditioned stimulus, maar niet identiek zijn aan elkaar. Hier kan ook een zelfde CR
op volgen.
● Stimulus discrimination, een differentiatie tussen twee stimulanten die erg op
elkaar lijken, maar niet identiek zijn. Alleen een van die twee is consistent
geassocieerd met de unconditioned stimulus.
Het afleren van een reactie op een response gebeurt wanneer er geen unconditioned
stimulus meer volgt na een conditioned stimulus. (De reactie van slijmen wanneer er een bel
rinkelt neemt af.) Dit heet extinction.
De extinction vervangt de associatieve band, maar hij zal niet verdwijnen. Het is een vorm
van leren dat de associatieve band overschrijft.
Spontaneous recovery, een tijdelijk voorkomende reactie van slijm wanneer het belletje
rinkelt en niks volgt.
6.5
Bepaalde combinaties van stimulatie zijn meer schijnlijk om geassocieerd te worden met een
voorspelling dan andere. Bijvoorbeeld: Na het eten in een restaurant, wordt je ineens ziek en
moet je overgeven. (Ook al komt dit niet door het eten maar door een virus) je zal
waarschijnlijk niet meer naar dit restaurant gaan. Dit heet een conditioned taste aversion.
Martin Seligman gelooft dat sommige dieren genetisch geprogrammeerd zijn om voor
bepaalde objecten een angst te hebben. Hij noemt deze programmering ook wel biological
preparedness.
6.6
The Rescorla-Wagner model:
Dit model stelt dat dieren een verwachting leren die ze kunnen voorspellen, beter zijn dan
andere. Volgens dit model wordt leren bepaald door de mate waarin een US onverwachts of
verrassend is. Het verwijst naar het verschil tussen de verwachte en werkelijke uitkomst als
prediction error.
● Een positieve prediction error (iets beters dan er wordt verwacht) versterkt de
associatie tussen de CS en US.
● Een negatieve prediction error (wat er wordt verwacht verschijnt niet) verzwakt de
associatie tussen de CS en US.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.