100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefen vragen verslavingskunde $5.96   Add to cart

Exam (elaborations)

Oefen vragen verslavingskunde

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Oefen tentamen verslavingskunde inclusief antwoorden

Preview 4 out of 53  pages

  • October 15, 2024
  • 53
  • 2024/2025
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Verslavingskunde Gesloten vragen voor toets
Beste studenten:

Hierbij vinden jullie alle vragen die gesteld kunnen worden bij de toets ZONDER antwoorden.
De vragen komen:
1. Uit het boek psychische aandoeningen/site psychische aandoeningen.nl
2. Kennistests van de site van Jellinek makkelijk en moeilijk; van de volgende middelen/gedrag:
Alcohol; Cannabis; Cocaïne; tabak; XTC; Gokken; GHB; Slaap- en kalmeringsmiddelen; Speed
3. Alcoholinfo.nl
4. Praktijkgids motiverende gespreksvoering social work
5. A. Kahoot; motivatie; verslaving algemeen; drank- en drugsbestrijding en wetgeving; alcohol
B. Kahoot idem met ANTWOORDEN

Deel 1. Oefenvragen uit het boek
Psychische aandoeningen. Bron: Psychische aandoeningen.nl / Uit het boek psychische
aandoeningen

1. Met welk antwoord wordt het verschil tussen dubbele diagnose en comorbiditeit het best
beschreven?
a. Comorbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer psychische
aandoeningen, bij dubbele diagnose gaat het om twee psychische aandoeningen
b. Bij comorbiditeit gaat om een verslaving en een andere psychische aandoening, bij
dubbele diagnose gaat het om twee of meer vormen van verslaving
c. Comorbiditeit is het tegelijkertijd voorkomen van twee of meer psychische
aandoeningen, bij dubbele diagnose betreft een van de aandoeningen een verslaving
d. Er is géén verschil tussen comorbiditeit en dubbele diagnose

2. De gevolgen van problematisch middelengebruik zijn voor mensen met een verstandelijke
beperking vaak ernstig. Welk van de volgende beweringen is juist?
I. Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak moeilijker toegang tot de
juiste hulpverlening
II. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen risico’s vaak minder goed
inschatten en hanteren
a. I is juist en II is niet juist
b. I en II zijn beide juist
c. I is niet juist en II is juist
d. I en II zijn beide niet juist

3. Wat is de betekenis van ‘craving’?
a. Steeds meer van hetzelfde middel nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken
b. De hunkering naar het middel waaraan iemand verslaafd is
c. Lichamelijke of psychische problemen ondervinden na stoppen met gebruik

4. De Rijksoverheid heeft aan de Opiumwet twee lijsten toegevoegd. In lijst I staan de harddrugs
en in lijst II de softdrugs. In welke lijst staat cannabis en in welke lijst staan de
benzodiazepinen?
a. Cannabis staat in lijst I, benzodiazepinen in lijst II
b. Zowel cannabis als benzodiazepinen staan in lijst I

, c. Cannabis staat in lijst II, benzodiazepinen in lijst I
d. Zowel cannabis als benzodiazepinen staan in lijst II

5. Wat zijn confabulaties?
a. Leugens die mensen gebruiken om hun gedrag goed te praten
b. Mooie verhalen die mensen vertellen over hun verleden
c. Verhalen die mensen vertellen om leemtes in het geheugen op te vullen
d. Fabeltjes die mensen vertellen over de vele relaties die ze hebben

6. Wat is aantrekkelijk van het gebruik van cocaïne?
a. Het zorgt ervoor dat mensen zich meer verbonden voelen met anderen
b. Het leidt tot een goed gevoel en zelfvertrouwen
c. Het leidt tot betere prestaties
d. Het is rustgevend en seksueel opwindend

7. Gammahydroxyboterzuur (GHB) is een middel dat pas na lange tijd gebruik verslavend werkt.
a. Waar
b. Niet waar

8. 60% van de mensen met een gokverslaving heeft ook een andere psychisch aandoening of
verslaving. Welke is dat?
a. Angstproblematiek
b. Depressie
c. Rookverslaving
d. Manie

9. Jongens besteden meer aandacht aan sociale media dan meisjes.
a. Waar
b. Niet waar

10. Met welke problemen gaat seksverslaving vaak samen?
a. Persoonlijkheidsstoornissen
b. Alcoholverslaving en angst
c. Eenzaamheid en een negatief zelfbeeld
d. Wantrouwen naar anderen en eetproblemen



Deel 2 Testvragen van de Jellinek-site:
Bron: https://www.jellinek.nl/informatie-over-alcohol-drugs/test-je-kennis/kennistesten/

Alcoholtest makkelijk
1. Alcohol is:
a. Alleen geestelijk verslavend
b. Alleen lichamelijk verslavend
c. Zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

2. Het drinken van 2 tot 3 glazen alcohol per dag verlaagt de kans op bepaalde vormen van
kanker
a. Waar
b. Niet waar

,3. Van een paar drankje voel je je soms actiever, alcohol is dus:
a. Een stimulerend middel
b. Een verdovend middel
c. Een stimulerend én verdovend middel
d. Geen van deze antwoorden, omdat alcohol geen drug is.

4. Hoelang duurt het voordat het lichaam een glas alcohol heeft afgebroken?
a. Ongeveer 30 minuten
b. Ongeveer 1 uur
c. Ongeveer 1,5 uur
d. Ongeveer 2 uur

5. Wie of wat is Korsakov?
a. Een DJ
b. Een drankje met een alcoholpercentage van bijna 50%
c. De ontdekker van Wodka
d. Hersenbeschadiging als gevolg van overmatig alcoholgebruik

6. Wat wordt sneller in het lichaam opgenomen?
a. Alcohol in bier
b. Alcohol in sterke drank
c. Alcohol wordt altijd even snel opgenomen

7. Waar in het lichaam wordt de meeste alcohol opgenomen?
a. De longen
b. De maag
c. De darmen
d. De lever

8. Een kater is een vorm van alcoholvergiftiging.
a. Waar
b. Niet waar

9. Hoe kan je sneller nuchter worden?
a. Veel koffie drinken
b. Koud douchen
c. Een ander stimulerend middel gebruiken, zoals cocaïne
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
e. Niets helpt

10. Na hoeveel tijd bereikt de alcohol de hersenen?
a. 1 minuut
b. 5 minuten
c. 10 minuten
d. 20 minuten

11. Hoe beïnvloedt alcohol de nachtrust?

, a. Alcohol ontspant en zorgt ervoor dat je sneller in slaap komt
b. Alcohol zorgt ervoor dat je onrustiger slaapt
c. Door alcohol krijg je onvoldoende diepe slaap
d. Alle bovenstaande antwoorden zijn juist

12. Er bestaat een anti-katerpil
a. Waar
b. Niet waar

Alcoholtest moeilijk

1. Aan welke soort vitamine hebben excessieve drinkers een tekort?
a. Vitamine A
b. Vitamine B1
c. Vitamine C
d. Vitamine D1

2. Hoeveel procent van de Nederlandse bevolking vanaf 18 jaar drinkt wel eens alcohol?
a. 50%
b. 65%
c. 80%
d. 95%

3. Wat wordt er precies bedoeld met het alcoholpromillage?
a. Het percentage alcohol in het bloed
b. Het aantal milligrammen alcohol op een liter bloed
c. Het aantal milligrammen pure alcohol per milliliter bloed.
d. Het aantal milliliters alcohol in een liter bloed.

4. Tot welk promillage leidt een standaardglas alcohol (10 gram)?
a. 0.05 bij mannen en 0.1 bij vrouwen.
b. 0.1 bij mannen en 0.2 bij vrouwen.
c. 0.2 bij mannen en 0.3 bij vrouwen.
d. 0.3 bij mannen en 0.4 bij vrouwen

5. Vrouwen zijn gevoeliger voor alcohol omdat ze
a. Minder alcohol drinken.
b. Meer alcohol afbreken in de maag
c. In verhouding minder lichaamsvocht hebben.

6. Te veel alcoholgebruik leidt tot een grotere lever doordat:
a. Meer levercellen worden aangemaakt
b. Vet zich ophoopt in de lever
c. De levercellen groter worden
d. Water zich ophoopt in de levercellen

7. Hoeveel doden vallen er in Nederland jaarlijks in het verkeer door gebruik van alcohol?
a. 25-50

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 750410as. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96
  • (0)
  Add to cart