100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Communicatie Creative Business 2019/2020 $4.80
Add to cart

Summary

Samenvatting Communicatie Creative Business 2019/2020

3 reviews
 153 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Complete samenvatting van de hoorcolleges communicatie zoals die worden gegeven op de opleiding Creative Business. Inclusief afbeeldingen.

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • H1 t/m 6, h8 t/m 10
  • January 20, 2020
  • 32
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: noavelde • 3 year ago

review-writer-avatar

By: gijswigger • 4 year ago

review-writer-avatar

By: ameulenbroek2002 • 4 year ago

avatar-seller
Communicatie samenvatting
College 1
Communicatie algemeen

Leer voor het tentamen:
- De behandelde hoofdstukken in het boek
- De online artikelen
- De colleges en eigen aantekening

Communicatie is het proces waarbij de zender een boodschap overbrengt naar 1 of
meerdere ontvangers.
Communicatie komt in verschillende vormen:
- Intentioneel versus non-intentioneel:
Intentionele communicatie is communicatie die je bewust inzet. Dit kan zowel
verbaal als non-verbaal zijn. Bv. het vertellen van een verhaal.
Non-intentionele communicatie gaat vaak om lichaamstaal. Je bent je er niet bewust
van. Bv. je gaat zweten van de zenuwen.
- Geslaagdheid versus niet-geslaagdheid:
Niet alle communicatie komt over zoals jij dat wil. Bv. je verstuurt een kaart voor
Valentijnsdag, maar hij komt te laat aan.
- Verbaal versus non-verbaal:
7% van onze communicatie is verbaal.
38% van onze communicatie is de toon waarop we iets zeggen.
55% van onze communicatie is de non-verbale communicatie.
We lezen onbewust veel af van non-verbale communicatie en de toon.

Incongruentie in communicatie: toon, verbale en non-verbale communicatie komen niet
overeen.  Liegen




Bron: https://slideplayer.nl/slide/15225095/

Encoderen: het omzetten van de boodschap, zodat de ontvanger hem begrijpt.
Decoderen: het begrijpen van de boodschap.
Ruis: de boodschap komt niet volledig over. Je wordt afgeleid van de inhoud.

,Hierin zijn verschillen:
- Interne ruis: stotteren
- Externe ruis: de leraar praat, maar er komt een vrachtwagen voorbij waardoor je
hem niet goed hoort.
Ruis pakt soms ook positief uit als iemand plotseling in ene gesprek begint te huilen, doet
dat wat met je en krijg je weer aandacht voor het gesprek.

Vormen van communicatie:
- Intrapersoonlijke communicatie: je communiceert vooral met jezelf.
Met jezelf of in jezelf praten heeft positieve invloed op je prestatie. Bv. jezelf
aansporen bij het hardlopen.
Hoe je met jezelf praat heeft ook invloed op hoe je naar jezelf kijkt. Je zelfbeeld
wordt door verschillende factoren beïnvloed. Bv. gezinssituatie, sociale omgeving,
fysieke omgeving.
- Interpersoonlijke communicatie: de communicatie met een 1 iemand of een kleine
groep.
Inhoud, toon en lichaamstaal.
- Massacommunicatie: het zenden van een boodschap naar een grote massa.

In een boodschap kunnen feitelijke, expressieve, relationele en appellerende kenmerken
zitten.
Hoe breng je een boodschap? Hoe interpreteer je een boodschap? En je geeft altijd een
stukje van jezelf.




Bron: Saxion

Metacommunicatie: communicatie over communicatie. Bv. je praat over wat iemand
bedoelt met wat hij zei. Waarom gebruik je die toon? Waarom zeg je dat?

Theorie van Ruler:
Er zijn verschillende strategieën waar je uit kan kiezen bij het zenden van een boodschap:
- Eenrichtingsverkeer: de zender staat centraal, de ontvanger is niet van tevoren in
beeld. Er is weinig aandacht voor het feit of de boodschap wel echt aankomt. Men
gaat ervan uit dat de boodschap precies zo overkomt als de zender bedoeld heeft.
- Gecontroleerd eenrichtingsverkeer: de zender is actief, de ontvanger is in beeld,
maar niet gelijkwaardig. De zender wil kennis overbrengen of de ontvanger sturen.
- Tweerichtingsverkeer: geen duidelijk onderscheid tussen de zender en de ontvanger.
Het publiek wordt als gelijkwaardig beschouwd en je gaat de dialoog met elkaar aan.
Een interactief proces met als doel wederzijds begrip. Het gaat niet om rollen (zender
en ontvanger), maar om activiteiten (zenden en ontvangen).

,College 2
Non-verbale communicatie

Non-verbale communicatie: een gesprek voeren anders dan met woorden.
De woordloze taal is de oudste en belangrijkste functie.
Het is onmogelijk om deze communicatie achterwege te laten.
Vooral bij het uiten van gevoelens is 70-80% van de communicatie non-verbaal.

Vaak vinden we non-verbale communicatie geloofwaardiger dan verbale, mogelijke
verklaringen:
- Met woorden kun je makkelijker liegen dan met de lichaamstaal waar je je vaak ook
nog is niet bewust van bent.
- De lichaamstaal is vele malen ouder dan de verbale taal.

Charles Darwin schreef het eerste boek over observaties van de non-verbale taal.
Freud was de eerste die stelde dat al het gedrag een betekenis heeft. Vervolgens
observeerde hij dat ook.
Watzlawik stelde dat al het gedrag communicatie is.

Lang geleden gebruikten we non-verbale communicatie voor boodschappen, zoals
territoriumverdediging en jacht.
We moesten dingen aan elkaar duidelijk kunnen maken, ook zonder woorden.

Signalen voor betrekkingen in groepen:
- Dreighouding
- Waarschuwend grommen
- Nederige houding van een verliezer
- Houding van overwinning
- Toenaderingsgedrag
Tegenwoordig hebben we deze signalen niet meer nodig om te overleven.

Over non-verbale communicatie heerste lang een discussie over Nature VS Nurture
Nature Nurture
Aangeboren – aanleg – genetisch Aangeleerd – opvoeding - omgeving
Menselijk gedrag is gelijk aan dat van Er zijn verschillen in non-verbaal gedrag
hogere zoogdieren en dit wordt bepaald tussen culturen  dus aangeleerd.
door instinct.

Maar wat is de waarheid?
Twee theorieën:
- De biologische theorie: alle lichaamstaal vertolkt menselijke emoties (angst, woede,
vreugde, verdriet). Die emoties worden aan de buitenkant zichtbaar. Dat zou niets te
maken hebben met de reacties van andere mensen.
- De sociale theorie: emoties hebben vooral te maken met je omgeving en andere
mensen. Daardoor wordt de lichaamstaal ook voor een groot deel in aangeleerde
vorm uitgedrukt, en hebben ze veel te maken met de relaties tussen mensen.
De waarheid van deze theorieën ligt waarschijnlijk in het midden.

, Zo bepaalt de sociale omgeving vaak welke emoties je toont en in welke mate.

Analoge taal: dit is beeldend. Heeft een relatie/gelijkenis met het
aangeduide. Bv. ipv. “Kat” zeg je “Miauw”.
Bij deze taal bestaan er graden van gelijkenis:
- Bij een hoge gelijkenis is de uitbeelding bijna gelijk aan het uitgebeelde. Bv. iemand
legt uit hoe een gevecht eraan toe ging, en beeldt de verschillende handelingen uit.
- Bij een lage gelijkenis bevat de uitbeelding slechts elementen van het
uitgebeelde. Bv. iemand zegt over een gevecht “dat zag er ernstig uit” en verder balt
hij alleen zijn vuisten.
De betekenis van dit taalgebruik hangt van de situatie af (tranen van verdriet of van vreugde,
je moet weten wat de situatie is).

Digitale taal: dit is opgebouwd uit symbolen (letters en cijfers). Hoeft geen duidelijke relatie
te hebben met het aangeduide. Bv. aan het woord “kat” zit niet iets katachtigs, het had ook
“plok” kunnen heten.
Deze taal heeft een logische grammatica en is complexer, meer veelzijdig en abstract. De taal
is echter alleen verstaanbaar voor mensen die hem ook geleerd hebben (ik kan geen Chinees
verstaan).

Vrijwel alle non-verbale communicatie is analoog en vrijwel alle verbale communicatie is
digitaal.

Inhoudsniveau van communicatie: de letterlijke inhoud van de woorden. Bv. “Je bent te
laat.”
Betrekkingsniveau van communicatie: alles wat aangeeft hoe de woorden moeten worden
opgevat. Bv. boze ondertoon, gefronste wenkbrauwen etc.
Communiceren op betrekkingsniveau kan met of zonder woorden. In beide gevallen noemen
we dat metacommunicatie (communicatie over de communicatie, zie aantekening college).
Praten over hoe je iets bedoelt, is vaak een vorm van mislukte communicatie.
Met de toon waarop je iets zegt kun je bijvoorbeeld aangeven “neem mij serieus”. We
zeggen het niet direct met woorden, om de andere onbewust over te halen.
Als de zender op betrekkingsniveau communiceert, mag de ontvanger dat negeren. (Dan had
de zender het maar gewoon moeten zeggen.)

Woordeloze metacommunicatie komt ook voor in geschreven teksten. Bv. een krant heeft
“schreeuwende” koppen.

Buiten metacommunicatie zijn er nog 5 andere functies van non-verbale communicatie:
- Aanvulling van de boodschap:
De verteller bootst een emotie/handeling na als aanvulling op een verhaal.
- Benadrukking van de boodschap: lijkt veel op de vorige.
Door gezichtsuitdrukkingen, bewegingen met het hoofd en gebaren versterkt men
zijn woorden. Ook de stem speelt daarin een belangrijke rol, door luid te spreken
benadruk je het belang van je woorden.
- Vervanging van de boodschap:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leoniebroekman. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.80  11x  sold
  • (3)
Add to cart
Added