100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting De maatschappelijke context van sociaal werk - De Maatschappelijke Context Van Sociaal Werk $7.09   Add to cart

Summary

Samenvatting De maatschappelijke context van sociaal werk - De Maatschappelijke Context Van Sociaal Werk

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

een samenvatting van het boek 'de maatschappelijke context van sociaal werk' van Galina van der Weert, 2e druk. Deze samenvatting bevat hoofdstuk 1 tm hoofdstuk 3. uitgebreide samenvatting en begrippen zijn extra toegelicht. overzichtelijke samenvatting, gebruik gemaakt van kopjes en veel aline...

[Show more]

Preview 5 out of 22  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 tm 3
  • October 15, 2024
  • 22
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
de maatschappelijke context van sociaal
werk
Hoofdstuk 1: werken in het sociale domein
1.1 wie is de sociaal werker?

De missie van het sociaal maatschappelijk werk is: te bevorderen dat
mensen in onze samenleving tot hun recht komen als mens en als burger. -
> richten daarbij op participatie, autonomie en zelfredzaamheid. ->
stimuleren actief burgerschap, leggen verbindingen tussen vrijwilligers,
mantelzorgers en organisaties, vormen de samenwerking tussen formele
en informele netwerken, en schakelen hulp in wanneer zij dit nodig vinden.
Sociaal werkers kunnen een cliënt helpen met het op orde brengen van de
financiën, maar ook op grotere schaal, bijvoorbeeld door het stimuleren
van een hele gemeenschap. Een sociaal werker kan in dienst zijn van de
gemeente of een sociaal werkorganisatie, een thuiszorgorganisatie of een
instelling, maar ook als zzp’er.



In her sociaal werk telt het CBS 54.500 professionals. Drie
uitstroomprofielen binnen de opleiding ‘Social Work’. -> welzijn en
samenleving, zorg, en jeugd.



Competentieprofiel van de sociaal werker

Het werk van de sociaal werker speelt zich af op drie niveaus.

Het eerste niveau is dat van de directe leefomgeving. -> mensen leven
alleenstaand of in een gezin, in een woongroep of in een residentiële
setting.

Het tweede niveau is het netwerk, zowel formeel als informeel. Het
formele netwerk is het netwerk van professionele hulp- en dienstverleners,
zoals de wijk of buurtwerker, de jongerenwerker of de medewerker van het
wijkteam. Informele netwerk worden familie, vrienden, buren,
verenigingen en buurtnetwerken bedoeld.

Het derde niveau is dat van de gemeenschap: de lokale omgeving, wijk of
buurt, waarin mensen wonen.

De drie kerntaken van de sociaal werker zijn: het bevorderen van het
sociale functioneren van mensen en hun sociale context, het versterken
van organisatorische banden waarbinnen het sociaal werk plaatsvindt en
het bevorderen van de eigen professionaliteit en de ontwikkeling van het

,beroep. Competenties worden onderscheiden in generieke en specifieke
competenties. Generieke worden ingedeeld op drie niveaus:

1. gerelateerd aan de burger en cliënt (sociaal functioneren
bevorderen)
2. gerelateerd aan de organisatie (versterken organisatorische banden)
3. gerelateerd aan het beroep (bevorderen eigen professionaliteit)

bij het bevorderen van het sociaal functioneren behoort ook het faciliteren:
vragen en behoeften bij de politiek agenderen of deze behoeften
neerleggen in het sociale netwerk van de cliënt. Het is belangrijk om een
cliënt te hepen bij het participeren in de samenleving en het voeren van
een actief burgerbestaan.

Interventie: een actie of maatregel die wordt ondernomen om een
situatie te veranderen of te verbeteren.

Interdisciplinaire banden: mensen uit verschillende vakgebieden of
beroepen samenwerken om een probleem op te lossen. Een sociaal werker
werkt ook met disciplines iets verder buiten het sociale domein, zoals
ergotherapeuten, verpleegkundigen en artsen.

Een handelingsalternatief is een andere manier om iets aan te pakken
of op te lossen. Het betekent dat je niet alleen naar één oplossing kijkt,
maar dat je verschillende mogelijkheden bedenkt en overweegt wat de
beste keuze is in een bepaalde situatie.

Bijvoorbeeld: Als een kind op school moeite heeft met opletten, kan de
leraar verschillende handelingsalternatieven bedenken, zoals extra uitleg
geven, een rustigere plek aanbieden, of samenwerken met de ouders. Zo
kies je het beste alternatief om het probleem op te lossen.

Een ethisch waardenkader is een soort richtlijn of verzameling van
belangrijke waarden en principes die je helpen om goede en juiste keuzes
te maken, vooral in moeilijke situaties. Het gaat om wat jij (of een groep)
belangrijk vindt om op een eerlijke en respectvolle manier met anderen
om te gaan.

Eigenschappen van een sociaal werker:

1. benaderen en benaderbaar zijn. Sociaal werkers zijn niet bang om
mensen aan te spreken, maken graag een praatje. Ze luisteren goed
maar kijken ook naar wat iemand soms niet verteld.
2. Onderzoekende houding. Eerste stap is goed luisteren, daarna is het
analyseren en onderzoeken.

Onderzoek doen op kleine schaal: vragen stellen, het netwerk in kaart
brengen, met relevante anderen in gesprek gaan.

,Onderzoek doen op grote schaal: leefbaarheid van een wijk of stad
onderzoeken, meer richten op de invloed van het beleid op de
leefbaarheidsvraagstukken.

De sociaal werker moet dus kunnen coördineren, organiseren en mensen
samenbrengen om tot een oplossing te komen.




1.2 wat behelst het sociale domein?

De definitie van het sociale domein hangt af van aan wie je t vraagt.
Vanwege de in 2015 doorgevoerde decentralisaties ligt de afbakening van
het sociale domein eigenlijk primair bij de gemeenten. -> een
beleidsmatige afbakening te herkennen, ook is middels financiering en
budgettering een onderscheid te herkennen in wat gemeenten onder het
sociaal domein beschouwen. Wat valt er binnen het sociaaldomein?
Volksgezondheid, welzijn, sport, werkgelegenheid en sociale zaken. De
belangrijkste ministeries in het sociaal domein zijn het ministerie van
Sociale Zaken en werkgelegenheid en het ministerie van volksgezondheid,
welzijn en sport.

Het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid:

 arbeidsmarkt, werk en inkomen, migratie, vluchtelingen,
kinderopvang, kindertoeslagen, zorg en zorgverlof,
vakantieregelingen, discriminatie etc.

Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport:

 stoppen met roken-programma’s, pleegzorg, senioren,
eenzaamheid, sporten en bewegen, voeding, kindermishandeling,
overgewicht, alcoholmisbruik, dementie, drugs etc.

onderwijs is een thema dat regelmatig ook binnen het sociale domein
wordt gevat, bijvoorbeeld als het gaat om onderwijs voor vluchtelingen. De
jeugdzorg is ook een onderdeel van het sociaal domein.

De essentie is: de sociaal werker lost sociale vraagstukken op. Het werk
van de sociaal werker bevindt zich dus vooral in de categorieën welzijn,
werk en inkomen, jeugdzorg en volksgezondheid -> word weergegeven
als: zorg en welzijn.

Sociale vraagstukken zijn problemen die veel mensen in de
samenleving raken en waar een oplossing voor nodig is. Ze gaan vaak
over onderwerpen zoals armoede, werkloosheid, ongelijke kansen,

,huisvesting of discriminatie. Deze problemen hebben invloed op hoe
mensen leven en met elkaar omgaan.



1.3 wat betekent werken in het sociale domein?

Het is als sociaal werker van belang dat je kennis hebt van drijfveren en
motieven van gedrag van mensen, van hoe netwerken en organisaties
werken, de invloed van politiek en beleid op het leven van mensen, de
financiering van de publieke sector en hoe de gezondheidzorg werkt.

Bedelaars en armen werden ‘onmaatschappelijken’ genoemd en moesten
opnieuw opgevoed worden. Dit werd veelal gedaan door de kerk en
religieuze instellingen, voornamelijk door vrijwilligers. Na de tweede
wereldoorlog bestaat het maatschappelijk werk vooral uit wederopbouw. In
deze jaren ontstaan ook formele regelingen, wat aantoont dat het
maatschappelijk werk meer uit de vrijwilligerszonde en meer in de
professionele sector getrokken wordt.

Brede welzijnsorganisaties zijn organisaties die op verschillende
manieren mensen helpen om hun welzijn te verbeteren. In plaats van zich
op één specifiek probleem te richten, kijken ze naar het hele plaatje van
wat mensen nodig hebben om goed te kunnen leven.

1965 tot 1980 staan vooral in het teken van de emancipatie van groepen
in achterstandsposities.

Hierna is er een periode van outreachende hulpverlening. Tussen 1990 en
2005 heerst er in sterke mate een mentaliteit van eropaf gaan. -> er wordt
aangebeld bij mensen van wie het vermoeden bestaat dat het niet goed
met ze gaat, maar die zorg vermijden. Zo probeerden ze toch om deze
mensen van zorg te voorzien.

Outreachend werken: hulpverleners actief op zoek gaan naar mensen
die hulp nodig hebben, in plaats van te wachten tot die mensen zelf om
hulp vragen. Ze gaan bijvoorbeeld naar buurten, scholen of plekken waar
mensen zijn die misschien moeilijk zelf hulp kunnen vinden.

Tot 2005 wordt vooral gekeken naar de behoeften van de cliënt. -> een
maatschappelijk of sociaal werker bekijkt de situatie en bepaalt wat er aan
hulp beschikbaar is om de cliënt te ondersteunen. Vanaf 2005 veranderd
dit -> vraaggericht werken. Er wordt niet zozeer gekeken naar wat een
professional iemand in een bepaalde situatie kan bieden, maar naar wat
de specifieke vraag van die persoon is. -> eigen kracht en
zelfredzaamheid. Nu zijn sociaal werkers vraaggericht aan het werken.

, Het doel van de sociaal werker is tegenwoordig veel meer het vergroten of
ondersteunen van zelfredzaamheid, in plaats van ‘heropvoeding’. Het zelf-
organiserend vermogen en de zelfredzaamheid van burgers worden meer
aangesproken en de het hulpverlening veranderd steeds meer in
dienstverlening.

Informele zorg wordt bedoeld die geleverd wordt door het sociale netwerk
(buren, vrienden, familie, vrijwilligers) buiten het professionele kader.
Formele zorg is alle zorg die geleerd wordt door professionals (artsen,
therapeuten, sociaal werkers).

Nuldelijn: word verzorgt door het informele netwerk, vaak bij iemand aan
huis. Bij deze stap vind er nog geen professionele hulp plaats.

Eerstelijnszorg: de eerste stap naar professionele zorg wanneer mensen
het zelf of met behulp van hun netwerk niet meer op weten te lossen. ->
bijvoorbeeld de huisarts.

Tweedelijnszorg: over het algemeen wordt gesteld dat alle specialismen,
waar je dus niet zomaar naartoe kunt maar waarvoor je een verwijzing
nodig hebt, vallen onder de tweedelijnszorg. -> zoals een scan in het
ziekenhuis.

Intramuraal: tussen de muren. Intramurale zorg is zorg die wordt
verleend binnen een instelling. Het gaat om zorg aan iemand die ook
verblijft (woont en slaapt) in de instelling waar hij of zij verzorgd of
behandeld wordt.

Extramuraal: extra betekent buiten. Extramurale zorg wordt geleverd
buiten de muren van de instelling. -> ambulante zorg. Dit kan
plaatsvinden bij een cliënt thuis in de vorm van persoonlijke begeleiding.
Andere vorm is dagbesteding, waarbij de cliënt naar een organisatie gaat
waar overdag begeleiding is. -> zorgboerderij.



1.4 wie werken er in het sociale domein?

Een generalist: iemand die van alles een beetje weet.

Specialist: iemand die op een onderdeel (zoals psychiatrie)
gespecialiseerd is.

De meest recente ontwikkeling is de ‘T-shaped professional’. Dit is een
professional die zowel generalist als specialist is. De T-shaped professional
is een specialist op een bepaald gebied (zoals ggz) maar heeft daarnaast
door een algemene kennisbasis een brede kijk op sociale problematiek en
kan deze generalistisch aanpakken. Het complexe veld van het sociaal

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthedejong19. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82292 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.09
  • (0)
  Add to cart